Divers Vaud: van wijngaarden naar het hooggebergte
foto: Alain Rumpf

Divers Vaud: van wijngaarden naar het hooggebergte

Fietstoerisme Wie denkt aan fietsen in Zwitserland, denkt waarschijnlijk aan grote hoogte, indrukwekkende alpenpassen en wilde bergtoppen. Die gedachte is niet fout, maar Zwitserland heeft zo veel meer te bieden dan dat. Wij bezochten het kanton Vaud en ontdekten een ongekende veelzijdig fietsgebied: van de Jura tot de Alpen en van Lac Léman tot schitterende wijngaardterrassen.

Het Zwitserse kanton Vaud vormt het meest westelijke puntje van Zwitserland, aan de Franse Grens. Vorig jaar werd de streek als fietsgebied goed op de kaart gezet met het bezoek van twee Touretappes: Wout van Aert won in Lausanne en een dag later werd het peloton op gang geschoten in Aigle, nabij het hoofdkantoor van de UCI.

Wout van Aert greep de overwinning in Lausanne – foto: Cor Vos

Die twee dagen koers waren mooi, maar de beelden wellicht nog mooier. De hoogvlakte van de Vallée du Joux, stijgende wegen door talloze wijngaarden en de pieken van de Alpes Vaudoises. Eigenlijk kwam de Tourorganisatie helikopters tekort om de diversiteit aan landschappen vast te leggen. Je raadt het ondertussen al: fietsen in de Vaud is een waar genot. Het kanton omvat niet enkel Alpen, maar ook een deel van de Jura en de contreien van Lac Léman, dus er is enorm veel te ontdekken. 

Hart van de Zwitserse wijnproductie
De wijngaarden van de Vaud behoren tot de gebieden van het Kanton die de meest spectaculaire uitzichten opleveren. Verspreid over bijna 4.000 hectaren, zijn er acht verschillende appellaties. La Côte en Chablais behoren tot de meest bekende, maar de wijngaarden van de Lavaux springen het meest in het oog. Tussen Lausanne en Villeneuve ligt 825 hectaren aan wijngaarden, op een steile bergwand die direct aan Lac Leman grenst. Mede vanwege de milde temperaturen en veel zonuren produceert de streek wijn van hoge kwaliteit, veelal van de druif Chasselas.

De wijngaarden van de Lavaux – foto: Alain Rumpf

De Lavaux is opgenomen in de UNESCO werelderfgoed-lijst, vooral vanwege de relatie tussen de lokale bevolking en de omgeving. Dat klinkt misschien wat vaag, maar is goed te verklaren. Op de steile bergwanden waar de wijngaarden zich bevinden, is normaliter geen druiventeelt mogelijk. Maar, door 400 kilometer aan handgebouwde muren en 10.000 terrassen, is het tegenwoordig wél mogelijk. De ontwikkeling van dit gebied door de lokale bevolking, sinds de 11e eeuw, is wat het tot cultureel erfgoed maakt.

Los daarvan is het ook nog eens ongelooflijk mooi. De glooiende wegen die je door het wijngebied voeren, leveren werkelijk adembenemende uitzichten op. Terwijl je op de steile heuvelkam aan hoogte wint, bevinden zich aan alle kanten om je heen tal van wijngaarden. Tegelijkertijd kijk je uit op Lac Léman en zijn in de achtergrond hoge pieken van de uitlopers van de Alpen zichtbaar. Een beeld wat soms regelrecht van een ansichtkaart lijkt te komen. De wegen door het gebied zijn niet super steil en doordeweeks relatief rustig, wat fietsen er een waar genot maakt. 

foto: Alain Rumpf

Als je de lokale wijnen wil proeven zijn er verschillende wijngaarden welke je een bezoek kan plegen. Onze aanrader is daarentegen geen wijngaard, maar het in de Alpen gelegen Refuge de Solalex. Deze herberg, nabij Villars-sur-Ollon, bevindt zich in een doodlopend dal, wat een prachtige setting voor een goed avondmaalt oplevert. In het traditionele bergrestaurant krijg je gerechten van de typische Zwitserse bergcuisine voorgeschoteld, uiteraard met bijpassende lokale wijnen.

