De Belgische vrouwenachtervolgingsploeg zien we deze zomer niet in actie tijdens de Olympische Spelen in Tokio. Op het WK Piste in Berlijn moest de ploeg voor Frankrijk finishen, maar de missie strandde in de kwalificatie. België werd nipt achter de Franse tegenstandsters tiende.

België startte vanmiddag als derde in de kwalificatie van de ploegenachtervolging, net na de Wit-Russische en Ierse vrouwen. Daarin realiseerden Jolien D’Hoore, Lotto Kopecky, Shari Bossuyt en Gilke Croket een tijd van 4:21,700, meer dan een seconde boven de nationale recordtijd die drie maanden geleden in Hongkong werd neergezet.

Toen was het afwachten wat met name Frankrijk ging doen. De opdracht voor Berlijn was namelijk vóór de Franse vrouwen, die op de olympische ranglijst dertig punten achter stonden, eindigen. In de startvolgorde volgde Frankrijk in de derde rit na België. In de tussentijd had Polen een tragere tijd dan de Belgische vrouwen geklokt, maar Groot-Brittannië was dan weer sneller.

0,283 seconden
De Franse vrouwen Clara Copponi, Coralie Demay, Valentine Fortin en Marie le Net waren meteen sneller dan België in de eerste duizend meter en die voorsprong gaven ze niet meer af. Resultaat van hun inspanningen: 4:21,417. Daarmee waren zij 0,283 seconde sneller dan de Belgische vrouwen, die dan alleen nog konden hopen dat andere landen fouten maakten.

Zouden Frankrijk en België immers bij de beste acht ploegen eindigen, zouden ze morgen weer aan de bak mogen. De toplanden begingen geen misstappen, waardoor Frankrijk en België negen en tien in de kwalificatie werden. Dat volstond voor Frankrijk vrouwen om voorbij te gaan aan de Belgische vrouwen, die daarmee op slechts twee tienden olympische kwalificatie misliepen.