Alicia Franck beste Belgische in Amerikaanse WB-crossen: “Ik ben beter dan vorig jaar”
foto: Cor Vos
zondag 17 oktober 2021 om 19:55

Alicia Franck beste Belgische in Amerikaanse WB-crossen: “Ik ben beter dan vorig jaar”

Interview Alicia Franck finishte in de afgelopen twee Wereldbekers veldrijden in Waterloo en Fayetteville als vijftiende en zeventiende. “Snelle crossen waar het op het scherpst van de snee is zoals in Waterloo, dat doe ik graag”, zegt de 26-jarige veldrijdster van Proximus – Alphamotorhomes – Dotcini.

Franck is al langer een vaste waarde in de top twintig van het veldritgebeuren. Ook in de eerste twee wereldbekercrossen van het seizoen eindigde ze tussen grote namen als Fem van Empel en Sanne Cant. “De voorbereiding op het seizoen is heel de zomer goed gegaan”, steekt Franck van wal. Ik denk dat ik over mijn niveau niet mag klagen. Het is de bedoeling om te groeien in het seizoen. Als ik zie hoe het nu gaat, heb ik er vertrouwen in dat dat zal lukken. Ik heb het gevoel dat ik beter ben dan vorig jaar.”

Constant niveau
Het verschil tussen de wedstrijden in Waterloo en Fayetteville was groot. Franck reed wel twee keer naar zowat hetzelfde resultaat. Eerst vijftiende, dan zeventiende, tussen de brede subtop. “Waterloo was een heel snelle cross”, zegt Franck. “Ook technischer dan Fayetteville. Met een paar bochtenzones en een schuine kant. Maar het parcours lag er heel goed bij. Het lag droog, maar niet stoffig, dus je had veel grip. Ik startte goed, maar viel in de tweede ronde wel wat terug. Dan kwam ik in groepjes terecht en kon ik toch strijden voor top 15-plaats. In de finale viel een Italiaanse renster net voor mij. Ze reed haar tube eraf. Daardoor was Fem van Empel weg voor de veertiende plaats, maar ik was achteraf toch tevreden dat ik tussen de grote namen vijftiende kon worden. Dat motiveerde me.”

“Fayetteville woensdag was helemaal anders. Tijdens de verkenning was het nog kurkdroog en leek het een cross te worden waar weinig verschil kon worden gemaakt. Tot het plots heel hard begon te regenen. Het parcours veranderde volledig. Het werd stoempen van begin tot einde, wat me wat minder lag. Maar uiteindelijk vind ik dat ik het er toch goed van heb afgebracht. Dat ik maar twee plaatsen minder goed doe in de tweede cross duidt toch op mijn constante niveau.”

Foto: Cor Vos

Mount Krumpit
Vanavond gaan de vrouwen om 22.45 uur Nederlandse tijd van start in Iowa, de derde en laatste wereldbekermanche in Amerika. “In Iowa wordt het parcours nog iets anders”, zegt Franck. “Het leunt dichter aan bij Waterloo, maar het wordt nog iets meer klimmen en zal iets lastiger zijn. Op de Mount Krumpit zal het net wel of net niet bovenrijden worden. Als ik kijk naar de vorige jaren, werd het meestal te voet naar boven lopen. Dat is wel een heel zwaar punt in het parcours.”

Door de sterkte in de breedte van het vrouwenpeloton zit er niet veel ruimte tussen de top tien en top vijftien. Mikt Franck dan stiekem op top tien in Iowa? “Natuurlijk wil ik graag top tien rijden, iedereen wil dat, maar alles moet daarvoor goed zitten. Ik werk daar hard voor. We zullen zien wat eruit komt. Iowa is een parcours dat mij wel ligt. Sowieso rij ik zoals altijd om er zoveel mogelijk uit te halen.”

Dorpsgenoot van Florian Vermeersch
In de eerste twee wereldbekers rolde Franck als eerste Belgische over de finish. Zelf vindt ze dat maar een bijkomstigheid. “Of ik nu als eerste Belgische eindig of niet, dat vind ik in een wereldbeker niet zo belangrijk. Dat is alleen van tel op het Belgisch kampioenschap en dat is nog veraf. Ik probeer me daar nu ook niet te druk in te maken. Naar dat BK piek ik ook niet, ik piek meer naar de nieuwjaarsperiode, waar die kampioenschappen ook wel deel van uitmaken. Natuurlijk wil ik ooit Belgisch kampioen worden. Of dat nu dit jaar of volgend jaar is, mijn tijd komt wel. Ik focus me meer om mijn niveau te verbeteren, dan denk ik dat die titels ooit wel zullen komen.”

Foto: Cor Vos

Net als ex-veldrijder Florian Vermeersch komt Franck uit Lochristi. Een gemeente waar de sport leeft. “Florian is inderdaad een dorpsgenoot van mij. We merken wel dat de mensen meeleven met mij en Florian, het leeft in Lochristi. Dat is heel leuk. Als ik zelf in de buurt van waar ik woon, ga trainen is dat vooral waar het crossparcours in Lokeren is. Of aan de kanten van Wachtebeke en Zelzate in de bossen. Maar bij ons is er niet heel veel mogelijkheid om in het bos te trainen. Meestal neem ik wel de auto naar een mooier bos. En op woensdag is er vaak crosstraining met Sven Vanthourenhout. Ofwel in Herentals, ofwel ergens in West-Vlaanderen.”

Gelijk prijzengeld
Franck is fulltime prof. Ze kan dus volledig focussen op haar sport. In het veldrijden is het prijzengeld ondertussen gelijkgesteld aan dat van de mannen, sinds dit jaar is dat ook zo in Wereldbekers. “Uiteraard een goede evolutie”, zegt Franck. “Maar volgens mij is de ontwikkeling van de vrouwensport niet zozeer afhankelijk van dat prijzengeld, maar is een minimumloon belangrijker. Zo geef je vrouwen meer de kans om voor hun sport te leven. Want dat prijzengeld gaat opnieuw vooral naar de beste vrouwen, die sowieso al een mooi loon hebben.”

Opvallend in het veldrijden is dat de sport gedomineerd wordt door de Nederlandse vrouwen. Waar bij de mannen acht renners uit de top tien Belgen waren, hadden negen van de beste veertien vrouwen de Nederlandse nationaliteit. Hoe kan België op het vlak van de vrouwensport de inhaalbeweging maken? “Nederland heeft een andere topsportcultuur. Daar stimuleren ze meisjes ook in de niet typische damessporten. Zij oogsten de vruchten van hun jeugdwerking”, zegt Franck.

“We hebben een achterstand, maar toch gaat het nu in België ook de goede kant op met de vrouwensport. Het is beter dan toen ik tien of vijftien jaar geleden begon met fietsen. Toen was ik als meisje in de minderheid en werd er eigenlijk niet echt naar gekeken. Nu is de volledige vrouwencross ook al een vijftal jaar te zien op televisie. En ook zijn er vanuit Belgian Cycling en Cycling Vlaanderen veel projecten om meisjes op de fiets te krijgen en te ondersteunen. Ik denk zeker dat het de goede kant op gaat, maar dat heeft een aantal jaar nodig vooraleer er ook talenten uit voortkomt.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.