Review: de Trek Madone SLR, een raszuiver racepaard
foto's: Joris Knapen
Ties Wijntjes
zaterdag 22 april 2023 om 13:45

Review: de Trek Madone SLR, een raszuiver racepaard

Materiaalzone Toen Trek vorig jaar de vernieuwde Madone SLR lanceerde, deden ze daarmee het nodige stof opwaaien. Met opvallende buisvormen had iedereen wat te zeggen over de looks van de nieuwe aero-racer. Maar, hoe presteert de Madone SLR los van het opvallende uiterlijk? WielerFlits onderwierp de opvallende racefiets aan een uitgebreide test.

Al jarenlang is de Madone een van de vlaggenschippen van Trek’s racefietsen. Met de bijzonder grote buizen is de fiets niet te missen in het peloton en de vorig jaar kort voor de Tour gelanceerde Madone SLR is daar geen uitzondering op. Al helemaal door de toevoeging van die zo opvallende IsoFlow-technologie. Dat nieuwe model was volgens Trek meer aerodynamisch, lichter én stijver dan zijn voorganger. Tijd om de proef op de som te nemen.

De statistieken zijn de Trek Madone SLR in elk geval gunstig gestemd: de fiets is bijna 300 gram lichter, 19 watt sneller en boekt bij een snelheid van 45 kilometer per uur maar liefst 60 seconden tijdswinst. Maar, dan hebben we het wel nog over de theorie natuurlijk. Een deel van die winst is te herleiden tot het opvallende IsoFlow-systeem, wat in feite bestaat uit een opening in het frame onder de zadelpen.

De totstandkoming van dat opmerkelijke design was de zoektocht naar verbeterde aerodynamica van het frame. Daarbij werd gefocust op het gebied rond de zadelbuis, omdat daar veel turbulentie ontstaat door het constante bewegen van benen rondom de verschillende framebuizen die bij elkaar komen.

IsoFlow moet erbij helpen om de luchtstroom daar efficiënter langs te geleiden. Dat zit als volgt: door de opening in de zadelbuis kan de luchtstroom die aan de bovenbuis kleeft makkelijker aan de achterzijde van de fiets ‘verdwijnen’. Er ontstaat zodoende minder turbulentie rondom de zadelbuis, omdat de luchtstroom daar dus niet tegen de zadelbuis botst.

Naast de verbeterde aerodynamica zou de IsoFlow-technologie ook voor enig extra comfort moeten zorgen door hobbels in het wegdek te dempen. Het frame zou onder de zadelpen enige buiging moeten bieden, waardoor slechte ondergrond minder ongemakkelijk aanvoelt. Het biedt minder demping dan de IsoSpeed-technologie die Trek ook gebruikt, maar de nieuwe IsoFlow-technologie is wel significant lichter.

Meer dan IsoFlow
IsoFlow is niet het enige nieuwe aan de fiets, om maar even een open deur in te trappen. Ten behoeve van de aerodynamica zijn ook de buisvormen onder de loep genomen en her en der gewijzigd. Zodoende heeft Trek de buizen Kammtail-vormen gegeven; de vorm van een afgestompte druppel. Enorm zijn de verschillen niet met zijn voorganger, maar het is wel zichtbaar dat op sommige plekken de buizen wat dikker zijn – gezien vanaf de zijkant – en op andere juist net wat dunner.

De grootste andere vernieuwing komt overigens van de nieuwe cockpit. Deze stuur-stuurpen combinatie levert vooral winst op omdat het door verbeterde ergonomie een meer aerodynamische positie oplevert.

Dat komt vooral omdat er een lichte flare (uiteenloping) in de beugels van het stuur is geïntroduceerd. Hierdoor is het stuur in de beugels drie centimeter breder dan op de remhendels. Dat wil zeggen: een 420 millimeter breed stuur is 420 millimeter breed in de beugels, maar ‘slechts’ 390 millimeter breed op de bovenzijde. Daarnaast heeft de nieuwe cockpit een vrij ondiepe stuurbocht.

Een laatste winst is geboekt door een nieuwe zadelpenklem – nagenoeg volledig verwerkt in het frame – en een nieuwe stuurpenkap. Zowel de stuurpen als zadelpen zijn zo fraai weggewerkt dat de bevestigingen daarvan amper tot niet zichtbaar zijn. Genoeg theorie, op naar de praktijk. Een fiets op papier is tenslotte weinig waard als het zijn belofte niet inlost op de weg.

Raszuiver racepaard
Mijn eerste ritje op de Trek Madone SLR is een gezapig koffieritje. De eerste meters zet ik een paar keer aan en voel ik gelijk hoe reactief de fiets is – maar verder blijft het in het eerste uur bij een ontspannen tempo, waar de Madone eigenlijk niet tot zijn recht komt. Mijn verwachtingen waren hoog en tijdens die eerste ontspannen kilometers voelt de fiets weinig bijzonder.

Dat gevoel verandert snel, als ik aan het einde van mijn rit besluit de Amsterdamsebrug stevig op te sprinten; het voelt gelijk alsof ik op een andere fiets rijd. De fiets doet wat ik hem opdraag, iedere omwenteling lijkt te worden omgezet in rechtlijnige snelheid, de fiets is ongelooflijk makkelijk onder controle te houden en het sprinten voelt ook écht snel. De toon is gezet.

