De droomachtig mooie beklimming van de Splügenpas
foto: Cor Vos

De droomachtig mooie beklimming van de Splügenpas

Diep in de Alpen, op de grens van Zwitserland en Italië, ligt de Splügenpas. Deze klim is een typisch gevalletje ‘onbekend maakt onbemind’. Want ondanks de prachtige omgeving die je er treft, is deze onbewaakte grensovergang nog niet bijzonder populair onder wielrenners.

De Splügenpas vormt niet alleen de grens tussen Zwitserland en Italië, maar geldt ook als grens van de Oostelijke en de Westelijke Alpen. Of nog preciezer: de grens van de Lepontische Alpen en de Oberhalbsteiner Alpen. Daardoor staat de klim vooral als grensgebied bekend, van zowel twee landen als van twee Alpenstreken.

Niet gek, want de koershistorie van de klim is niet bijzonder noemenswaardig. Slechts twee keer kleurde de klim de Giro d’Italia, meest recentelijk in 2021 tijdens de twintigste etappe. Wie weet komt dat doordat de klim op de grens ligt, want aan de indrukwekkende lengte van ruim 30 kilometer en de bijna 1800 hoogtemeters ligt het zeker niet.

Het Giropeloton trok in 2021 in winterse omstandigheden over de Splügenpas – foto: Cor Vos

Daarmee zijn alle feitelijke benoemenswaardigheden ook wel genoemd. Het ontbeert de Passo della Spluga wellicht aan een uitgebreide geschiedenis, maar de klim floreert daarentegen in schoonheid. Om te spreken van een onbekende parel is overdreven, maar bij het grote publiek staat de klim nog niet op de radar.

De klim start in Chiavenna, ongeveer twintig kilometer ten noorden van het Comomeer. Alhoewel een relatief klein stadje, is dit een belangrijk verkeersknooppunt. Dat komt omdat dit ook het startpunt is van de Malojapass, die onder andere richting Sankt Moritz voert. Het begin van de rit naar de top van de Passo della Spluga, zoals de Italiaanse naam luidt, kan hier dus redelijk druk zijn, maar dat wordt al gauw minder.

Passo della Spluga, Chiavenna, Italy

• Distance: 30.5 km, Elevation: 1759 m, Avg. Grade: 5.9 %

Hemelsbreed loopt de klim in een rechte lijn naar het noorden, maar zeker in het begin van de klim is dat louter hemelsbreed. De weg kronkelt constant, wat er in combinatie met vele rotswanden en dikke begroeiing voor zorgt dat je zelden verder dan honderd meter voor je uit kan kijken. Met de start op slechts 329 meter is hier overduidelijk genoeg zuurstof voor de flora om te floreren.

De provinciale weg is hier nog redelijk breed, goed onderhouden en dus bij vlagen ook druk. Toch is de klim gelijk al leuk, omdat er in de smalle vallei waar je je dan in bevindt genoeg te zien is. Na iedere bocht ligt de omgeving er weer wat anders bij en doemt er weer een andere bergwand op.

De klim start met een ruime tien kilometer aan gemiddeld 7%, al vlakt de klim ook regelmatig nog even af. Dat eerste deel loopt tot Campodolcino. Afgaande op de afstand heb je dan iets meer dan een derde van de rit achter de rug, maar je hebt dan al meer dan 700 hoogtemeters overwonnen.

Een korte vlakke passage volgt in en net buiten Campodolcino – foto: Ties Wijntjes

Het karakter van de klim verandert hier snel. De weg wordt in rap tempo rustiger en met het toenemen van de hoogte kom je ook meer en meer in een wilde bergomgeving terecht. Ook hier is de omgeving bosrijk, maar de vallei wordt wat breder, waardoor je af en toe al zicht krijgt op het omringende hooggebergte.

Vanuit Campodolcino kan je over de grote weg door, of met een korte omweg langs het meer van Isola. Een afzetting dwingt mij tot die tweede optie, maar dat blijkt een gelukje te zijn, want het is de extra kilometers waard. Het levert namelijk een mooi uitzicht op. Een korte afdaling langs het meer geeft je de gelegenheid het zicht over het meer goed in je op te nemen.

Dat korte moment van rust wordt ruw onderbroken, want zodra de weg weer omhoog loopt, is dat ook behoorlijk steil. Twee kilometer aan ongeveer 9% luiden een volgende passage in waar de weg redelijk gelijkmatig omhoogloopt en je weer de nodige hoogtemeters overbrugt.

Aan het einde van die steile passage verlaat je plotsklaps het bos dat tot dan toe het uitzicht wat blokkeerde. Lang ervan genieten kan niet, want kort daarop volgen een drietal galerijen van waaruit je ook vrij weinig van de omgeving kan zien. Maar, als je ook die achter de rug hebt, is het uitzicht werkelijk adembenemend.

Woorden kunnen lastig recht doen aan de prachtige omgeving die je daar aantreft. De nog terugtrekkende winter (ik beklim de bergpas halverwege mei) draagt zijn steentje bij, maar ook dat buiten beschouwing gelaten, is het zicht vanaf hier tot aan de top constant indrukwekkend. Dat heeft alles te maken met de hoge bergtoppen en ruwe rotswanden die de omgeving sieren. Je kan het hooggebergte hier in volle glorie bewonderen dus.

Het Lago di Montespluga – foto: Ties Wijntjes

Enkele kilometers onder de top is de weg twee kilometer vlak, als je langs het Lago di Montespluga rijdt. Hier kan je even stevig tempo maken, of juist extra genieten van het decor, alvorens de laatste stijgende kilometers aan te vangen.

Vanaf het dorpje Montespluga wachten je nog 2,5 kilometer, 190 hoogtemeters en 10 haarspeldbochten tot de top. Telkens denk ik dat de klim niet mooier kan worden, maar telkens gebeurt precies dat. Ik besluit alle registers open te trekken en de laatste strook hard op te vlammen. Misschien is het de romantiek van de eerste Alpenpas van het nieuwe zomerseizoen, maar zelden reed ik met zo’n brede lach omhoog terwijl het lactaat tot in mijn kleine teen leek te reiken.

foto: Ties Wijntjes

Ik bezoek de klim als tussenstop tijdens een tweedaagse autorit, maar het blijkt veel meer dan een tussendoortje te zijn. Wat een snel ochtendritje moest worden, ontaardt in een bovengemiddeld mooie ervaring op de fiets. Als een kind in een snoepwinkel kijk ik mijn ogen van start tot finish uit.

Superlatieven schieten tekort om het plezier van deze klim te beschrijven. Uitdagend, beeldschoon, uniek, sereen: het zijn allemaal treffende beschrijvingen van de Splügenpas. Met de start op een hoogte van ongeveer 300 meter en de finish ruim boven de 2000 meter, voert de beklimming je door een ongekende diversiteit aan landschappen. Het feit dat je de rit kan starten aan het Comomeer en kan finishen in het hooggebergte, maakt dit een droomachtig mooie klim.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.