Gravelen en bikepacken in de mooiste stukjes van Nederland tijdens de Green Divide
foto's: Kelly Bonnenberg

Gravelen en bikepacken in de mooiste stukjes van Nederland tijdens de Green Divide

Het is meer dan 200 kilometer omrijden. Van Naarden naar Zwolle in maar liefst 300 kilometer. En dan ook nog zo min mogelijk over asfaltwegen, maar zoveel mogelijk door bossen en prachtige natuurgebieden als de Kroondomeinen: The Green Divide heeft het allemaal. Ik heb mijn nazomerdoel gevonden.

Dit artikel was vorig jaar te lezen in de najaarseditie van RIDE Magazine.

De nazomer is mijn favoriete tijd van het jaar. De echte hitte is er vanaf, net als de drukte van het werk. De deadline is achter de rug, de Tour is voorbij en ook de vakantiestress (ja, hij bestaat echt) is opgelost in het niets. Even ademhalen. Die nazomer is inmiddels de ideale tijd om een bikepacker te plannen. Gewoon, fietsen achter je voorwiel aan en stoppen waar dat voorwiel stopt. Natuurlijk wel met een globaal plan, maar niet al te gedetailleerd. Paar dagen off the grid. Solo, want even geen rekening houden met anderen. Heerlijk!

Dit jaar zocht ik nog naar inspiratie. Scrollend door mijn contacten in routeplanner Komoot vond ik al snel een plan dat mijn hart sneller doet kloppen: The Green Divide. TGD is een route van 300 kilometer van station Naarden naar station Zwolle over gravel. Hemelsbreed is die afstand ruim 80 kilometer, dus je begrijpt dat er een behoorlijke omweg in de route zit. Die loopt eerst zuidwaarts richting de Utrechtse Heuvelrug, gaat dan naar het oosten en bij Arnhem sla je linksaf om via Veluwe en Kroondomeinen naar het noorden te koersen. Je rijdt ‘m zoals je ‘m zelf wilt: in één (succes!) of meer dagen. Het is tenslotte geen wedstrijd.

De Green Divide is voor het gemak alvast in twee stukken verdeeld: de Heuvelrug Divide en de Veluwe Divide. Samen vormen ze de langste onverharde natuurtraverse van het land. De route gaat over opengestelde paden in de natuur, dus er gelden regels: houd rekening met elkaar en met de natuur. Maker van de route is Erwin Sikkens. Hij maakt vaker van die mooie routes; je kunt wel zeggen dat hij er bovenop zit. Hem bel ik voor de achtergrondinformatie, maatje Peter Kraaijvanger vraag ik voor een verkenning van het wellicht mooiste en voor mij meest onbekende deel van de route: de Kroondomeinen. Maar vooral wil ik weten of hij tips heeft.

Peter werkt bij Specialized en ken ik al van toen we 20 jaar geleden samen in Utrecht fietsten. Sindsdien komen we elkaar natuurlijk vaak tegen. Ergens tijdens de zomervakantie stuurde hij me een appje. We zaten een gezamenlijk gravelritje te plannen, toen hij ineens appte dat hij de Green Divide ging rijden. In één dag. Hahaha. Op dat moment dacht ik dat hij me zat te dollen, maar een paar dagen later bleek hij bloedserieus te zijn. Weer een appje: ‘Vandaag ff GREEN DIVIDE gedaan. Ivm het artikel, weet je nog? Ff verkennen’. Omdat het onwaarschijnlijk klinkt daarom nog maar een keer: 300 kilometer gravel, in één dag. Ik kon alleen maar een diepe buiging maken.

Ondanks mijn diepste respect, ik heb niet de intentie het kunststukje van Peter te herhalen. “Dat is niet mijn plan, hoor,” maak ik hem meteen duidelijk als we elkaar bij de ingang van de Kroondomeinen in Elspeet treffen. “Ik wil er rustig van genieten. De tijd nemen.” Peter vindt het een verstandig plan. “Ik had het gewoon in mijn kop, dat ik het in één keer moest doen. Soms heb je dat weleens, toch? Dat zit er dan in en dat moet dan gewoon gebeuren. Maar dan is het wel haastwerk. Je zit de hele dag op de fiets, van zonsopkomst tot ver in het donker. Ook is het logistiek een lastig plan. Je moet met de auto naar de start, want er is nog geen openbaar vervoer. En het is maar de vraag of dat nog rijdt als je in Zwolle aankomt.”

