Contador over de rivaliteit met Armstrong in de Tour 2009: “Don’t fuck with me, zei hij”
© Cor Vos
vrijdag 10 april 2020 om 18:08

Contador over de rivaliteit met Armstrong in de Tour 2009: “Don’t fuck with me, zei hij”

Alberto Contador is nog eens teruggekomen op de legendarische ‘oorlog’ die hij voerde met Lance Armstrong in de Ronde van Frankrijk van 2009. Contador won de Tour, ook al eiste Armstrong bij zijn comeback het (mede-)kopmanschap op bij Astana.


Het was in een gesprek met de Spaanse YouTuber Valentí Sanjuan dat Contador best gedetailleerd terugblikte op de bewuste Tour de France.  “Een Tour die begon met veel controverse binnen de ploeg”, slaat de Spanjaard een open deur in. “Dé vraag: wie was kopman bij Astana. Lance of ik? Er hing een enorme spanning in de lucht. Ook tijdens het avondeten. Het hele team, zowel renners als staf, leed eronder.”

Lance Armstrong maakte in 2009 zijn comeback in het peloton. Bij Astana en – uiteraard – ploegleider Johan Bruyneel. Maar het Kazachse team had ook Alberto Contador, Tourwinnaar van 2007, in de rangen. De rivaliteit was zwaar. “Armstrong viel me al snel aan op Twitter: ‘Veel talent, maar te jong. Hij moet nog veel leren.’ Zulke boodschappen stuurde hij de wereld in”, vertelt Contador.

Broederlijk naast elkaar bij de presentatie in Monaco – ©Cor Vos

De rivaliteit groeide naar een climax in de aanloop naar de Tour de France. “Een dag voor de openingstijdrit in Monaco, ging ik met Lance praten in zijn kamer. ‘Voor mij is het beter dat jij de Tour wint’, zei hij. Maar een paar minuten later stuurde hij een tweet de wereld in: ‘Morgen zullen we zien wie de de leider is.”

Waaiers in rit vijf
“Ik was de betere in die openingstijdrit. Toen er in de vijfde rit wat wind stond, ging ik praten met George Hincapie. ‘We gaan proberen om breuken in het peloton te krijgen’, zei hij. Dat gebeurde, maar ik zat in een tweede pelotonnetje. Lance zat in de kopgroep. De ploeg bleef vol op kop rijden, terwijl ik nochtans verondersteld was kopman te zijn. Voorbij de finish moest mijn broer (en woordvoerder, red) me aanmanen tot kalmte. ‘De radioverbinding was stuk’, klonk het in de teambus. Ik had veertig seconden verloren. Nu was hij de virtuele kopman.”

Rit negen: Andorra
“Eindelijk bergen. Mijn geliefd terrein. Maar tijdens de briefing de avond voor de rit werd gevraagd om het rustig aan te doen. ‘Laten we bij elkaar blijven en op de klim gewoon tempo rijden.’ Ik lag te piekeren in bed. Ik heb zo lang gewacht op de bergen om de koers te laten ontploffen en nu moet ik de benen stilhouden…”

“Tijdens de rit stak Cadel Evans het vuur aan de lont. Even later ging ook Jurgen Van den Broeck. Dit is mijn kans, redeneerde ik. Ik viel aan, reed de twee voorbije en kwam solo aan. Ik was weer de beste van de ploeg in het algemene klassement. De spanning op de teambus was enorm.”

Een beeld op de Mont Ventoux – © Cor Vos

“De volgende ochtend in de teambus vertelde Johan (Bruyneel, red) dat de dingen niet gingen zoals gepland. Hij vroeg of iemand iets te zeggen had. Lance stak zijn hand op. Dat ik de tactiek niet had gerespecteerd, zei hij. Ik reageerde: ‘Als je respect wilt, moet je het eerst zelf tonen. Je hebt me sinds het begin van het jaar in de steek gelaten, net als de rest van het team’. Waarop hij reageerde: ‘Oké, Pistolero.’ Er viel een stilte… ”

“Don’t fuck with me”
“Niemand sprak nog. Geen ploegleiders, geen renners. Tot uiteindelijk iemand de deur opende en iedereen uitstapte. Alleen Lance en ik bleven over. Daarop nam hij me mee naar het achterste gedeelte van de bus. Een ruimte die vroeger door iedereen werd gedeeld, maar sinds Lance’s comeback voor hem alleen was. ‘Don’t fuck with me’, zei hij. De spanning werd daarna alleen maar groter.”

“Ach, al het hele jaar viel hij me aan op Twitter. Als hij dacht dat die dingen me van de wijs zouden brengen, had hij het fout. Elke keer hij zoiets zei, motiveerde me dat meer dan ooit. Ik vertrouwde erop dat, als mijn fiets altijd in de buurt van mijn vaste mecanicien bleef, er goed voor mijn eten gezorgd werd en het dus alleen van mijn benen afhing, het in mijn voordeel zou uitdraaien.”

Het podium in Parijs – © Cor Vos

Het draaide uiteindelijk goed uit. Contador was in deze Tour oppermachtig in de bergen en pakte zijn tweede Tourzege met vier minuten voorsprong op Andy Schleck, de nummer twee. Armstrong mocht als derde – op ruim vijf minuten – mee op het podium. Het was Contador’s laatste Tourzege. Een jaar later testte hij positief op clenbuterol, wat hem de Tour van 2010 kostte. En Armstrong, die verliet Astana en richtten met Bruyneel Team Radioshack op.  Die derde plaats van 2009 speelde hij na zijn dopingbiecht in 2013 overigens nog kwijt, net als zijn zeven zeges.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.