Arvid de Kleijn ontpopt zich tot topsprinter: “Heb die hoop altijd gehad”
Video Arvid de Kleijn mag zich anno 2024 voor het eerst een topsprinter noemen. In de AlUla Tour en UAE Tour waren de voortekenen al goed, maar dankzij zijn overwinning van vorige week in Parijs-Nice zette De Kleijn de stap naar de top. WielerFlits bracht hem voor de camera bij de start van de Brugge-De Panne Classic.
Wat heeft die overwinning in Parijs-Nice voor jou veranderd, Arvid?
“Voor mij niet zo heel veel, ik blijf gewoon dezelfde Arvid. Ook binnen het team blijft het gewoon hetzelfde. Je krijgt iets meer media-aandacht, je wordt iets vaker genoemd in de voorbeschouwingen. Wat ook terecht is. Voor de rest verandert er niet zo veel.”
Binnen de ploeg hoorden we stemmen over het ‘plan Arvid De Kleijn’. Hoelang is dat al aan de gang?
“In mijn hoofd is dat al enkele jaren aan de gang. Maar vorig jaar heeft dat voor het eerst een beetje vorm gekregen bij het team. Zeker omdat Michael Zijlaard, Rick Pluimers en Sebastian Changizi een ploeg rondom mij vormen en echt zorgen voor vastigheid. We willen die stappen zetten met z’n vieren. Er is wel echt iets gaande, een soort sprintprojectje. Het is mooi dat het nu zijn vruchten afwerpt.”
Hoe zijn ze bij jou terechtgekomen? Voor je bij Tudor kwam, was je – met alle respect – immers geen topsprinter.
“Nee, zeker niet. Ik reed altijd bij kleinere ploegjes, en dan kon ik één tot twee keer per jaar winnen. Ik reed best wel prima vermogens in sprints, dat hebben ze toen bij de ploeg gezien. Ze wisten dat ik altijd veel zelf moest oplossen, maar zelfs daarmee kon ik mijn uitslagen rijden. Daarop ontstond bij hen de gedachte: als we die jongen eens iemand geven die hem kan brengen, dan zou het weleens kunnen zijn dat we iets met hem kunnen. Dat blijkt zo te zijn.”
Had je dat zelf ooit voor mogelijk gehouden? Als je op continentaal niveau rondrijdt en de Sluitingsprijs Putte-Kapellen wint, dan denk je niet meteen aan Parijs-Nice, denk ik?
“Nee. Maar je moet altijd blijven dromen, en dit was altijd wel iets waar ik van dacht dat het mogelijk zou kúnnen zijn, dat ik daartoe in staat zou kúnnen zijn. Maar dan wel met jongens die me kunnen brengen. Uiteindelijk is dat zo ook gebleken.”
Je bent nu bijna dertig. Heb je dan het gevoel dat je jaren in je carrière hebt weggegooid?
“Dat is een goede vraag. Nou, niet jaren weggegooid, maar ik heb wel wat vertraging opgelopen. Ik zet nog steeds stappen. Ik denk dat er nog steeds rek op zit. Bij Tudor ben ik voor het eerst met voeding en andere kleine dingen bezig. Ook fysiek groei ik nog steeds. Ik ben stappen aan het zetten in mijn sprint, ook mijn motor wordt groter. Het is wel mooi om te zien dat zoiets nog kan op latere leeftijd.”
Je hebt nog altijd geen grote ronde gereden.
“Dat kan natuurlijk een volgend ding zijn waarmee ik nog een stap zou kunnen zetten. Maar dan moet de timing juist zijn. De Giro rijden we met de ploeg, maar Alberto Dainese is degene die daar zijn kans krijgt. Dat is in de winter al besproken. Ik ga Parijs-Nice doen, hij Tirreno-Adriatico.”
“Hij is een beetje aan het kwakkelen op dit moment, maar ik heb positieve verhalen gehoord dat hij aan het terugkomen is en weer in orde zal zijn voor goede uitslagen. Daar verandert mijn zege in Parijs-Nice weinig aan, ook binnen de ploeg heb ik nog altijd dezelfde rol.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.