Een goede planning is dus essentieel, als je zo’n stout plan hebt. Dat had Peter, maar toch ging het fout. “Ik had al eerder eens zo’n lange rit gedaan en toen geleerd dat je voldoende tijd moet hebben. En dat betekent: op tijd beginnen! Toen vertrok ik laat, om acht uur, nu wilde ik iets eerder. Dus zat ik om vijf uur ‘s ochtends klaar op het station van Naarden-Bussum. Maar zelfs in de zomer is het dan nog donker. Dat had ik niet verwacht, dus ik had geen lampjes bij me. Uiteindelijk werd het om half zeven pas licht en kon ik vertrekken. De eerste kilometers in het bos waren tricky. Ik zag niet altijd goed wat ik deed in de schemering.”

Als bagage had Peter niet zo veel mee. “Een extra tasje aan mijn frame, dat was alles. Daar zat een jasje in tegen kou en regen, wat repen, een extra binnenbandje en een beetje gereedschap. Meer heb je niet nodig. Onderweg heb ik stops gedaan bij restaurantjes, want dat breekt ook de rit een beetje in delen op. Mentaal is dat fijn.”

Uiteindelijk viel het hem mee. “Als je een beetje getraind bent, dan kun je het. Rod, wij zijn natuurlijk wedstrijden gewend. Dan ben je na een uur helemaal afgedraaid. Maar als je gewoon rustig aan rijdt, dan kun je het bijna oneindig volhouden. Het is vooral een mentaal spel. Je zet de knop om en gaat. Dat is het gekke. Op sommige dagen is een ritje van dertig kilometer al te veel, maar als je eenmaal die focus hebt, dan doe je het gewoon. Het is gek, maar na een paar kilometer had ik al een eerste moment van ontspanning. Zo van: ‘ik hoef nog maar 290 kilometer’. Raar hè, hoe dat gaat in je hoofd.”

Comfort en rust
We springen op de fiets. Hij heeft voor mij een Diverge meegenomen uit de testpool van Specialized met de speciale gravelgroep van Shimano. Normaliter rijd ik mijn gravelritjes op een cyclocrosser, maar als je echt van plan bent om vaker gravelritjes te rijden, is het aan te raden om eens aan eengravelbike te denken. Het kan allemaal wel met een crosser, maar dat is toch eensoort racefiets voor in de modder: stijf en snel, wendbaar en zenuwachtig. Allemaal kwaliteiten waar je op een langere fietstocht niet zo veel aan hebt. Dan wil je comfort en rust. Ook de onderdelen zijn net even beter afgestemd op gravelgebruik.

Het is mijn eerste kennismaking met de Kroondomeinen. Op de één of andere manier was ik er nog nooit geweest. Ja, ik heb de ronde van Elspeet gereden en met de Omloop van de Veluwe ben ik er als junior al eens doorheen gefietst, maar dat is toch anders. Vandaag duiken we erin. Al na een paar kilometer ben ik het noorden helemaal kwijt. We struinen door het koninklijk jachtgebied en amuseren ons optimaal. Wat is het fijn hier! De paden zijn heerlijk. Het is gravel, maar door de fiets lijkt het alsof je op de weg rijdt. Met als groot voordeel dat je hier nauwelijks ander verkeer hebt en zeker geen automobilisten. Af en toe wordt het gravelpad smaller en een soort singletrack, maar nergens heb je meer nodig dan dat we aan fiets nu bij ons hebben.

Groink
Als we even stoppen om een stroopwafel te eten (Dutch gravelfood, zegt een Amerikaanse expat daarover) horen we ineens een geluid uit het bos. Groink. We speuren de bosrand af. Ineens zien we ze: zwijnen. Voor mij is het de eerste keer dat ik wilde zwijnen zie en daardoor lijk ik een zeldzamer soort te zijn dan zij. Die beesten zijn hier schijnbaar overal, merk ik als we andere fietsers op de dieren attenderen. Een paar minuten later zie ik nog een wild zwijn in de bossen. Even dacht ik in de verte een wild paard te hebben gespot, maar het is opnieuw een zwijnenfamilie. Daar valt me pas op hoe groot die beesten zijn. “Die wil je niet tegenkomen in het donker als hij met kleintjes op pad is,” zegt Peter. “Ik heb er weleens aan gedacht om hier een keer in het bos mijn slaapzak uit te rollen en te gaan slapen tijdens een meerdaagse fietstocht, maar als ik die beren zie, dan voel ik toch een drempel.”

Het verkenningsrondje doet zijn werk. De beslissing is genomen: de Green Divide wordt mijn nazomerdoel.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.