George Bennett kreeg gisteren op de Zoncolan te maken met pech. Nog voordat de strijd tussen de klassementsmannen volledig losbarstte, moest de Nieuw-Zeelander zijn concurrenten laten gaan. “Het waren veertig eenzame minuten op de Zoncolan”, vertelt hij in een video van LottoNL-Jumbo.

Door kettingproblemen kwam de 28-jarige coureur vroeg op de beklimming stil te staan. “Het lukte mij niet het zelf op te lossen dus ik wachtte, maar de motor met de reservefiets zat ver achter me. Toen haalde Robert (Gesink, red.) me bij en probeerde hij het op te lossen”, legt hij uit. Ook Gesink baalt van het voorval. “Zijn ketting zat vast. Ik kreeg het redelijk snel gemaakt maar ik wist eerst niet wat er was. Nog voordat onze mechaniekers er waren op de motor was hij wel weer weg. Maar ja, dat is klote gewoon”, stelt hij.

Bennett kwam uiteindelijk als twaalfde binnen, 1 minuut en 55 seconden achter etappewinnaar Chris Froome. “Het was een klotedag. Maar je moet doorgaan. Je kan niet terug gaan en veranderen wat er onderaan de klim gebeurde. Het waren veertig eenzame minuten op de Zoncolan. Ik heb hem eigenlijk heel snel beklommen. Het had een goede dag kunnen zijn maar dat was het niet”, legt de Kiwi uit. “Het is zo diep in de wedstrijd dat je emoties al een beetje apart worden. Je bent helemaal kapot, gefrustreerd, geïrriteerd en dat soort dingen. Het is een bijzondere mentale status die je alleen tijdens een grote ronde bereikt. Maar je moet kalm en positief blijven. Dat is belangrijk denk ik”, sluit hij af.