Fietstoerisme De Vuelta a España is de laatste jaren steeds vaker te vinden in de autonome regio Extremadura in het westen van Spanje. Na 2021 en 2022 keert de ASO dit jaar opnieuw terug in deze dunbevolkte en agrarische regio met een lastige bergrit naar de Pico Villuercas, maar waarom?

Het is een publiek geheim dat de ASO elk jaar in de Vuelta zoekt naar nieuwe beklimmingen. De afgelopen jaren werden onder meer La Laguna Negra in de regio Castilië en Léon, Picón Blanco in Cantabrië, Alto d’El Gamoniteiru in Asturië, Alto de Javalambre in Aragón toegevoegd aan de beklimmingencatalogus van de ASO. Vooral in Asturië en Cantabrië lijkt de Vuelta-organisatie inmiddels verzadigd te zijn door de vele bezoekjes de afgelopen jaren. Daarom kijkt de ASO nu verder in het land.

De Extremadura is de laatste ontdekking van de Vuelta-organisatie. De autonome regio is misschien wel de onbekendste regio van het land en dat is niet gek. Er wonen slechts een miljoen mensen in deze qua oppervlakte grote regio. Grote steden zijn er niet echt: Badajoz is met 150.000 inwoners ruim de grootste stad in de regio, maar die stad is al ruim dertig jaar niet aangedaan in de Vuelta. Het grootste deel van de mensen in de regio werkt nog in de agrarische sector.

Onbekend maakt onbemind, zou je denken. De afgelopen decennia wisten maar weinig toeristen hun weg te vinden naar de dunbevolkte Spaanse regio, maar de afgelopen jaren komt daar verandering i. De Extremadura koestert namelijk vele nationale parken en een aantal fraaie bergketens, zoals de Sierra de San Pedro en Las Villuercas die bekend staan om hun mooie rotspartijen. Veertig procent van de gehele provincie is een beschermd natuurgebied en dat zorgt ervoor dat er verschillende bedreigde diersoorten in de regio leven en de regio een bijzonder grote biodiversiteit heeft.

Regiomarketing van de ASO
En dat valt ook binnen Spanje op: steeds meer toeristen komen naar de Extremadura voor een wandel- en natuurvakantie. Dat de ASO nu alweer voor de Extremadura kiest, is ook een stukje regiomarketing.

Dinsdag koerst de Vuelta een dagje door de Extremadura. Het is de eerste bergrit in de ronde, met onderweg twee beklimmingen van de eerste categorie (Alto de Piornal en de Pico Villuercas), een klim van tweede categorie (Puerto de Cabezabellosa) en een van derde categorie (Puerto de Miravete). De vier beklimmingen hebben allemaal nog nauwelijks Vuelta-geschiedenis. De Piornal zit voor de vierde keer in het parcours, de Villuercas voor de tweede keer en de Miravete en de Cabezabellosa maken hun debuut in de Vuelta.

Pico Villuercas
De Pico Villuercas is letterlijk het hoogtepunt van de rit. De klim is op een hoogte van 1.600 meter de hoogst toegankelijke bergweg van de regio en de beklimming zet de schoonheid van de regio perfect in de verf. Onderweg zie je kleurrijke bossen, rijd je door hoge rotspartijen en tegen de top zijn er prachtige vergezichten.

De Pico Villuercas zal ook voor tijdsverschillen in het klassement gaan zorgen. De klim is 14,8 kilometer lang en heeft een stijgingspercentage van 6 procent gemiddeld. Tegen de top aan is het kilometers lang tussen de 13 en 16 procent, waardoor menig klassementsrenner al vroeg in de ronde kan gaan kraken.

De komende jaren kunnen we ons opmaken voor meer bezoekjes aan de regio, nu beklimmingen als de Pico Villuercas en de Alto de Piornal blijvertjes in het Vuelta-parcours zijn geworden. Welke beklimmingen de ASO nog meer uit de hoge hoed gaat toveren, is nu de vraag.