Bondscoach Koos Moerenhout ontleedt zijn EK-selectie: “Met Mathieu van der Poel kun je alle kanten op”
Interview Mathieu van der Poel en topsprinter Olav Kooij moeten de Nederlandse mannen over drie weken in België de Europese titel bezorgen. Bondscoach Moerenhout koos bewust voor één sprinter en dat was ook het geval geweest mocht de wereldkampioen niet mee hebben gedaan. “We hebben echt een heel sterke ploeg en gaan uit van eigen kracht, dat is een fijn uitgangspunt en dan zal de koers wel uitwijzen wie er met de Europese titel naar huis gaat”, vertelt hij aan WielerFlits.
Naast de twee kopmannen maken ook Mick van Dijke, Pascal Eenkhoorn, Daan Hoole, Danny van Poppel, Mike Teunissen en Oscar Riesebeek deel uit van het keurkorps van Nederland. Zij zullen allen in een ondersteunende rol rijden voor MVDP en het Jachtluipaard van Numansdorp. Zij zijn de laatste twee seizoenen steevast de kopmannen van Koos Moerenhout, samen met Dylan van Baarle. In de Vuelta a España kwam hij echter ten val, maar de bondscoach laat weten dat hij sowieso het EK op de weg aan zich voorbij had laten gaan. Verder debuteert Thymen Arensman als tijdrijder.
Hoe is deze selectie met twee kopmannen tot stand gekomen?
“Het is een interessant parcours, vond ik na de verkenning. In principe is het vlak met een grote kans op een sprint. Alleen rijden ze ook op een omloop waar er wel degelijk ruimte is om te koersen. Daar kan je de wedstrijd hard maken. Olav heeft het vorig jaar heel goed gedaan op het EK op en rond de VAM-berg. Hij heeft voor het jongste NK lang met een knieblessure gezeten. Het was afwachten hoe hij de Ronde van Polen zou verteren. Die test was heel goed, gezien zijn twee ritzeges. Hij krijgt daardoor de voorkeur boven Nederlands kampioen Dylan Groenewegen.
Met daarbij zijn ritzege in de Tour de France, was dat heel nipt. Daarnaast zijn er meer goede sprinters in Nederland die in Hasselt hoge ogen kunnen gooien. Dat is een luxeprobleem voor dit EK. Ik heb daarnaast Mathieu gepolst hoe hij het EK voor zich zag. Voor hem was het de vraag welk programma hij zou doen in het najaar, in het traject dat uiteindelijk gekozen is richting het WK twee weken later. Deze wedstrijd past daar goed in. Het maakt mijn team ook weerbaarder. Ook met de renners rond Mathieu kun je koersend alle kanten op in de sprint en aanvallend.”
Heb jij de overweging gemaakt om met twee sprinters – naast Kooij en Groenewegen heb je ook nog Fabio Jakobsen, Marijn van den Berg en Arvid de Kleijn – op het EK te starten?
“Nee, al schetst dit nogmaals het luxeprobleem wat wij in Nederland in de sprints hebben. Het was dus wel een lastige keuze, omdat je weet dat je topsprinters thuislaat die normaal op dit EK ook kans maken op winst. Uiteindelijk ga je daar altijd voor. Alleen heb ik de keuze voor Olav met volle verstand en vertrouwen genomen. Ook zonder Mathieu had ik voor één sprinter gekozen. In sprints moet je duidelijk zijn en kiezen voor wie je gaat. Dat is mijn optiek van een sprinttactiek.”
Met Mike Teunissen, Danny van Poppel en ook Van der Poel heb je drie wereldtoppers als het gaat om de sprint aantrekken. Waarom neem je ze alle drie mee?
“Dat zijn natuurlijk zaken die je meteen polst, om te kijken of de bereidheid er is om jezelf op te offeren voor een sprinter. Die is er. Hoe we dat exact gaat invullen en wie dan precies de laatste man gaat zijn, daar komen we vlak voor het kampioenschap wel uit. Het hangt ook van de koerssituatie af, maar dat voelen zeker die mannen zelf goed aan. Daar ben ik niet bang voor.”
Zijn jullie met deze selectie de topfavoriet voor de Europese titel?
“Nou, zo zou ik onszelf nu niet direct noemen. Waarschijnlijk gaat dat de Belgische ploeg zijn. Maar weet je, we gaan van onze eigen kracht uit. Ik denk dat we echt een heel mooie ploeg hebben staan. Dit is voor ons een heel kansrijk parcours. Maar koers blijft koers. Het is cliché, maar er kan van alles gebeuren. Het is een prettige wetenschap dat je met deze ploeg kunt meedoen voor de Europese titel. Dat is een realistische doelstelling. Alleen zijn er meer kapers op de kunst.”
In de tijdrit kies je voor het eerst voor Thymen Arensman, wat is daar de gedachte achter?
“Thymen is in potentie een van de beste Nederlandse tijdrijders, maar hij heeft nog nooit op een internationaal kampioenschap geacteerd. In zijn vormpiek rondom de Vuelta past het EK tijdrijden heel goed. Het is typisch een renner die je graag een keer op zo’n evenement in actie ziet. In tijdritten in het rondewerk heeft hij zichzelf al volop bewezen, maar dit is iets heel anders. Een individuele tijdrit die op zichzelf staat. Om dat ook goed te kunnen doen, moet je daar een keer mee beginnen. Ik heb er alle vertrouwen in en verwacht ook dat hij daar iets kan laten zien.”
Het WK in Zürich is twee weken na het EK. Gaan we daar een totaal andere selectie zien?
“Ja, dat kan. Kijk, het is wel zo dat het een lastig parcours is. Maar in mijn optiek is Van der Poel er zeker niet kansloos. Als een Tadej Pogačar of Remco Evenepoel een goede dag heeft, dan zal het moeilijk zijn. Maar goed, het is wel het WK. Dat mag en moet ook lastig zijn. Het belangrijkste is dat Mathieu daar op zijn beste niveau aan de start komt. En dan ligt alles open. Glasgow was meer op het lijf van Mathieu geschreven dan dat van Pogačar. In Zürich zal dat andersom zijn. Maar ook daar maakt Mathieu van der Poel wel degelijk kans en bouw ik mijn team rond hem.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.