Fietstoerisme Vincenzo Nibali is dan geen wielerprof meer, toch stapt hij met regelmaat en veel plezier nog op de racefiets. Het liefst doet hij dat in de heuvels van Toscane. Dat vertelde de Haai van Messina in gesprek met WielerFlits op Velofollies, de Vlaamse wielerbeurs waar hij als ambassadeur van kledingmerk Q36.5 aanwezig was.

Trainen als weleer is het niet meer, maar Nibali werkt nog altijd met veel plezier zijn kilometers op de racefiets af. “Ik heb de nodige evenementen en verplichtingen op de planning staan, maar ook gewoon een familie met een dochtertje van 1 jaar en dat is belangrijk. Ik heb nu niet direct doelen en ook weinig focus dus ik ben ook niet bezig met keihard trainen. Daarnaast fiets ik niet zoveel meer op dit moment omdat het winter is, maar fiets rijd zeker nog.”

Als hij op de fiets stapt, is dat vooral omdat hij nog altijd van het fietsen houdt. “Dat is gewoon voor de lol, niet als training voor wedstrijden. Misschien dat ik nog aan een Granfondo mee ga doen later dit jaar, maar op dit moment heb ik daar de conditie niet voor. Na kerst ben ik weer begonnen met wat meer op het eten letten want tijdens de feestdagen heb ik gewoon lekker veel gegeten, haha”, vertelt de voormalig Tour de France-winnaar met een brede lach.

En als hij dan een tip mag geven voor een fietsbestemming, wijst hij opvallend genoeg niet naar zijn geboorte-omgeving, Sicilië, maar meer richting het noorden van Italië. “De beste plek om te fietsen is voor mij rondom Siena, in Toscane. De streek van Strade Bianche eigenlijk hè. Er is weinig verkeer, er zijn veel hellingen en er is prachtig uitzicht. Sowieso is het daar goed toeven met fijne accommodatie, vriendelijke mensen en lekker eten. Afgelopen jaren reed ik er Nove Eroica, dat was heel gaaf.”