Capiot geeft WorldTour-droom niet op: “Wil hoe dan ook naar het hoogste niveau”
foto: © Tim De Waele/Getty Images
zondag 25 februari 2018 om 08:45

Capiot geeft WorldTour-droom niet op: “Wil hoe dan ook naar het hoogste niveau”

Amaury Capiot had zich voorgenomen om in 2017 een WorldTour-contract te versieren. Hij begon zijn seizoen direct met een vijfde plaats in de Clásica de Alméria, maar eigenlijk was dat geluk bij een ongeluk. De 24-jarige Belg kampte namelijk met een blessure aan zijn knie. En die bleek dermate erg, dat het wielerseizoen 2017 voor Capiot slechts 345,9 koerskilometers duurde. In het Weekendinterview doet hij zijn verhaal.

Dat de renner van Sport Vlaanderen-Baloise uit het juiste hout gesneden is, blijkt wanneer zijn stamboom op tafel verschijnt. Vader Johan Capiot was geen veelwinnaar, maar heeft desondanks drie keer de Brabantse Pijl op zijn naam staan en twee edities van Omloop Het Volk, de voorloper van de eerste koers in het openingsweekend. Bovendien beëindigde Capiot senior Parijs-Roubaix 1992 als derde. Twee jaar nadien werd hij bovendien vijfde in de Ronde van Vlaanderen, maar een zege in een van de twee monumenten was te hoog gegrepen. Zoon Amaury zou de naam Capiot maar wat graag op de erelijst toveren.

Dat de jongeling nog altijd onder de vleugels rijdt van Christophe Sercu, dankt de Belgische teammanager aan een gebroken beentje in Capiots hand. “Na de Driedaagse De Panne-Koksijde 2016 hebben er een paar gesprekken plaatsgevonden en waren er enkele openingen om een WorldTour-contract te tekenen. Die zijn toen echter verwaterd, omdat ik in de Ronde van Vlaanderen viel en een beentje in mijn hand brak. De periode van april tot en met juli was mede daarom niet zo denderend. Ik had terug tijd nodig om op niveau te komen. Augustus, september en oktober van dat jaar waren daarna heel goed. Maar in die periode is het moeilijk om nog een plekje in een WorldTour-team te vinden. Veel ploegen zitten in juli toch al vol.”

Goed najaar eindigt met desastreus voorjaar
Toch was de – op dat moment – neoprof niet in paniek. Hij had zich voorgenomen om dan in 2017 maar te laten zien dat WorldTour-teams hadden zitten slapen. Maar nog voor hij er als een doldrieste stier in kon knallen, barstte de bom. “Ik had een van mijn beste winters ooit achter de rug”, kijkt Capiot terug. “Toen ik vervolgens in januari met de ploeg op trainingsstage ging, liep het mis. Op de derde dag kreeg ik plots een stekende pijn aan de buitenkant van mijn rechterknie. Op het eerst moment dacht ik: ‘hm, dit is echt niet goed’. We zijn daarna rechtstreeks naar het hotel gereden. Vanaf toen ben ik van het ene ziekenhuisbezoek in het andere beland.”

“Ik kwam eerst in Herentals terecht”, gaat de Vlaming verder. “Maar daar wilden ze niet echt naar me luisteren, waarvan ik dacht dat het probleem was. Daar ben ik toch wel verschillende maanden door verloren. Halverwege maart ging ik vervolgens voor een eerste keer onder het mes. Dat was een kijkoperatie. Ze vertelden me in Herentals dat na die kijkoperatie alles in orde was. Toen ben ik weer begonnen met het opbouwen van mijn training, zodat ik in juni weer de koers kon hervatten. De trainingen verliepen wel iets beter, maar ik had het gevoel dat die knie toch nog niet helemaal in orde was. Desondanks ben ik in de Ronde van Limburg weer gaan koersen. Maar al tijdens de koers kreeg ik opnieuw dezelfde pijn als tijdens de trainingsstage met de ploeg in januari. Vanaf dat moment was het redelijk hopeloos.”

Vanaf de Ronde van Limburg was het redelijk hopeloos.