Gran Fondo Suisse
Aan de grens van de Lavaux beginnen de Alpen, die ook wel bekend staan als de Alpes Vaudoises. De beklimmingen die je er treft zijn niet gelijk klinkende namen, maar dat maakt het er absoluut niet minder mooi of minder leuk op. Alhoewel de passen je niet naar duizelingwekkende hoogte brengen, zijn er in de regio wel enkele bergpieken tegen de 3000 meter aan en kan je er alsnog behoorlijk uitdagend klimmen op de tweewieler.

Een bekende en populaire route in de streek is de trilogie van de Col de la Croix, de Col du Pillon en de Col du Mosses. Dit drietal passen vormt tezamen het parcours van de Gran Fondo Suisse, die onderdeel is van de UCI Gran Fondo series en de Zwitserse kwalificatie voor het WK Gran Fondo vormt. Een rit voor de fanatieke klimmers dus, want het parcours is niet alleen zwaar, de kwaliteit van het deelnemersveld is overwegend ook erg hoog.

Ongeacht of je het als Gran Fondo rijdt of gewoon zelf het parcours aflegt: het is een prachtige route. De rit begint in Villars-sur-Ollons en dat begin is gelijk behoorlijk lastig, want vanaf de start is het klimmen op de Col de la Croix. Sterker nog, je begint met de steilste stroken van die klim, aan 12%. Na de eerste kilometers vlakt het even af, waarna de laatste kilometers redelijk gelijkmatig aan ongeveer 9% omhoog lopen.

Een snelle afdaling naar Les Diablerets volgt, van waaruit het gelijk weer klimmen geblazen is, ditmaal naar de Col du Pillon. Met zijn 4,7 kilometer aan 8,3% is het zeker niet de zwaarste beklimming van de dag. Eerst klim je door de buitenwijken – als we het al zo mogen noemen – van Les Diablerets, waarna je in een dicht bos terechtkomt. De weg kronkelt omhoog terwijl het dikke bladendek zich steeds meer opent en je zicht krijgt op de kloof waardoor je omhoog fietst. Aan de andere kant van deze kloof torenen hoge bergwanden uit en krijg je zelfs zicht op Glacier 3000, de hoogste piek van het kanton.

Vanaf de top van de Col du Pillon zet je koers naar Gstaad, wat bekend staat als een van de meest exclusieve wintersportoorden ter wereld. Bochtige passages waar je op rap tempo daalt worden afgewisseld met stukken vals plaats, maar de snelheid ligt constant hoog. Over glooiend terrein vordert de route naar Montbovon, waar de beklimming van de derde Col van de dag start: de Col des Mosses.

Door een aantal afdalingen – de een korter dan de ander – is dit een soort drie- of zelfs wel vijftrapsraket. Langs weilanden begint de klim op een smalle weg die afwisselend op en af loopt met enkele steile stroken rond 10%. Zo klim je richting het stuwmeer van Hongrin, waar je zowel in afstand en hoogtemeters ruim over de helft van de klim bent. De laatste kilometers kom je weer in een open omgeving en slinger je naar de top, waar je een indrukwekkend uitzicht treft. Om je heen bevinden zich groene Alpenweiden, terwijl de vallei aan weerszijden wordt geflankeerd door hoog opgetrokken bergwanden.

Een snelle afdaling en een vals platte passage door een vallei volgt, waarna de laatste 8,2 kilometer weer omhooglopen naar de finish op de Col de la Croix. Het eindverdict? Een ferme dag in het zadel, met 2.591 hoogtemeters over ruim 107 kilometer. Maar nog belangrijker is dat het een erg mooie route is, waar je de verschillende gezichten van de Alpes Vaudoises te zien krijgt.

Van de gebaande paden af
Buiten het parcours van de Gran Fondo Suisse is er nog veel meer te ontdekken in de Alpes Vaudoises. Sterker nog, er zijn de nodige verborgen pareltjes in deze streek. Vorig jaar schreven we al over de beklimming naar Les Agites: een bergweg die enkel in het weekend toegankelijk is, omdat je hier over een militair oefenterrein fietst. Als je hier omhoog fietst kan je je route vervolgen naar de bijzonder rustige Col de la Pierre du Moëllé. Het is hard werken want de klim kent enkele enorm steile uitschieters, maar op de top heb je een prachtig panorama over Alpenpieken.

