Het was woensdag een traumatische dag voor Luca Colnaghi. De renner van VF Group-Bardiani-CSF Faizanè werd tijdens een trainingstochtje tot tweemaal toe aangevallen en mishandeld door een motorrijder. Dat vertelt hij in gesprek met Tuttobiciweb.

“Het was allemaal zo absurd dat ik, als ik het niet zelf had meegemaakt, zou denken dat het om een scène uit een film zou gaan”, begint Colnaghi. Dan vertelt hij over een trainingstochtje samen met zijn broer Andrea. “Onderweg kwamen we een man op een motor tegen, die op zoek was naar problemen. Hij kwam naast me rijden, beledigde me en zette me klem, om me te dwingen te stoppen.”

De broers Colnaghi probeerden de man te kalmeren. “We zeiden dat hij moest toppen, dat we geen ruzie wilden, maar hij duwde me en liet me vallen. Daarop viel hij me aan en greep me bij mijn nek”, aldus de 26-jarige renner, die samen met zijn broer de aanvaller uiteindelijk wist te stoppen. “Hij probeerde ons daarna opnieuw te intimideren door tegen het verkeer in het rijden en frontaal op ons af te komen, maar daar leek het mee op te houden.”

Nóg een keer aangevallen
Leek. Want de nachtmerrie was nog niet voorbij voor Colnaghi. Nadat hij thuiskwam, merkte hij dat hij zijn oordopjes om muziek te luisteren kwijt was. Hij besloot terug te fietsen om ze te zoeken, maar daarbij kwam hij de motorrijder opnieuw tegen, nu met een passagier bij zich. De twee schampten Colnaghi, waardoor de renner ten val kwam. “En toen ik wegrende, pakte de passagier een steen van de weg en gooide deze naar mijn achterwiel.”

“Daarmee was het nog niet voorbij, want ze kwamen met hun motor op me af en zetten me vast tegen de muur langs de weg”, vervolgt Colnaghi. “Ik had mezelf al bezeerd bij de val, maar toen stapten de twee mannen ook nog af om me in mijn gezicht te slaan.”

Uiteindelijk wist Colnaghi zichzelf toch te bevrijden, maar hij was toen al behoorlijk toegetakeld. Hij hield een ontwrichte schouder en een ribbreuk op. Eigenlijk zou hij dit weekend de Grand Prix Criquielion en de Grote Prijs Jean Pierre Monseré rijden in België, maar nu moet hij tien dagen rusten.

Geen hulp van automobilisten
Colnaghi werd tijdens het incident ook nog bedreigd. Hij mocht geen contact opnemen met de politie – “anders zouden ze me komen halen” – maar van dat dreigement heeft hij zich niks aangetrokken. Hij heeft wel degelijk aangifte gedaan. “Een amateurwielrenner die getuige was van het hele tafereel, heeft aangeboden aan om mijn getuige te zijn”, vertelt Colnaghi, die voor de rest op weinig hulp kon rekenen tijdens het incident. “Ik was erg verdrietig toen ik merkte dat geen enkele automobilist stopte, ondanks dat ik openlijk om hulp vroeg.”