Want, des te meer ik fiets op de Madone, des te meer ervaar ik dat dit een puur racepaard betreft. Ontspannen trappen op de Madone is leuk, maar dat is niet waar hij voor is gemaakt. Nee, de Madone komt tot zijn recht onder druk, onder hoge vermogens als de snelheid hoog ligt.

Een hoop daarvan is te herleiden naar de geometrie. Ik rijd op een framemaat 54 (de Madone is beschikbaar in de maten 47 tot en met 62) met een 90 millimeter lange stuurpen en een 420 millimeter breed stuur. Dat voelt in positieve zin als een bijzonder compacte fiets. Het is makkelijk om een agressieve houding aan te nemen, klein te maken en een aerodynamische houding aan te nemen. Belangrijker nog is dat het door de geometrie van de fiets ook makkelijk vast te houden is.

Brommeren op de Madone: heerlijk!

Diezelfde geometrie draagt ook bij aan fijn stuurgedrag. In het begin heb ik eerlijk gezegd niet vol vertrouwen op de Madone, maar dat komt door de banden – waarover later meer. Met de meters komt ook het vertrouwen en dan stuurt de Madone ongelooflijk fijn. Sleutelwoord daarin is controle. Op hoge snelheid door een bocht knallen gaat makkelijk, maar ontspannen door een bochtje bollen evengoed. Het is niet zo dat je bij iedere stuurbeweging direct de bocht invalt, wat op de juiste momenten ook weer wat ontspanning oplevert.

Op het scherpst van de snede
Ook het frame scoort op verschillende punten meer dan goed. Bij de eerste aanzet is de stijfheid van het frame gelijk merkbaar, terwijl je eenmaal op snelheid ook makkelijk snelheid vasthoudt; de buisvormen en IsoFlow lijken echt hun werk te doen op het gebied van de aerodynamica. Het bepalen van aerodynamica blijft gissen en gevoelswerk, maar tijdens lange inspanningen op het vlakke voelt de Madone echt rap en lijkt snelheid makkelijk te komen.

Echter, het allerleukste op de Madone is een sprint op hoge snelheid. Niet alleen omdat de fiets stijf en snel is, maar vooral vanwege de ongekende controle die het stuur in de combinatie van het stuur en het frame biedt. Waar veel agressieve racers in een sprint behoorlijk druistig reageren op wilde stuurbewegingen, doet de Madone maar één ding: rechtdoor gaan, en wel zo snel mogelijk. De controle van de fiets op hoge intensiteit is bewonderenswaardig groot.

Ook ben ik verrast door de comfort, wat betrekkelijk goed is. Laat duidelijk zijn dat een fiets met stijfheid van dit kaliber nooit super comfortabel gaat zijn, maar met dat kader in gedachten scoort de Madone nog altijd best goed op comfort. Ja, je voelt het wegdek waar je op rijd behoorlijk goed, maar het wordt nergens ongemakkelijk.

Zelfs op kasseien rijdt de Madone niet onaangenaam en maakt de controle die de fiets geeft zelfs een hoop goed. Zeker in de beugels geldt dat, want die bieden net dat beetje flex wat niet tot krachtverlies lijkt te leiden maar wel dat beetje extra comfort kan opleveren wat soms even nodig is.

Ook klimmen doet de Madone meer dan behoorlijk

Wat wel gezegd mag worden, is dat de fiets redelijk vatbaar is voor stevige zijwind, al mag dat geen verrassing zijn gezien het brede profiel van de framebuizen en de 51 millimeter diepe wielen. Buitensporig is dat overigens niet, want ik heb geen enkele keer het gevoel gehad dat ik de controle over de fiets aan het kwijtraken was.

Op het geheel heb ik eigenlijk maar één opmerking en dat is de keuze voor de Bontrager R3 buitenbanden. In droge omstandigheden is dit onmiskenbaar een snel rollende band met genoeg controle om hard door bochten te rijden, maar vanaf de eerste druppel regen wordt het glibberen en glijden. Meermaals voel ik mijn achterwiel wegglijden – ook bij vrij laffe bochten. Niet het einde van de wereld, want die bandjes vervang je zo, maar wel zonde bij een fiets met een dergelijke prijs. Zeker omdat de Madone SLR er niet altijd helemaal door uit de verf komt. Afin, als dat de enige klacht is, hebben we overduidelijk te maken met een meer dan goede fiets.

Het blijft lastig om de winst die op papier wordt beschreven met zekerheid te verifiëren, maar wat ik na anderhalve maand fietsen op de Trek Madone SLR wel met zekerheid kan zeggen, is dat dit een uitermate goed presterende racefiets is. De Trek Madone heb je niet nodig voor alledaagse ritjes maar is wel de ideale compagnon als je het maximale uit je fiets wil halen en graag snel gaat.

Want, snel gaan is waar de Madone in uitblinkt. Sprinten, klimmen of met tegenwind door de polder beuken; hij kan het stuk voor stuk. Dat gaat amper ten koste van comfort en gaat zelfs hand in hand met bijzonder gecontroleerd stuurgedrag. Die vele kwaliteiten zie je ook terug in het prijskaartje, want het model Madone SLR wat ik testte – afgemonteerd met Bontrager Aelous Pro 51 wielen en Shimano Ultegra Di2 – kost maar liefst €10.999,-. Een meer dan flinke prijs, maar daar krijg je wel een fenomenale fiets voor.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.