Bondscoach Gerben de Knegt: “Nové Mesto moet Van der Poel beter liggen”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
zondag 16 mei 2021 om 07:10

Bondscoach Gerben de Knegt: “Nové Mesto moet Van der Poel beter liggen”

Interview Gerben de Knegt zag vorige week in Albstadt Mathieu van der Poel en Anne Tauber als zevende en zesde eindigen. Dit weekend krijgen beiden een nieuwe kans om hun skills te etaleren in de Wereldbeker te Nové Město na Moravě. Persoonlijk verwacht de bondscoach betere resultaten in Tsjechië, dan vorige week in Duitsland. “Dit is een van de mooiste Wereldbeker-parcoursen van de kalender”, vertelt hij aan WielerFlits.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Hoe anders zit dat parcours in elkaar dan vorige week in Albstadt?
“Het is echt een moeilijke ronde. Qua hoogtemeters verschilt het niet veel met Albstadt, maar hier zitten meerdere korte beklimmingen in. Als je daaraan begint, zie je eigenlijk overal meteen de top. Dat is in Albstadt niet zo. Die beklimmingen duurde een minuut of drie, terwijl het hier in Tsjechië maar een minuutje is. Dat is een veel explosievere inspanning. Als je specifiek over Mathieu praat, dan denk ik dat dit hem veel beter ligt. Nog een verschil: in Albstadt moest je flink boven je omslagpunt klimmen, maar zeker niet maximaal. Terwijl je hier vanaf de voet vol gas naar boven kunt rijden, omdat je de top ziet. En dat is Mathieu natuurlijk op zijn lijf geschreven.”

Als je dit vertaalt naar wegwedstrijden, is Albstadt dan een Waalse klassieker en Nové Město een Vlaamse klassieker?
“Ja, zo zou je het wel kunnen omschrijven. In de Ronde van Vlaanderen doen heel andere renners mee voor winst dan in bijvoorbeeld Luik-Bastenaken-Luik. Er zit wel een overlap tussen, maar er is zeker een type renner dat de kortere hellingen beter ligt.”

Hoe zit dat dan in het mountainbiken? Zien we dan nu ook andere renners van voren koersen in vergelijking met vorige week?
“Dat denk ik niet meteen. Al is het wel zo dat Mathieu vorige week zevende werd – dat is echt niet slecht – en hier echt een stuk verder mee van voren gaat doen. Zeker met zijn huidige conditie, die echt wel goed is. Zo heb je nog een paar van die jongens. Anton Cooper (vorige week zesde, red.) heeft hier al eens voor de overwinning gesprint. Milan Vader reed hier vorig jaar ook heel sterk. Dat soort mannen reizen wel met veel moraal af naar dit parcours. Pas ook op de Spanjaard David Valero. Die kent bijna niemand, maar die werd hier ook al eens tweede achter Nino Schurter. Niet dat ik hem meteen zie meedoen voor winst, maar dat zijn wel jongens die het op dit soort parcoursen beter doet dan in Albstadt.”

Van der Poel in Albstadt – foto: Bartek Wolinski/Red Bull

Van der Poel had vorige week wat last van zijn rug, zei-ie. Het was ook vies warm. In hoeverre speelde dat een rol?
“Dat zou kunnen, maar hij koppelde naar mij in ieder geval terug dat hij vooral veel last van zijn rug had. Hij moest echt af en toe even ontspannen op dat zware parcours. Dat zag je ook. Op een gegeven moment lag hij een eind achter, terwijl ze vooraan ook niet stil stonden. Maar hij eindigt uiteindelijk toch nog slechts op een dikke minuut.”

Dat probleem met die rug zal hier dus minder snel een rol spelen, omdat die inspanningen korter zijn?
“Ja, want in Albstadt moet je zittend klimmen. Dan lever je dus veel kracht vanuit je onderrug. Hier in Nové Město kun je veel meer staand klimmen, waardoor je je rug meer kunt ontspannen. Iedereen die een lange tijd niet op de mountainbike heeft gezeten, die krijgt last van zijn rug. Dat is heel normaal.”

Milan Vader had dan weer een offday vorige week. Hoe is het nu met hem?
“Hij werd hier vorig jaar tweede achter Henrique Avancini, maar finishte voor Nino Schurter en Victor Koretzky. Hij is nu ook weer helemaal fit. Hij kan dit goed aan. Ik zie het wel gebeuren dat hij opnieuw bij de eerste vijf eindigt.”

