Bauke Mollema wint Trofeo Laigueglia, Vansevenant maakt indruk
Bauke Mollema heeft de Trofeo Laigueglia op zijn naam geschreven. Op zestien kilometer van de streep reed de Nederlander weg uit een elitegroepje en dat bleek het perfecte moment. Hij wist vervolgens solo stand te houden tot aan de finish. Egan Bernal klopte nipt Mauri Vansevenant in de strijd om de tweede plaats.
De Trofeo Laigueglia was dit seizoen aan alweer haar 58e editie toe. De eendagswedstrijd aan de Ligurische kust, die de opening van het Italiaanse wielerseizoen markeert, kon rekenen op een erg sterk deelnemersveld. Waar vorig jaar AG2R La Mondiale het enige WorldTeam aan de start was, stonden nu liefst tien ploegen van het hoogste niveau aan het vertrek. Onder meer Tourwinnaars Egan Bernal en Vincenzo Nibali speldden een nummer op, net als Mikel Landa en Pello Bilbao, die voor het eerst dit seizoen in actie kwamen, Thibaut Pinot, Nairo Quintana, Bauke Mollema en de winnaars van de Omloop en de Drôme Classic, Davide Ballerini en Andrea Bagioli.
Ook maakte Davide Rebellin – 49 jaar – zijn debuut voor het continentale Work Service-Marchiol. Een andere continentale ploeg, Giotti Victoria-Savini Due, liet de koers dan weer op het laatste moment aan zich voorbijgaan na een coronageval in het team. Rond de klok van elf werd op de Via Aurelia het startsein gegeven. Al snel ontstond een vlucht van een dozijn renners. Dertigers Nicolas Edet en John Archibald sloegen de handen ineen met de twintigers Nikita Stalnov, Mattia Bais, Mulu Hailemichael, Unai Cuadrado, Veljko Stojnić, Alessandro Iacchi, Niccolò Salvietti en Juri Hollmann. Met Mathias Vacek en Davide Persico waren er ook twee tieners mee.
Trek-Segafredo en INEOS bepalen in het peloton het tempo
Aan de voet van de eerste klim, de Cima Paravenna na zestig kilometer, was de voorsprong van de twaalf vluchters opgelopen tot vier minuten. Daarachter bepaalden Trek-Segafredo, dat naast Nibali en Mollema ook Giulio Ciccone en Gianluca Brambilla (winnaar van de Tour du Var) aan de start had, en INEOS Grenadiers het tempo. Het verschil schommelde vervolgens lange tijd tussen de tweeënhalve en drieënhalve minuut. Op de tweede klim, de Testico na 115 kilometer, moesten de enige continentale renners vooraan, Salvietti (Mg.k Vis VPM) en Persico (Colpack Ballan) hun medevluchters laten gaan.
In aanloop naar de vier plaatselijke ronden rond Laigueglia, van elk 10,8 kilometer met steeds de beklimmingen van de Colla Micheri en de Capo Mele als scherprechters, begon het peloton dan het tempo op te voeren, waardoor het verschil terugliep. Eenmaal op de plaatselijke ronde viel de kopgroep uit elkaar. Op de eerste beklimming van de Colla Micheri bleken Edet, Hollmann en Bais de sterkste renners vooraan en zij vonden elkaar in de afdaling. Ook in het peloton ontbrandde de koers door toedoen van Landa. De Spanjaard reed even vooruit, maar zakte weer terug omdat hij geen hulp van achteruit kreeg.
Een volgende aanval liet niet lang op zich wachten, want op de Capo Mele testte Ciccone eens de benen. Bernal sprong mee, waarna de Italiaan de pedalen weer stilhield. Landa schudde dan nog eens aan de boom met Nibali in zijn wiel, maar weer kreeg hij geen ruimte. Met een halve minuut voorsprong sneden Edet, Hollmann en Bais de tweede lokale ronde aan. Op de Colla Micheri nam Arkéa-Samsic, de ploeg van Nairo Quintana, de achtervolging op zich, terwijl voorin Hollmann en Bais losten bij Edet. In de afdaling konden zij echter terug aansluiten.
Bernal kleurt mee de finale
Op dat moment was er nog dertig kilometer te rijden. De vluchters reden nog even vooruit, maar op de tweede passage van de Capo Mele werden ze ingelopen door de eerste achtervolgende groep met Mollema, Clément Champoussin, Pello Bilbao, Dries Devenyns, James Knox, Valentin Madouas en Carlos Rodriguez. Voor de derde passage van de Colla Micheri kwamen ook andere achtervolgers terug. Op de klim demarreerde Eddie Dunbar en Champoussin en Knox sprongen mee. Vervolgens schoot Bernal een pijl af, die alleen door de 22-jarige Champoussin kon worden beantwoord.
Met een kleine voorsprong op de eerste achtervolgers kwamen ze over de top, maar in de afzink werden Bernal en Champoussin weer ingelopen. Op zestien kilometer van de finish, vlak voor de voorlaatste passage van de Capo Mele, versnelde Mollema dan uit een groep met zijn ploegmaat Ciccone, Champoussin, Landa, Mauri Vansevenant, Madouas, Bernal en Biniam Ghirmay. Binnen een mum van tijd had de winnaar van de openingsetappe van de Tour du Var een mooi gaatje te pakken. Op zijn bovenbuis, de houding die per 1 april verboden wordt, boorde hij de laatste ronde aan. Bij de passage van de streep lag hij al een halve minuut voor.
Op de laatste passage van de Colla Micheri zette Bernal de tegenaanval in, maar de Colombiaan moest een flink gat dicht zien te rijden. Even later sloten Champoussin, Landa en Vansevenant bij hem aan. Ook Ciccone, de waakhond van de koploper, haakte aan. Champoussin en Landa vielen slag om slinger aan, maar Mollema had op de top van de klim nog altijd zestien tellen voorsprong. De Nederlander wist knap stand te houden tegen de achtervolgende groep, ondanks reacties op de Capo Mele en na 202 kilometer kwam hij solo als winnaar over de streep. In het sprintje om de tweede plaats klopte Bernal nipt Vansevenant.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.