De Scott Foil van Annemiek van Vleuten
Foto's: Joris Knapen
maandag 22 april 2019 om 10:00

De Scott Foil van Annemiek van Vleuten

Hoogtestages, trainingskampen of diëten. Allemaal zinloos voor een wielrenner wanneer de basis niet goed is: de fiets. Een renner of renster kan zichzelf nog zo goed verzorgen en fysiek in opperbeste vorm verkeren, wanneer het materiaal niet in orde is, doet dat er allemaal niet toe. In de fiets van … vertelt een profrenner over zijn of haar materiaal. Vandaag: Annemiek van Vleuten.

Van Vleuten tijdens de Ronde van Vlaanderen – foto: Cor Vos

Een materiaalfreak? Nee, dat wil Annemiek van Vleuten zichzelf niet noemen. “Maar dat hoeft gelukkig ook niet bij deze ploeg. De mecaniciens bellen me vaak genoeg enthousiast op wanneer ze denken iets te hebben gevonden wat we moeten proberen.”

En dan test de renster van Mitchelton-Scott dat. Op de baan, tijdens de training en soms zelfs tijdens een wedstrijd. We spreken haar vlak voor Dwars door Vlaanderen, vier dagen voor de Ronde van Vlaanderen. “Vandaag wil ik graag nog eens met dezelfde bandendruk rijden als ik tijdens Vlaanderen ga doen. Ik vind het wel belangrijk om dat nog even goed te testen.” Hoeveel dat dan is? De renster van Mitchelton-Scott kijkt naar haar mecanicien. “6,6”, zegt hij over de druk in de Pirelli P-Zero 25 millimeter tubes op haar Scott Foil. “Net zoals tijdens de Strade Bianche (die ze won, red.).”

Over Alpen en kasseien
De Foil is genoemd. Van Vleuten rijdt eigenlijk altijd op het topmodel van de Zwitserse fabrikant Scott: of het nu over de kasseien van de Haaghoek of de Mortirolo in de Italiaanse Alpen gaat. De fiets wordt gecatalogeerd als aerobike, maar kan zich qua gewicht en comfort meten met klim- of allroundfietsen.

“Als tijdrijdster word ik heel blij van een aantal aerodynamische details op deze fiets”, zegt Van Vleuten. Ze wijst naar de achterrem die onder haar bracket zit. “De rem is hier aan de onderkant weggewerkt. Het hele frame is sowieso meer aerodynamisch dan een gewoon frame. De aerodynamische zadelpen spreekt me aan en ook het balhoofdstel is niet zoals je dat op een andere fiets zult vinden.”

Die zadelpen is normaal verstelbaar door een afdekkapje op de bovenbuis met een heel kleine inbussleutel los te draaien, waarna de echte verstelschroef aan de oppervlakte verschijnt. Die laatste schroef zit verborgen om de luchtstromen niet te verstoren. Speciaal voor de competitievere renners is dat eerste afdekkapje vervangen door een plastic kapje dat ook met de hand af te nemen is. Op die manier is het zadel ook tijdens de koers verstelbaar.

Lage achtervork
Vanwege haar korte bovenlichaam (ze is 1,68 centimeter lang, maar haar zadel staat op 72 centimeter), heeft Van Vleuten een compromis moeten sluiten: “Je ziet dat mijn teamgenotes allemaal met het Syncros aerostuur rijden dat bij de Foil hoort. In mijn maat is dat er helaas niet. Ik wil een zo smal mogelijk stuur (38 centimeter, red.) en heb verhoudingsgewijs lange benen en een kort bovenlichaam. Een aerostuur met de breedte die ik wil en een stuurpen die kort genoeg is voor mij (80 millimeter), bestaat helaas niet.”

Maar voor de tweevoudig wereldkampioene tijdrijden blijven er genoeg andere aerodynamische voordelen over. Zo werd er tijdens de ontwikkeling van de Foil onder meer rekening gehouden met de beweging van de rennersbenen. De lage achtervork is het resultaat van die windtunneltests.

Aero, gewicht en comfort
Ondanks al die aanpassingen voor aerodynamische winst, zit de Foil van Van Vleuten (maat XS) op het door de UCI minimum vereiste gewicht van 6,8 kilo. “Vaak moet je kiezen: of aerodynamica, of gewicht”, vertelt Van Vleuten. “Scott heeft het met de Foil heel goed gedaan door het gewicht zo laag te houden. Voor mij is dat heel belangrijk.”

Naast gewicht is comfort vaak een factor waarop aerobikes minder goed scoren. Ze zijn immers ontworpen om iedere geleverde watt om te zetten in snelheid. Dat Van Vleuten in de Strade Bianche, Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen met een aerobike van start gaat (en daar zelfs 1ste, 7de en 2de mee wordt), is dus niet zo vanzelfsprekend.

Maar met de Foil kan dat dus wel. De keuze tussen comfort en snelheid dringt zich met dat frame niet op voor de 36-jarige Wageningse. Scott bouwde een fiets die tot de vijf meest aerodynamische van de wereld behoort, maar verloor het comfort niet uit het oog. Dat zit met name in de achtervork, waar een dempend effect vanuit gaat. Het ultieme bewijs: Matthew Hayman won Parijs-Roubaix op een Foil.

Cassette- en bandenkeuzes
Van Vleuten rijdt de Foil dus een jaar lang en op alle terrein. Zelfs haar versnellingskeuze is consistent: “Ik rijd bijna altijd met een 36 binnenblad”, vertelt ze. “Nu in de klassiekers met een 39, maar ik heb achter een 30 als grootste tandje. Daar rijd ik het hele voorjaar mee. Ik vind het gewoon lekker om, bijvoorbeeld de eerste keer als we de Muur van Huy op moeten in de Waalse Pijl, zo’n kleine versnelling achter de hand te hebben.”