Wie op de kaart kijkt, ziet vanuit het Rhônedal verschillende wegen omhoog de Alpes Vaudoises ingaan. Echter, het zijn juist de wegen die je niet gelijk ziet, die mooie beklimmingen opleveren. Onze gids en local Alain Rumpf legt uit: “omdat we hier niet op heel grote hoogte zitten, zijn we vaak niet beperkt tot één weg maar zijn er verschillende routes van het dal omhoog. Hierdoor zijn er super veel mooie beklimmingen die onontdekt en daardoor enorm rustig zijn.” 

foto: Alain Rumpf

Een van Alain’s favorieten is de klim naar Gryon via Plans-sur-Bex, een mening die we delen. Kort na het verlaten van Bex kan je de Chemin de la Barmaz inslaan en begint de klim. Over een smalle weg kronkel je door een smalle kloof. Als een dak krullen de bomen over je heen, terwijl de rivierstroming constant in de achtergrond suist. Op dat kolkende water na hoor je verder helemaal niks, want deze weg is compleet desolaat. Na een paar kilometer draai je de wat grotere Route des Plans op, waar je je verder een weg omhoog werkt over de steile weg langs koeienweiden. 

Vanuit Plan-sur-Bex is het nog even stevig aanzetten, gezien de weg in de slotkilometer stevig omhoogloopt. Kijk hier hoe dan ook even over je schouder, want achter je doemt een indrukwekkende bergwand op. De laatste kilometers naar Gryon lopen over glooiende wegen, vanwaar je mooi zicht hebt op de vallei waar je eerder aan de klim bent gestart. Makkelijk is de klim niet overal, maar een genot is het wel: de welhaast desolate rust en de afwisseling tussen wilde natuur en indrukwekkende vergezichten is een combinatie van factoren die leidt tot een fantastische rit.

foto: Alain Rumpf

Vanuit Gryon kan je verder naar Villars-sur-Ollon om zo nog een stuk door te klimmen, naar de top van de Col de la Croix. Ook daar is weer een mooier alternatief, tipt Alain me. “Neem ongeveer twee kilometer voor de top een afslag naar rechts, richting Refuge de Taveyanne. Dit pad is deels onverhard, maar het is goed te doen op een racefiets” verzekert hij me. De weg loopt eerst op en af door een bos, maar bij het verlaten hiervan word je verwelkomd met een groots uitzicht over de Alpes Vaudoises en op de top bij skilift Les Chaux scharrelen de koeien om je heen. Hier zie je de vervolgens weer verharde afdaling als een slang de berg af slingeren. Kortom: een schitterend bergtafereel.

Bezoek aan de UCI
Vaud is tevens het epicentrum van de internationale wielrennerij, want de UCI heeft hun hoofdkantoor in Aigle. De plek ademt wielrennen, want het is niet enkel een kantoor, maar bij het World Cycling Centre zijn ook talloze trainingsfaciliteiten. Hier worden atleten die in hun thuislanden minder trainingsfaciliteiten hebben opgeleid tot internationale toppers. Enkele voorbeelden? Chris Froome, Biniam Girmay en baan-olympiër Nicholas Lee Paul. Geen slechte leerschool dus.

Dat World Cycling Centre is niet alleen toegankelijk voor de grootste talenten, maar staat voor iedereen open ter ontdekking. Het café is toegankelijk voor bezoek van buitenaf, wat het de ideale tussenstop tijdens een ritje in de omgeving maakt. Dan kan je gelijk even het velodroom bezoeken, waar een erg mooie fototentoonstelling van talloze WK’s en andere grote wielerwedstrijden te zien is. Met een beetje geluk zie je zelfs een enkele kampioen van de toekomst trainen.

Daar hoeft het niet bij te blijven want je kan ook zelf de wielerbaan op voor een introductietraining. Vooraf lijken de hoge snelheden en steile bochten nog wat spannend, maar in no-time vlieg je over de baan. De échte adrenalinejunkie kan zelfs een BMX-training doen: eerst de techniek oefenen op de pumptrack, maar daarna zelfs van de starthelling een echt BMX-parcours over. Of het nou voor een korte koffiestop of een wat uitgebreider bezoek is, het World Cycle Centre is dus een absolute must voor de wielrenner die in de buurt is.

De BMX-baan buiten het hoofdkantoor van de UCI – foto: Alain Rumpf

Op het eerste gezicht lijkt het in de Vaud zoeken naar de fiets-hotspots, maar ons bezoek leert dat er enorm veel te doen is. Van prachtige bergpassen, tot de schoonheid en rust van de Jura en Lavaux-wijngaarden: na een week zijn we nog lang niet uitgekeken op de Vaud, want in deze diverse streek is eindeloos veel te zien en te bezoeken.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.