Capiot was ten einde raad. De platenspeler waarop hij al maanden rondjes draaide, begon zichzelf plots opnieuw af te spelen. “Ik ging van ziekenhuis naar ziekenhuis en van de ene echo naar de andere. MRI-scans, noem het allemaal maar op. Via sportkinesist David Bombeke ben ik uiteindelijk bij dokter Nick Jansen terechtgekomen in Antwerpen. Hij stelde al snel het ITB-frictiesyndroom vast en niet veel later opereerde hij allebei mijn knieën. Het ITB-frictiesyndroom houdt in dat er een pees over het bot schuurt. Op dat moment wist ik ook dat mijn seizoen voorbij was. De laatste keer dat ik onder het mes ging, was begin augustus. Het herstel duurde twee maanden. Ik had toen al met de ploeg besloten dat ik niet meer zou koersen en mijn knie volledig zou laten herstellen.”

Preventief behandelde dokter Jansen de renner aan beide knieën, op het vriendelijke doch dringende verzoek van Capiot zelf. “Tot op dat moment was de pijn enkel aan de rechterkant te voelen. Ik heb de echo laten nemen en gevraagd aan de dokteren of ze naar beide knieën wilden kijken. Deze blessure kan te maken hebben met genetische bepaling van hoe de botstructuur is van een mens. Dat is niet bij iedereen hetzelfde. Na de echo bleek dat in mijn linkerknie hetzelfde euvel zat. De doktoren zeiden vervolgens dat het goed mogelijk was dat ik binnen afzienbare tijd ook last zou krijgen van mijn andere knie. Het besluit was toen rap genomen om beide knieën te laten opereren. Nu kan dit nooit meer voorkomen.”

‘Wie ben ik?’, maar dan anders

Capiot op de Kemmelberg in de Driedaagse De Panne-Koksijde 2015 – foto: Sirotti

Inmiddels behoren Capiots pijnlijke knieën tot het verleden. Hoewel dat punt inmiddels is gezet, staan er voor hem nog een heel resem aan vraagtekens op papier. “Het jaar wat er nu zit aan te komen, is heel erg belangrijk voor mij. De meeste mensen denken dat ik nog weer een seizoen nodig heb om op niveau te komen, voordat ik weer resultaten kan rijden. Dat is voor mij ook het grote vraagteken. Wat gaat er nu gebeuren? Heeft het jaar dat ik gemist heb veel effect op het komende seizoen? Dat weten we nog niet. Dit weekend – met Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne – is daar pas een eerste test voor. Qua conditie en koersritme is 2017 een verloren jaar geweest. Maar op het mentale vlak ben ik er alleen maar sterker uit gekomen. Het is een wijze les geweest. Dat maakt me misschien wel sterker in al hetgeen nu gaat komen.”

Dit weekend – met Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne – is pas een eerste test.

Wat het talent wél zeker weet, is welk type coureur hij is. “Ik ben iemand die na een iets lastigere koers – wanneer de echt pure sprinters gelost zijn of zwaar hebben afgezien – beter tot mijn recht kom, dan wanneer het een vlakke massasprint is. Ik ben geen pure spurter. Daarnaast kan ik goed uit de voeten in de klassiekers en semiklassieker met veel kasseienwerk erin. Daar wil ik in de komende jaren mijn plan proberen te trekken. Kijk bijvoorbeeld naar een Edward Theuns. Dat is wel een niveau waar ik naartoe wil groeien, maar er is nog altijd wel een groot verschil tussen Edward en mij. Ik heb samen met hem gekoerst en ik weet dat hij een betere renner is dan mij. Echt vergelijken doe ik niet. Maar het is inderdaad wel een soort type renner waarmee je mij goed kunt omschrijven.”

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Capiot hoopt bij een WorldTour-team terecht te komen waar hij zichzelf kan ontplooien. Hij haalt daarbij een landgenoot aan om zijn punt duidelijk te maken. “Ten eerste moet het een ploeg zijn die een soort renner als ik ben, nodig heeft. Ten tweede: het moeten ploegen zijn die zich focussen op sprinten en het Vlaamse klassieke werk, om vervolgens daarvan een mix te maken. Hopelijk komen ze aan het einde van het jaar bij mij uit. Maar het is moeilijk om te zeggen wat voor ploeg dat precies is. Ik denk dat alle WorldTour-teams daar wel mee bezig zijn. Kijk bijvoorbeeld naar een Oliver Naesen bij AG2R La Mondiale. Niemand had verwacht dat hij daar ging tekenen. In principe is het zo dat wanneer je je eigen plan een beetje kunt trekken, alle WorldTour-formaties goed voor je kunnen zijn.