Het is iets wat ze heeft moeten leren, die versnellingskeuzes. “Ik kan me de eerste keer dat ik de Mortirolo op moest nog herinneren”, zegt ze. “De ploegleider zei dat ik dat wel gewoon met 39×25 aankon.” Lachend besluit ze de anekdote. Het moge duidelijk zijn dat ze sindsdien voor wat meer opties kiest.

Die brede cassettes van Van Vleuten horen bij de Shimano Dura-Ace DI2 onderdelengroep. Ook haar 40 millimeter hoge velgen zijn van Shimano: de 9100 series. Daarop liggen Pirelli P-Zero tubes van 25 millimeter.

“We hebben getest met banden van 28 millimeter, voor meer comfort in de bochten”, vertelt de mecanicien. “Maar we kregen achteraf te horen van de rensters dat ze eigenlijk geen verschil merkten. Daarom hebben we ervoor gekozen om nu altijd met 25 millimeter te rijden, ook in de Vlaamse klassiekers.”

Schijfremmen? Nog niet
Wat constant terugkomt in het gesprek met de Girowinnares van 2018: haar focus op de aerodynamica van haar fiets. Bijvoorbeeld wanneer we vragen naar haar mening over het twistpunt in het peloton van de laatste jaren: schijfremmen. Sommige vrouwenploegen zijn al helemaal om, Trek-Segafredo en Lotto-Soudal bijvoorbeeld, maar bij Mitchelton-Scott zijn alle fietsen nog voorzien van traditionele velgremmen.

“Als ik ooit op mijn tijdritfiets schijfremmen moet zetten, ga ik huilen”, klinkt het met een knipoog. “Daar zie ik totaal geen nut van in. Die ene afdaling kan ik prima met mijn gewone remmen aan, maar op het vlakke of bergop verlies ik een groot aerodynamisch voordeel.”

Voor Van Vleuten is de overstap naar schijfremmen voorlopig geen must, ook niet op haar gewone fiets. “Ik zie het voordeel nog niet”, zegt ze. “Aerodynamisch is het een nadeel, qua gewicht is het een nadeel en voorlopig ben ik nog in geen enkele afdaling door meiden voorbijgereden die wel schijfremmen hadden.” Al voegt ze daarna wel toe: “Op de mountainbike vind ik het wel fijn.”

Geen nood aan vrouwenframe
Naast schijfremmen, is er in het vrouwenwielrennen een andere ontwikkeling die opvalt: er is steeds meer aandacht voor specifieke noden van fietsende vrouwen. Sommige merken ontwikkelen zelfs aparte frames voor vrouwen. Scott probeerde dat ook, maar kreeg van zijn rensters te horen dat er eigenlijk helemaal geen vraag is naar een specifiek vrouwenframe.

Van Vleuten snapt dat wel: “Ik denk dat het goed is dat er aparte vrouwenframes komen, maar dan niet voor de wedstrijdmarkt. Wij willen gewoon zo sportief mogelijk op de fiets zitten. De focus van die vrouwenframes ligt vaak vooral op comfort, maar dat is voor mij niet nodig.”

De Foil is dus wat je noemt een genderneutraal frame. Al hebben alle fietsen van de Mitchelton-Scott vrouwenploeg wel specifieke Syncros vrouwenzadels. Scott zelf zegt dat het, nadat het ontdekte dat er eigenlijk geen nood is aan specifieke vrouwenframes, de focus voor vrouwen verlegd heeft naar de contactpunten en kleurstellingen.

Met dank aan Mitchelton-Scott
Voor iemand die zichzelf niet als een materiaalfreak beschouwt, kan de Mitchelton-Scott-renster toch een aardig mondje meepraten over de technische kant van haar sport. Van Vleuten: “Vroeger deed ik mijn kleren aan en begon ik te fietsen. Ik dacht niet na over welke wielen ik zou steken, voor welke bandendruk ik zou kiezen of welk verzet ik nodig zou hebben. Die interesse is bij mij met de jaren gekomen.”

Haar huidige ploeg heeft een belangrijke rol gespeeld in die interesse: “Er is hier veel aandacht voor het materiaal. Bij Rabobank was vaak maar een mecanicien mee en die was dan al blij wanneer alle fietsen in orde waren. Hier zijn er altijd twee, waardoor automatisch meer aandacht voor de details is.”

Details die ook worden bestudeerd tijdens de vele tests waar Van Vleuten als uithangbord van de vrouwenploeg bij betrokken wordt. “Die samenwerking is heel fijn. Het is leuk om samen verder die fietsen te ontwikkelen en de winst daarvan te zien in de wedstrijden.”

En juist dat laatste is voor de winnaar die Van Vleuten is het belangrijkst.

De Scott Foil van Annemiek van Vleuten
Frame: Scott Foil RB
Voorvork: Scott Foil HMX
Stuur: Syncros Creston SL
Remmen: Shimano Dura Ace R9110
Shifters: Shimano Dura-Ace Di2 ST-R9150
Derailleurs: Shimano Dura Ace R9150 (11speed)
Crankset: Shimano Dura-Ace FC-R9100-P
Pedalen Shimano Dura-Ace PD 9100
Wielen: Shimano Dura Ace 9100 (40 millimeter)
Banden: Pirelli P-Zero
Zadel: Syncros

Verantwoording:
Scott is mediapartner van WielerFlits en ondersteunt op deze manier ons platform. De keuze voor het onderwerp is gemaakt door WielerFlits en het artikel is geschreven door een van onze redacteuren.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.