Tussen berg en kust: met Ekoï door het Esterelmassief
foto's: Joris Knapen

Tussen berg en kust: met Ekoï door het Esterelmassief

Fietstoerisme Als ik in Maart voor een reportage in RIDE Magazine op bezoek ben bij Ekoï in het zuid-Franse Fréjus, kan ik het niet laten om de fiets te laten staan. De zon schijnt, de temperatuur is aangenaam en bovenal schreeuwt het prachtige gebied aan de Zuid-Franse kust om een kennismaking, dus trok ik met Ekoï door het Esterelmassief.

Het is 8 uur ’s ochtends als ik het hotel uitloop, nog niet erg warm. De kniestukken blijven voorlopig nog even aan, want de frisse wind die hier waait doet de warme zonnestralen verbleken.

Toch heb ik enorm veel zin in deze rit, want het Esterelmassief schijnt een prachtig fietsgebied te zijn. Het zijn niet de hoogste pieken noch de steilste beklimmingen, maar qua natuurschoon presteert de Esterel uitermate goed. Het glooiende heuvellandschap langs de Franse Côte d’Azur wordt gekenmerkt door dieprode gesteenten, die het natuurgebied een eigen karakter geven.

Startpunt van de rit: het hoofdkantoor van Ekoï

Ik stap samen met Ludo, communicatieverantwoordelijke bij Ekoï, op de fiets. Hij neemt me mee op één van zijn favoriete rondjes door de streek. Eerst door de heuvels van het Esterelgebergte, daarna over de glooiende kustwegen van de Côte d’Azur.

“Het is wat te lang voor de lunchpauze, maar dit is ook een ritje wat we regelmatig met collega’s doen. Het is echt een klassieker van deze streek”, legt Ludo me uit. Een prima rit om de Esterel te leren kennen dus. On y va!

De stad uit, de heuvels in
De rit start bij het hoofdkantoor van Ekoï, waar je in de showroom kan starten met een kopje koffie. De eerste kilometers zijn een kwestie van de agglomeratie van Fréjus uit geraken, maar als dat zo is, begint de rit gelijk erg mooi.

De glooiende wegen door het Esterelmassief

Eenmaal buiten de bebouwing fiets je namelijk regelrecht het Esterelmassief in. We beginnen met een klim van ongeveer 5 kilometer á 5%. De weg kronkelt hier geleidelijk omhoog door de heuvels. Het is een nagenoeg perfecte start, want de beklimming is niet lastig maar wel erg mooi.

Je krijgt vanaf de start al regelmatig een doorkijkje van het glooiende heuvelland. Zo krijg je zicht op de dieprode heuvels van de Esterel en zie je de weg in de verte steeds verder de hoogte in lopen. Het is lekker klimmen op de vriendelijke flanken van de Col de l’Auriasque.

Des te hoger je komt, des te meer je – logischerwijs – uitzicht krijgt op de omringende omgeving. Zo kan je ook meermaals de toppen van de Alpes Maritimes zien liggen, met hun karakteristieke grijze, dorre bergwanden. Het uitzicht verandert regelmatig, wat de rit een fraai karakter geeft.

Kort voor de top van de beklimming kan je de afslag nemen naar de Col du Vinaigre, wat het hoogste punt van de Esterel is. Wij zetten koers rechtdoor, waarna een werkelijk heerlijke glooiende passage op ons wacht. De weg loopt op en af met brede bochten, als een achtbaan door een bos. Genieten.

In de afdaling richting de kust van de Côte d’Azur trekt het bos wat weg en krijg je steeds meer zicht op het achterland, waar de Alpen in de hoogte prijken. De afdaling is niet stijl en erg breed, wat het erg ontspannen maakt en waardoor je dus ook af en toe even om je heen kan kijken naar de nog altijd mooie omgeving.

Een kleine dertig kilometer onderweg, komen we aan bij de kust. De kilometers die vanaf hier terug naar Fréjus volgen, karakteriseren deze streek misschien wel het best. Nergens is de weg vlak en nergens is het uitzicht saai.

Links heb je uitzicht op de Mediterrane zee, rechts prijken grote rode gesteenten van de Esterel boven je uit. Je passeert een eilandje, een kasteel die op een rots boven de branding uittorent en af en toe heb je zelfs zicht op besneeuwde toppen die achter kuststad Cannes prijken. De combinatie bergen en zee is misschien niet compleet uniek, maar komt hier wel bijzonder mooi tot zijn recht.

Net als tijdens de klim loopt de weg hier geen seconde rechtdoor en ligt er om ieder hoekje een nieuw uitzicht. Het is écht lekker toeven hier. Ik ben niet de enige die dat denkt, getuige de vele wielrenners die we onderweg tegenkomen.

Het slot van de rit voert langs het strand van Fréjus; ideaal om nog snel een terrasje te pakken of misschien zelfs een snelle duik te nemen. Vervolgens zetten we koers door het lieflijke historische centrum van Fréjus, waarna de laatste kilometers net als het begin van de rit over brede wegen terug naar het startpunt voeren.

Aan het eind van de rit zie ik 70 kilometer en ruim 800 hoogtemeters op mijn fietscomputer staan. Niet slecht voor een woensdagochtend, denk ik. Maar, los van de statistieken was het vooral een erg mooie rit.

Van de heuvels van het Esterelmassief tot de glooiende wegen langs de Zuid-Franse kust; nergens verveelde de omgeving. Je hebt overal wat te zien en het zorgt ook nog eens voor een leuke diverse rit waar beklimmingen, afdalingen en bochtige kustwegen elkaar afwisselen. De conclusie is simpel: het is prima toeven op de racefiets in Zuid-Frankrijk.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.