Tom Dumoulin en Adne Koster verkennen Marly Grav: “Dit is toch wel een pittig parcours”
foto: Irmo Keizer

Tom Dumoulin en Adne Koster verkennen Marly Grav: “Dit is toch wel een pittig parcours”

Fietstoerisme Op 11 mei 2025 staat één van de grootste en belangrijkste gravelwedstrijden van Nederland op het programma: Marly Grav. Het is één van de twee Nederlandse kwalificatiemomenten voor het WK gravel en tevens een weekend waar naast de wedstrijd nog tal van andere evenementen zijn. WielerFlits verkende het nieuwe parcours alvast met Tom Dumoulin en Adne Koster.

Tijdens Marly Grav kun je kiezen voor een afstand van 100 of 155 kilometer. Wil je je kwalificeren voor het WK Gravel in Limburg, later dit jaar, dan moet je de 155 kilometer rijden. Die laatste route bestaat uit drie lussen die in lengte variëren van 43 tot 55 kilometer. Iedere lus start bij het Shimano Experience Center, waarna direct een flinke klim volgt.

In de eerste twee lussen is dat de Cauberg, terwijl in lus drie de korte maar loeisteile Lijksweg wordt beklommen. Vanaf hier wordt steevast koers gezet naar Gulpen via Sibbe en Schin op Geul. Ten zuiden van Schin op Geul staat een korte maar venijnige helling over een smal gravelpaadje op het programma. Of daar het verschil gemaakt kan worden? “Niet gelijk” zegt Dumoulin. “Maar als je hier bovenkomt en dan doortrekt, dan kan je het verschil maken.”

Bij het bereiken van Gulpen, draait de route richting Cadier en Keer, Bemelen en vervolgens naar Berg en Terblijt over glooiende wegen. Over de Heerderweg volgt weer een helling, gevolgd door een korte afdaling over de Bronsdalweg en een smal bospaadje. Door het geuldal slinger je over wat harde grindpaden terug naar het Shimano Experience Center.

Lus twee begint ook met de klim van de Cauberg, maar opent met een wel heel bijzondere passage: je fietst hier kort door de gemeentegrot van Valkenburg. Je leest het goed, je rijdt dóór een mergelgrot. Direct volgt de klim van de Cauberg en de passage naar Schin op Geul en Gulpen. Voor Cadier en Keer draai je ditmaal echter richting het zuiden, waar je over glooiende wegen koers zet naar Banholt. Hier volgt een passage door een weiland, wat het keerpunt terug naar het noorden signaleert. Ook de derde lus volgt dit parcours, al begin je dan met de steile Lijksweg in plaats van de passage door de grot en de klim van de Cauberg.

foto: Irmo Keizer

Al met al bestaan de routes voor ongeveer 60 procent uit onverharde wegen. Bij de 155 kilometer lange wedstrijd rijd je 94,1 kilometer over onverharde wegen, terwijl je bij de 100 kilometer 59,5 onverharde kilometers treft. “Dat is toch wel mooi”, stelt Dumoulin. “Ik had eerder al een stuk verkend en toen vond ik het best veel asfalt, maar na alle stukken gereden te hebben, denk ik toch wel dat het een pittig parcours is.”

Ook Adne Koster, vorig jaar nog derde in het elite-veld, is te spreken over de route. “Ten opzichte van vorig jaar zijn er toch weer wat leuke nieuwe stukjes. Het is geen copy-paste, dus dat is wel leuk. Je hebt hier genoeg opties om er wat nieuws in te leggen en dat hebben ze ook gedaan”, stelt hij. Dit jaar verwacht Koster weer een snelle wedstrijd. “Het is niet een heel zwaar parcours, maar met alle smalle weggetjes en stukken op en af gaat het snel op een lint”, voorspelt hij.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.