Caleb Ewan erkent dat hij heel veel druk voelde voor en tijdens de voorbije Tour de France. De Australische sprinter vertrok bij Mitchelton-Scott om bij Lotto Soudal zijn debuut te maken in de Tour, en wist dat hij moest presteren. “Ik voelde druk van meerdere kanten”, geeft hij toe tegen The Age.

De transfer aan het begin van 2019 was niet makkelijk voor Ewan. “Ik moest dat risico nemen om de stap te maken, omdat ik bij Mitchelton-Scott qua performance niet kreeg wat ik nodig had. Ik ging met mijn nieuwe ploeg wel naar de Tour, als enige kopman om resultaten te boeken. Ze hebben acht jaar gereden voor André Greipel en hij won elf etappes. Dus ik moest hem opvolgen”, vertelt Ewan.

“Ik had de Tour nog nooit gereden en zag de media al komen: ‘Laat hij zien dat hij zo goed was als hij vorig jaar dacht, of laat hij niets zien en had Mitchelton-Scott gelijk door hem thuis te laten?’”, vroeg Ewan zichzelf af.

Wat ook nog een rol speelde: zijn eerste kind werd te vroeg geboren en lag nog in het ziekenhuis toen hij weg moest voor het Grand Départ. Vervolgens moest Ewan tot de elfde etappe wachten voor zijn eerste ritzege, maar hij sloot de ronde af met drie overwinningen, waaronder een op de Champs-Élysées.

Trots op prestaties
“Ik ben trots op hoe ik ben omgegaan met die druk en hoe ik heb gepresteerd. Zeker omdat ik halverwege nog niet gewonnen had en wel moest winnen”, blikt hij terug. “Ik begon met zoveel stress aan de Tour, dat was bijna niet gezond. Uiteindelijk won ik drie etappes in de laatste tien ritten. Ik denk dus dat ik trots kan zijn.”

Ewan twijfelt of hij zich moet laten behandelen om beter om te kunnen gaan met druk en stress. “Ik trek mij dat altijd aan, zo ben ik altijd al geweest. Ik weet niet of dat iets goeds is. Misschien is het beter als ik erover praat met iemand”, laat de Aussie weten.