Milan Vader is weer fit – foto: Cor Vos

Van der Poel gaat dus op de afspraak zijn. Wat met Tom Pidcock en Nino Schurter? Die laatste was vorige week stukken beter dan verwacht.
“Ik ben ook heel benieuwd hoe Pidcock het gaat doen. Vorige week was hij al dichtbij. En wat weinig mensen weten: hij kreeg onderweg nog met een lekke band te maken ook. Anders had hij mijns inziens kunnen winnen. Dit weekend verwacht ik hem in de top-3. Samen met Mathieu, Koretzky, Mathias Flückiger en Schurter. Die laatste heeft vorige week wel een beetje mijn beeld veranderd. Al blijf ik erbij dat hij minder dominant is. De laatste weken werd hij in de laatste rondes steeds afgedroogd door Flückiger, vorige week was dat Koretzky. Hij is op 99% van wat-ie ooit was, maar hij wint tot op heden niet meer. Wel groot respect voor de man, want het is een grootheid. Verder hoop ik ook dat Milan erbij zit. De usual suspects van de laatste weken. Het laat zien dat de top op dit moment heel breed is.”

Bij de vrouwen was Anne Terpstra (zesde) vorige week op de afspraak. Anne Tauber eindigde voor haar doen dan weer wat te ver achter in het veld. Hoe kwam dat?
“Anne Tauber was niet super. Ze heeft twee weken geleden een flinke griep te pakken gehad. Voor de duidelijkheid: het was geen COVID-19. Naast dat griepje reed ze ook nog een keer lek. Daarmee moest ze een halve ronde doorrijden en verloor ze veel tijd; daarna zakte haar moraal ook wat weg.”

In hoeverre eis jij dan dat het dit weekend beter gaat?
“Ik verwacht en hoop eigenlijk wel dat ze de draad weer kan oppakken. Eerder deze week voelde zij zichzelf ook weer wat beter. Het niveau dat ze een week of twee terug had, was echt goed. Ze werd toen bijvoorbeeld tweede in een grote wedstrijd in Oostenrijk achter Anne Terpstra, dus zo slecht was haar conditie niet. Daarom was het ook jammer dat ze dat vorige week in Albstadt niet kon bevestigen, maar dit weekend heeft ze daar een nieuwe kans voor.”

Nog even terug naar het parcours. Ook in Tokio is het erg technisch en zijn de interval-types in het voordeel. Kun je deze Wereldbeker beschouwen als goede indicatie voor de Spelen?
“De klimmetjes hier in Nové Město zijn nog net iets langer als op het olympisch parcours. Er zitten wel wat rock-secties in Nové Město’s parcours die enigszins vergelijkbaar zijn. Maar het is niet één op één op elkaar te leggen. Het hoge intervalkarakter wat je benoemd, is inderdaad wel redelijk hetzelfde.”

Als ik je zo hoor: is het parcours in Nové Město dan lastiger dan in Tokio?
“Dat is moeilijk te zeggen. Ik denk dat Tokio technisch nóg moeilijker is dan deze omloop. Het is daar erg smal, veel singletracks. Wat dat betreft ben ik ook wel blij dat er slechts 38 mountainbikers starten. In mijn optiek kun je daar namelijk geen Wereldbeker organiseren, bijvoorbeeld. Dan zouden er veel te veel mountainbikers aan de start staan. Ook in Nové Město is het smal en kort, maar je kunt op sommige plekken echt wel goed andere renners inhalen. Hier is het op een andere manier lastiger dan in Tokio.”

Hier dus iets meer klimmen en iets minder technisch? Wat maakt dat parcours in Tokio dan technischer?
“Als je het vergelijkt met Nové Město: de meeste renners komen hier al een paar jaar. Die weten elke steen te liggen. Maar daar in Tokio heb je passages waar de rotsblokken anderhalve meter hoog zijn. Dat is een heel ander verhaal. Bij de testwedstrijd van de dames in 2019, daar was Anne Tauber niet zo goed gestart. Voor haar durfde een renster niet van die grote steen af. Maar daar moet je wel snelheid voor hebben. Als je dus moet stoppen, kun je daar ook niet meer opstappen. Anne moest dus een stukje teruglopen, opnieuw inklikken en kon toen pas weer door. Daar verloor ze een halve minuut en was heel haar koers meteen om zeep.

Het is ook een gevaarlijke passage. Pauline Ferrand-Prevot brak daar haar neus en Kate Courtney kwam ook gehavend en geschaafd uit de strijd. Die passage maakte daar toen echt indruk. Ook de B-lijn (de alternatieve en iets eenvoudiger baan, maar wel vaak trager, red.) was écht lastig.”

Is het voor de toppers dan ook eng?
“Het moet wel binnen je comfortzone vallen. Het is ook een onbekend parcours. We hebben er toen twee keer twee uurtjes op mogen trainen en er een wedstrijdje op gereden. Ik denk wel dat sommige renners en rensters daar schrik gaan hebben van de technische passages. Evie Richards durfde daar bijvoorbeeld ook echt niet van de grote drop af te gaan. Die heb ik dagenlang zien twijfelen. En als je daar de B-lijn neemt, verlies je elke ronde twaalf seconden. Dan ben je kansloos voor een medaille.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.