Interview Zondag staat met de GP Monseré de eerste wedstrijd van de Bingoal Cycling Cup op het menu. Eén van de ploegen die zich wil tonen, is Sport Vlaanderen-Baloise. Onder meer Amaury Capiot is tuk op een knalprestatie. “De komende drie weken zijn voor ons heel belangrijk”, aldus de Limburger. 

Amaury Capiot (zoon van ex-prof Johan) is aan zijn vijfde jaar als beroepsrenner toe. Vanaf 2015 rijdt hij in dienst van Sport Vlaanderen-Baloise. Maar eigenlijk hoopte de snelle Limburger al op een overstap naar de WorldTour.

“En dat had gekund”, vertelt ploegleider Hans De Clercq aan WielerFlits. “Vorig jaar was Amaury uitstekend aan het seizoen begonnen, met onder meer een knappe tweede plaats in Nokere Koerse. Ook in de Ster van Bessèges en Brugge-De Panne haalde hij vlotjes de top tien.  Vijf teams, waaronder een aantal uit de WorldTour, volgden hem. Maar een heupbreuk (in de Ronde van België, red) gooide roet in het eten.”

Drie belangrijke weken
De Clercq vindt nochtans dat Capiot zijn plaats heeft in een topteam. “Hij is geen topsprinter, maar als lead-out kan hij van waarde zijn. En hij kan een hellinkje over. Ik weet dat hij dit jaar opnieuw gevolgd wordt door een aantal ploegen. Aan hem om zich te bewijzen. En daar zijn de komende drie weken ideaal voor. Te beginnen met de GP Monseré, zondag. Maar ook in de Ronde van Drenthe, Nokere Koerse, de GP Denain, Brugge-De Panne, noem maar op.”

Capiot zelf is dezelfde mening toegedaan. “Topsport Vlaanderen-Baloise kan zich niet permitteren om te zeggen dat de Ronde van Vlaanderen het grote doel is. In die topklassiekers komen we te kort”, klinkt het realistisch. “Dus moeten we de komende weken proberen te oogsten. Elke wedstrijd waar we aan de start komen, willen we de finale rijden.”

Oliver Naesen
De 25-jarige Capiot gelooft dat hij opnieuw een stap vooruit heeft gezet en hoopt zo snel mogelijk toch die stap hogerop te zetten. “Ik ben begonnen aan mijn vijfde profjaar, maar eigenlijk moet je daar door allerhande blessures anderhalf jaar aftrekken. Maar ik denk dat ik in een WorldTourteam een meerwaarde kan zijn. In de topklassiekers moet ik in staat zijn om de kopmannen te helpen tot diep in de finale. In sprints kan ik dan weer mijn plaats hebben als lead-out. En dan weet je nooit waar je binnen twee, drie jaar staat.” Capiot refereert naar Oliver Naesen. “Die is ook laat beginnen koersen en geraakte via Sport Vlaanderen naar de WorldTour. Ondertussen is hij een van de toppers.”