Ondanks dat hij enkele mooie ereplaatsen verzamelde in zijn nog prille loopbaan, wacht Capiot nog altijd op zijn eerste profzege. Hij hoopt die stap op het hoogste niveau snel te kunnen zetten. “Ik denk dat ik op dat gebied nog veel zaken kan leren. Je ziet dat renners groeien, zodra ze bij een WorldTour-ploeg zitten. Je merkt vaak al dat wanneer ze terugkomen van de eerste stage, dat er al een paar procenten bij zijn gekomen. Ook de professionaliteit binnen die ploegen kan een behoorlijke stimulans zijn. Bovendien kan ik altijd leren van renners die beter dan mij zijn, zij kunnen je naar een hoger niveau brengen. Ik denk dat dat al heel belangrijk is.”

Ploegen die mij vooral in het oog springen, zijn Quick-Step Floors en BMC. Maar ook Sunweb is aan het opkomen.

Volgens de in Tongeren geboren Vlaming zijn er op dit moment een aantal interessante teams voor hem. “De ploegen die bij mij vooral in het oog springen, zijn Quick-Step Floors en BMC. Die teams zijn beide heel gestructureerd. Renners binnen die formaties gaan ook voor elkaar door het vuur. In die ploegen zit echt cohesie. Maar in dat rijtje is ook Sunweb aan het opkomen. Voor mij als klassiekerrenner zijn dat de drie mooiste ploegen. Qua profiel passen die het beste bij mij. En als er een van die ploegen komt, dan denk ik dat ik geen ‘nee’ ga kunnen zeggen. Elke jonge renner zou maar wat graag bij een van die drie ploegen willen tekenen. Die teams weten ook wat voor soort renner ik ben. Ik ben bereid om me voor iemand anders weg te cijferen. Ik kan ook goed een sprint aantrekken. Maar ik wil ook graag in de grote wedstrijden mezelf verder ontdekken.”

Hoewel Capiots knieproblemen pas nu definitief tot het verleden behoren en hij zich weer volledig op de koers kan focussen, legt de Belg de lat hoog voor zichzelf. “Maar daarvoor moet ik eerst mijn vraagtekens wegwerken. Over twee á drie weken weet ik daar meer over. En daarvoor hoeft mijn uitslag in Omloop Het Nieuwsblad niet eens heel goed te zijn. Als het gevoel maar voldoende is. Als dat zo is, kan ik weer rustig bouwen aan mijn toekomst. Mijn seizoen is namelijk pas geslaagd als ik teken bij een WorldTour-ploeg. Of daar nu overwinningen bij zijn of niet, dat maakt niet zo veel uit. Het draait er bij mij alleen maar om, om in de hoogste categorie van het wielrennen terecht te komen. Dat is mijn doelstelling. De enige vraag is of het voor mij al in 2019 mogelijk is. En zo niet, dan moet ik volgend jaar nog harder werken om ervoor te zorgen dat ik in 2020 alsnog die droom kan realiseren.”

RIDE Magazine
3 Reacties
Sorteer op:
24 februari 2018 09:51
Hopelijk heeft hij zijn deel van de pech nu gehad. Ik verwacht dat hij zich dit jaar echt gaat tonen en dan gaan de WT-ploegen echt wel in een rij gaan staan voor hem.
24 februari 2018 12:33
Ik denk dat Capiot op termijn een goede sprintaantrekker kan worden. Hij is namelijk redelijk explosief maar niet explosief genoeg om zelf als sprinter (op WT niveau) actief te zijn. Daarbij kan hij een hoge snelheid een langere periode vasthouden wat een lead-out moet kunnen.
24 februari 2018 17:28
Vandaag igg een prima koers gereden.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.