Alpecin-Deceuninck moest niet gerustgesteld worden over niveau Mathieu van der Poel
Interview In de Ename Samyn Classic bouwde Alpecin-Deceuninck gewoon voort op het positieve verhaal dat de ploeg ook al in het Vlaamse Openingsweekend had geschreven. Al was dat ook geen verrassing. In de Waalse seizoensopener konden de troepen van Christoph Roodhooft in laatste instantie alsnog rekenen op de diensten van Mathieu van der Poel, die zich onderweg wel met enkele korte speldenprikjes toonde, maar het werk op de lastige finish in Dour in de groepssprint afrondde.
Je zou kunnen stellen dat Van der Poel de dag zo op een redelijk economische manier doorkwam, maar Roodhooft legt aan onze microfoon uit dat die aanpak logisch was. “De wind blies aan amper vijf kilometer per uur en de langste kasseistroken zijn in Samyn nog geen anderhalve kilometer lang. Dan weet je dat het heel moeilijk is om iemand eraf te rijden. We hebben de koers goed aangepakt en zijn tevreden. De ploeg was in orde, en Mathieu ook.”
En dus ging zijn vizier al snel op de sprint?
“Ik had nog even het idee dat het op dat laatste strookje zou gebeuren, toen ik hem zag opschuiven. Het was van daar niet heel ver meer naar de aankomst. Maar uiteindelijk denk ik dat dit de veiligste optie was om de koers te winnen.”

Van der Poel op het podium in Dour – foto: Cor Vos
Was je onder de indruk van zijn eindspurt, waarin hij de tegenstand zelfs geen kans gaf?
“Het was een typische sprint voor Mathieu, waarbij hij in twee of drie keer versnelde en die inspanning ook kon volhouden. Hij begon van op kop te sprinten, zonder echt te worden gepiloteerd. Hij koos gewoon zijn moment en versnelde op zichzelf.”
Nochtans is zo’n groepssprint rijden niet iets wat je hem tien keer op een seizoen ziet doen.
“Dat is misschien bewust. Maar in groepssprints heb je veel gradaties. Het was een moeilijke aankomst en een lastige finale, dan zit iedereen heel snel op zijn plaats en zal je het tempo niet snel zien stokken. Eens je dan voorin zit, is het niet gemakkelijk om je positie kwijt te geraken. En zeker voor hem, omdat de meeste renners zijn wiel kiezen.”
Voor de start sprak Mathieu al vol vertrouwen. Moeten jullie dan helemaal niet meer worden gerustgesteld over zijn vorm bij zo’n eerste wedstrijd van het seizoen?
“We weten vandaag de dag wel wat onze coureurs moeten kunnen als ze beginnen te koersen. En daarbij: Mathieu van der Poel is dertig jaar en heeft toch al een stevige erelijst. Die zegt voor de start gewoon zoals het is, als hij zich goed voelt.”

Van der Poel zette de sprint naar zijn hand in Dour – foto: Cor Vos
Was het dan toch niet jammer dat hij het Openingsweekend niet kon meepikken?
“Ik vind niet dat ons plan van wit naar zwart is veranderd, het was geen drastische omgooi door Le Samyn mee te pikken. En dat was het Openingsweekend wel geweest. Deze wedstrijd viel juist goed. Het is op dit moment beter om in België te zijn dan in de regen in Spanje, en dan is het te gek om deze koers te laten liggen. Mocht het weer in Spanje niet veranderd zijn, dan was de planning ook niet gewijzigd. Hij zou vandaag in ieder geval met de fiets gereden hebben, en dan liever in zo’n koers.”
“Bovendien ben ik fan van dit soort koersen voor hem, ik ben altijd blij als hij daar aan wil deelnemen. Dit is niet het allerhoogste niveau, maar het wakkert wel dat speelse aan. Kunnen koersen en mogen verliezen, vind ik een mooie zaak.”
Met welke insteek trekt Mathieu nu naar Tirreno-Adriatico?
“Koersen. Niet louter als voorbereiding, maar een beetje zoals we de grote rondes benaderen. Kansen pakken wanneer ze er zijn, en op dagen dat die er niet zijn op een economische manier rondrijden. We moeten kijken naar binnen twee à drie weken, en niet naar Tirreno-Adriatico specifiek. Als er zich een kans aandoet, gaan we die niet laten schieten. Maar we gaan niet van een halve kans een hele proberen maken, tegen beter weten in.”

Om te reageren moet je ingelogd zijn.