Belangrijkste wapen tegen wielervandalen heeft het publiek zelf in handen
Opinie Het trieste incident van een 28-jarige man die een bidon vol in het gezicht van Mathieu van der Poel op een kasseizone in Parijs-Roubaix gooit, lijkt de spreekwoordelijke druppel te zijn die de emmer doet overlopen. Biergooiers, dwazen die naar renners spugen of zelfs bekers vol urine richting de gele truidrager gooien. Het wangedrag van enkele wielerhooligans gaat te ver en de kwetsbaarheid van de wielersport op de openbare weg staat weer ter discussie.
Alpecin-Deceuninck, de ploeg van Mathieu van der Poel, gaat een klacht indienen tegen de betreffende man. De internationale wielerunie heeft inmiddels laten weten dat het bereid is om juridische stappen te ondernemen: het gaat met alle betrokken partijen (wielerbonden CPA, AIOCC en de AIGCP) de juridische mogelijkheden onderzoeken in de zaak. Het parket van Lille laat op haar beurt weten dat er een strafonderzoek is geopend.
Het is een heel goed signaal dat deze vandalen nu echt als wetovertreders worden gezien en door justitie worden vervolgd. Zeker wanneer er een ernstige overtreding wordt gemaakt zoals het gooien van een volle bidon die ‘MVDP’ ernstig had kunnen verwonden.
Bij het spuwen naar renners of gooien van bier zal er enkel sprake zijn van boetes. Daarom is het vooral goed dat er tegenwoordig van elk incident videobeelden en foto’s zijn van de vele toeschouwers langs het parcours die de passage van de renners met hun mobiele telefoons filmen, maar zo tevens ook bewijsmateriaal tegen vandalen kunnen vastleggen.
Het is niet zo zeer de boete die deze hooligans zal afschrikken maar vooral de publieke schandpaal van televisie beelden, sociale media en de reguliere media. De urinegooier naar Chris Froome is de Tour de France van 2015 zal zijn leven lang aangesproken worden door zijn omgeving over dit incident. En de man met bierbuik en bierfles in de hand die dit voorjaar in de E3 Saxo Classic naar Van der Poel spuugde zal ook door zijn omgeving zijn herkend.

In Parijs-Roubaix 2024 wordt er een petje naar Mathieu van der Poel gegooid.
Incidenten met supporters in de wielersport zijn niet een hedendaags fenomeen. Vijftig jaar geleden in de Tour van 1975 kreeg Eddy Merckx op de klim van de Puy-de-Dòme een stomp in zijn lever van een Fransman. De man werd opgepakt, maar kon niet worden vervolgd. Hij beweerde dat hij werd geduwd en moest uiteindelijk een symbolische schadevergoeding van 1 Franse Franc betalen. Maar dat was nog in een tijdperk dat mobieltjes niet eens in de wondere wereld van Chriet Titulaer bestonden.
In 2004 waren er concrete bedreigingen richting Lance Armstrong. De geheime dienst van de Franse politie besloot geen risico te nemen en tijdens de klimtijdrit naar l’Alpe d’Huez zat er een politie-agent op een motor voor de Amerikaan, terwijl een tweede in de ploegleidersauto van US Potal plaats had genomen.
Tijdens de Tour de France van vorig jaar werden geletruidrager Pogacar en diens achtervolger Jonas Vingegaard (Denemarken) op de Pyreneëncol Pla d’Adet bekogeld met chips. De dader, een Fransman, werd door de politie gearresteerd maar bleek te bezopen om nog diezelfde dag verhoord te worden.
In het veldrijden is er zelfs een waslijst van incidenten met biergooien, spugen en beledigingen richting de crossers. Mathieu van der Poel, Sven Nys en Richard Groenendaal; ze kunnen er allemaal over mee praten.
Hoewel Van der Poel in zowel België (waar hij zijn leven lang woont) als Frankrijk (waar zijn opa Raymond Poulidor vandaan komt) enorm geliefd is, is hij op de Belgische en Franse wegen regelmatig het slachtoffer van dit huftergedrag. In de veldritten, die in België door velen ook worden aangegrepen als een zuipfestijn, was het al enkele malen prijs. En vorig jaar gooide een vrouw in Parijs-Roubaix al een petje naar hem.
Waarom Van der Poel het slachtoffer van deze acties is, is moeilijk te begrijpen. De uitdager is het wielrennen vaker meer geliefd dan de heerser. En hoe meer iemand met zijn hoofd boven het maaiveld steekt, hoe groter de jaloezie is.

Het publiek staat dicht langs het parcours – foto: Cor Vos
De charme van het wielrennen is dat je als supporter nog dicht bij de sporters kunt komen. Renners passeren op de openbare weg vaak op minder dan een meter van het publiek. In Parijs-Roubaix zie je dat de mensen tegen de kasseistroken aankruipen. Organisator ASO spant langs de stenen wel koordjes, maar deze staan nog te dicht op de weg.
Een oplossing kan zijn om tussen het parcours en het publiek dode ruimtes in te richten zoals Flanders Classics in de Ronde van Vlaanderen deed op bijvoorbeeld de Oude Kwaremont, Paterberg, Koppenberg en Ronde van Vlaanderenstraat. Natuurlijk is dit jammer voor de vele goedwillige fans dat een enkeling het voor tienduizenden, zeg maar honderdduizenden, verpest.
Toch kunnen we de problematiek in Parijs-Roubaix niet als een incident zien. In 2010 werd er in ‘Le Nord’ al ingegrepen en kwam er een nultolerantie op Carrefour de l’Arbre tegen het overmatige alcholgebruik en alle baldadig gedrag. Een leger van 200 Franse gendarmes, aangevuld met Belgische politiemensen uit de grensstreek, werd op de vijf sterren strook ingezet. Sindsdien is dit gebruikelijk en zijn er ter beveiliging van het hele parcours van de Hel van het Noorden bijna 1000 gendarmes op de been.
Het daadwerkelijk juridisch vervolgen van de daders en extra zware straffen uitspreken omdat de veiligheid van de toegankelijke wielersport in gevaar komt, zou een goed signaal zijn. Voor de organisatoren, die tegenwoordig al kapitalen aan de veiligheid moeten uitgeven, is het niet te doen om 270 kilometer lang security langs het parcours te plaatsen. Maar om op enkele zones een barrière van vijf meter te creëren tussen publiek en het parcours zou wel een oplossing kunnen zijn.
Het belangrijkste wapen tegen deze vandalen is echter het goedwillige publiek. Indien mogelijk spreek baldadige mensen aan. En als er iets gebeurt, film het met de mobiele telefoon en deel vervolgens de beelden met politie en justitie. Zo kunnen de daders worden opgepakt.
