Onbekend maar niet onbemind: de beklimming naar Les Agites
foto: Visualps

Onbekend maar niet onbemind: de beklimming naar Les Agites

Fietstoerisme De ene klim bezoek je vanwege de historie, de ander om de fysieke uitdaging en weer een ander vanwege de ongekende pracht. In die laatste categorie valt de beklimming Les Agites, in het Zwitserse kanton Vaud.

Dit artikel was eerder te lezen in het najaarseditie van RIDE Magazine. Gravel, kasseien, modder, zand, met tassen, zonder tassen: dat zijn de thema’s van het 172 pagina’s tellende najaarsnummer van RIDE.
Bestel nu deze editie online en krijg ‘m binnen enkele dagen thuisbezorgd.

Aan de oostzijde van Lac Léman gaat de heuvelachtige omgeving plots over in de Zwitserse Alpen. Geen glooiend terrein meer, maar bergwanden van soms wel een kilometer hoog, die bijna recht uit de grond lijken te schieten. Her en der prijkt er een skidorpje op de helling als de berg wat afvlakt, maar grote delen lijken onherbergzaam. Lijken, want wie goed zoekt, vindt hier tal van rustige wegen die zich perfect lenen voor heerlijke fietsritten. Onbekend maakt onbemind, zullen we maar zeggen.

Militair oefenterrein
De beklimming van Les Agites is precies zo’n klim. Een ruim uur klimmen en maar een handjevol andere weggebruikers tegenkomen? Dat is hier niet alleen mogelijk, maar zelfs heel normaal. Klinkt misschien vreemd, maar er is een verklaring voor: op de top bereik je namelijk een militair oefenterrein wat doordeweeks gesloten is voor publiek. In het weekend kun je er het merendeel van de tijd wél passeren. In essentie is het geen doorgaande weg dus, en juist daardoor enorm rustig. Tevens is de weg nabij de top dusdanig smal, dat er gedurende het weekend officieel tijdslots zijn waarin je louter omhoog of omlaag mag rijden: gemotoriseerd verkeer komt dus op papier nooit van beide kanten.

Vierduizenders in de achtergrond – foto: Alain Rumpf

Daar komt bovenop dat het een behoorlijk onbekende beklimming is. Lokaal geniet hij wel de nodige bekendheid, omdat het eerste deel – tot aan dorpje Corbeyrier – lange tijd het parcours was van een populaire klimtijdrit. Daar is gelijk ook de gehele koersgeschiedenis van de klim mee verteld, je vindt hier geen epische Tourverhalen of strijd in de Ronde van Zwitserland. Maar zoals een wijs man ooit zei: ieder nadeel heeft zijn voordeel. Zo ook hier, want de relatief onbekende aard van de klim zorgt ervoor dat het ongekend rustig is, welhaast desolaat.

Buiten de koers kent de klim wel enige geschiedenis. Het zuid-westelijke deel van de beklimming was gedurende de Tweede Wereldoorlog namelijk gefortificeerd, voornamelijk rondom Corbeyrier. Langs stukken van de weg lagen ook mijnen en waren in bergwanden verscholen forten geplaatst om de weg te kunnen verdedigen. Tegenwoordig ligt op de top dus een militair schietterrein genaamd Petit Hongrin. Er is vrij weinig van zichtbaar op een enkel verstopt fort na, waar je overigens goed naar moet zoeken.

Net uit het dal rijd je een stuk langs de wijnranken van de Chablais – foto: Alain Rumpf

Klimmen door de wijngaarden
De klim begint in het dal van de Rhône, net buiten Aigle, de vestingplaats van de UCI. In het dorpje Yvorne wordt al gauw duidelijk waar je aan toe bent: amper begonnen, maar de weg loopt al aan stijgingspercentages van dubbele cijfers omhoog. Toch is de klim hier meteen heel fraai. Aan directe weerszijden wordt de weg geflankeerd door een laag muurtje, waarachter zich veelal wijngaarden van de Chablais bevinden.

Dit kleine wijngebied, waar voornamelijk witte wijn wordt geproduceerd, siert het eerste deel van de beklimming. Eerst rijd je vrij letterlijk door de wijngaarden en als je deze met het rappe stijgen van de weg achterlaat, houd je er nog lang zicht op. Over de talloze rijen druivenranken kijk je uit over de vallei, waar je ook zicht hebt op een deel van de Alpen die de grens tussen Frankrijk en Zwitserland vormen. 

De klim is grofweg in twee stukken op te delen, met Corbeyrier als tussenpunt. Tot het bergdorp is het al stevig klimmen, maar daarna wordt het écht steil. Het dorpje is een mooi punt om nog even op te laden, aangezien je hier nog één laatste keer je bidon kan vullen bij een typische bergfontein. Je vindt er zelfs een fietsreparatiepunt en een fietspomp. Laat je niet verleiden te lang te pauzeren want hier start vrijwel direct het zwaarste punt van de beklimming, dus je wil de spieren niet te veel laten afkoelen.

