Geloof het of niet, maar het einde van de carrière van Alejandro Valverde is nabij. Dat hij door de degradatiestrijd van Movistar het WK wielrennen moet missen, vindt hij ‘een beetje jammer’. “Maar als alles goed gaat, zou ik graag in de Ronde van Lombardije afsluiten”, vertelt Valverde, die momenteel koerst in de Vuelta, in een interview aan AS.
Dat betekent dat op zaterdag 8 oktober El Imbatido een punt gaat zetten achter zijn loopbaan die in 2002 begon bij Kelme. “Dit is echt het jaar dat ik ga stoppen”, benadrukt de inmiddels 42-jarige Valverde. “Nog een jaar doorgaan? Daar heb ik niet over nagedacht en dat zal ook niet gebeuren. Nu is een goed moment om te stoppen.”
Wel had de kopman van Movistar graag het WK wielrennen gereden in Australië, maar zijn ploeg laat hem niet gaan omdat hij elders UCI-punten moet scoren in de strijd tegen degradatie uit de WorldTour. “Een beetje jammer, maar het is de waarheid. Het WK is een wedstrijd die altijd heel belangrijk voor mij is geweest. Ik heb een keer gewonnen en in totaal zeven medailles. Maar ik ben er zeker van dat de bond goede renners zal vinden die het goed gaan doen op het WK”, reageert hij.
“Maar Movistar zal altijd een WorldTeam zijn, of de ploeg nu wel of niet in die categorie valt. Als God het wil, blijft de ploeg in de WorldTour”, aldus Valverde.
‘Ik heb veel meer bereikt dan verwacht’
Over zijn loopbaan is Valverde uiterst tevreden. Hij won het WK, vier keer Luik-Bastenaken-Luik, vijf keer de Waalse Pijl, de Vuelta a España, vier Touretappes, twaalf Vueltaritten en nog veel meer. “Als ik realistisch ben, mis ik niets. Er zijn altijd grotere uitdagingen, maar ik heb veel meer bereikt dan ik had verwacht toen ik begon. En ik heb er echt van genoten”, blikt hij terug.
“Het WK dat ik won in 2018, dat was heel bijzonder”, gaat Valverde verder. “Het fietsen is de moeite en alle opofferingen meer dan waard geweest. We hebben genoten, met familie, kinderen, vrienden. Wat ik volgend jaar ga doen bij Movistar, dat weet ik nog niet. We moeten nog met de ploeg gaan zitten en daar naar kijken. Iedereen die de ploeg kan versterken, is welkom.”