Een bergverzetje is hier geen overbodige luxe – foto: Alain Rumpf

Om precies te zijn: anderhalve kilometer aan 13%, met voor het gemak ook nog enkele uitschieters tegen de 17% aan. Een bergverzetje is geen overbodige luxe, maar het is hier hoe dan ook even stevig stoempen om boven te komen. Afleiding is er weinig, want je rijdt dit deel van de beklimming door een dik bos. Wel weer voordelig is dat dat betekent dat je hoogstwaarschijnlijk in de schaduw rijdt.

Met deze steile passage achter de rug zit de klim er echter absoluut niet op, want het stijgingspercentage komt zelden nog onder 9%, terwijl er later nog eens een kilometer aan ongeveer 12% volgt. Met deze pittige stroken lijkt ook de omgeving steeds wilder te worden: je rijdt hier langs een ruwe rotswand die recht langs de weg omhoog lijkt te schieten. Overigens is er echt van genieten door de inspanning waarschijnlijk lastig.

Licht aan het einde van de tunnel
De aankondiging van het slot volgt in de vorm van een tunnel. Ook hier vlakt de weg niet écht af, maar het is vergeleken met de dan gepasseerde steile stroken goed te doen. Een set lichtjes kan hier absoluut geen kwaad. Alhoewel er een paar openingen zijn in de tunnel – waar je nog even goed de vallei kunt bewonderen – is het er namelijk erg donker. De tunnel lijkt bijna een poort naar een andere wereld, want van een dik bos wat de omgeving verhult, rijd je de tunnel uit in een open omgeving waar het uitzicht ver reikt en de zon weer vrij spel heeft.

Bij de tunnel weet je: het einde is in zicht, figuurlijk dan – foto: Alain Rumpf

De weg loopt dan nog een kleine kilometer lichtjes omhoog, waarna je beloond wordt met adembenemend uitzicht. Het berggeweld wat je net hebt overwonnen, wordt in de directe omgeving vervangen door vriendelijk heuvelgebied, terwijl in de verte Lac Léman en de uitlopers van de Alpen prijken. De alpenweide waar je overheen kijkt had evengoed een scène uit The Sound of Music kunnen zijn: het is een prachtig bergtafereel. Vanaf hier loopt de weg in dalende lijn richting het oosten, waarna je verder kan naar het stuwmeer van Hongrin, over het militaire terrein wat je hier doordeweeks juist tegenhoudt.

Als ik er fiets staat de slagboom op de top die toegang verleent tot het oefenterrein, wagenwijd open. Er is geen enkele vorm van beveiliging te bekennen in de beveiligingspost. Best apart, zou je zeggen, maar gids Alain Rumpf verzekert me dat de toegang tot het gebied normaal niet zo makkelijk verloopt. “Als je hier aankomt krijg je normaliter een soort nummertje, die je bij het verlaten van het gebied weer afgeeft. Op deze manier registreren ze of en zo ja hoeveel mensen zich in het gebied bevinden”, legt hij uit. Maar, vandaag hoeven we geen nummertje te trekken en kunnen we zo doorrijden.

foto: Alain Rumpf

Weidse vergezichten
Alhoewel de klim er dan eigenlijk op zit, is de afdaling richting het stuwmeer van Hongrin, ook absoluut een aanrader. De weg slingert hier lichtjes door het landschap, maar lastig afdalen is het nergens, waardoor je perfect even kunt herstellen en goed om je heen kunt kijken. 

Zo krijg je zicht op het Lac de l’Hongrin, een kunstmatig aangelegd stuwmeer van 1,6 vierkante kilometer. De twee dammen van het meer houden op het hoogtepunt maar liefst 52 miljoen kubieke meter water tegen. Die dammen worden niet alleen gebruikt om energie op te wekken, maar ook om overstromingen tegen te gaan. Een mooie bijkomstigheid is dat het lange meer met zijn vertakkingen een spectaculair uitzicht oplevert: als een mes snijdt het diepblauwe meer hier door de omringende bergketen.

De stuwdam langs het Lac d’Hongrin – foto: José Crespo

Wie vanaf de top verder wil staat voor een lastige keuze, want je kunt meerdere kanten op die stuk voor stuk de tijd waard zijn. Je kunt dus naar het Lac de l’Hongrin, maar terug naar Aigle via de korte maar steile beklimming van de Col du Pierre Moëllé is ook erg mooi. Zin in een stevige tocht? Dan kun je ervoor kiezen via de Col des Mosses en Col de la Croix de ronde vol te maken. Hoe dan ook hoeft je ritje dus niet bij Les Agites te eindigen en ligt er nog zat moois binnen handbereik.

Ongeacht hoe je verder gaat: je hebt er een hoe dan ook een prachtige rit op zitten. De klim van Les Agites is een fenomenale mix tussen een diverse omgeving, hard werken en prachtige vergezichten. Wat ontbreekt aan historie maakt de klim met haar schoonheid ruimschoots goed. De rust die met de onbekendheid komt, maakt het er alleen maar mooier op. En alhoewel je bij vlagen even behoorlijk moet doorzetten, is het een klim om van start tot finish van te genieten. 

Col d’Ayerne Les Agites, Yvorne, Switzerland

• Distance: 12.1 km, Elevation: 1097 m, Avg. Grade: 8.8 %

Om te reageren moet je ingelogd zijn.