Cees Bol hoopt in de Tour te groeien: “Misschien nu nog niet 100%”
foto: Cor Vos
Youri IJnsen
maandag 28 juni 2021 om 08:45

Cees Bol hoopt in de Tour te groeien: “Misschien nu nog niet 100%”

Interview Team DSM likt na het openingsweekend de wonden. De Duitse formatie had de twijfelachtige eer om de eerste uitvaller van deze Tour de France te noteren. Jasha Sütterlin was het eerste slachtoffer van de massale valpartij veroorzaakt door de grootouders-groetende-aandachtstrekker. Aan Cees Bol nu om het tij te keren. “Het doel is dit jaar hetzelfde als dat het vorig jaar was: we gaan proberen een rit te winnen”, vertelt de 25-jarige Noord-Hollander aan WielerFlits.

De sprinter annex klassiekerrenner was pas net op tijd klaar voor de Tour, vertelde hij eerder aan ons. Bol tempert daarom wel gelijk de verwachtingen. “Ik voel me wel weer goed. Zonder competitie starten in de Ronde van België liep naar verwachting, maar het was wel een teleurstellende wedstrijd. Ik was gewoon niet goed. Het Nederlands kampioenschap ging daarentegen wel weer een stuk beter. Ik heb wel stappen gezet sinds ik het virus achter mij heb gelaten. Het is wel balen dat je door pech teruggeslagen bent in je voorbereiding.”

“Wat dat betreft is het nemen zoals het is, al is het nooit ter sprake gekomen dat ik niet zou starten”, gaat Bol verder, die voor het derde opeenvolgende jaar de Tour rijdt. “Maar ik kan je nu ook niet aangeven waar ik sta, in vergelijking met de Tour van vorig jaar. Ik heb er ook niet specifiek naar gekeken. Maar ik ben inmiddels wel weer vrij goed. Misschien moet ik nog wel iets meer in de Tour groeien. Vorig jaar was ik meteen al supergoed. Nu zal ik misschien een paar dagen langer nodig hebben om echt het superniveau te behalen.”

Het kan dus best zijn dat we Team DSM de eerste Tourweek niet veel van voren gaan zien tijdens de massasprints. “Tot op zekere hoogte, want we gaan het wel gewoon proberen”, is hij duidelijk. “Het is nu eenmaal zo dat ik ziek was en dat mijn vorm misschien nu nog niet 100% is. We gaan daardoor alleen niet minder ons best doen. We blijven wel strijden voor goede resultaten. Joris Nieuwenhuis zal onze trein leiden, gevolgd door Nils Eekhoff. Daarna is Casper Pedersen mijn leadout en vervolgens is het aan mij om het werk af te maken.”

Hopen op die ene kans

Bol tijdens de enige DSM-zege van dit jaar in Parijs-Nice – foto: Cor Vos

Bol is degene waarop de Duitse formatie rekent in de vlakke ritten. “De hele ploeg zal dan voor mij rijden”, vertelt de Noord-Hollander. “We hebben een mooie sprinttrein, al is het niet per se zo dat we veel op kop zullen rijden om de vroege vlucht terug te halen. Het doel is om mij zo fris mogelijk aan de sprint te kunnen laten beginnen. Daar hebben we een aantal sterke mannen voor meegenomen. Het zou heel mooi zijn om een rit te winnen. Maar als dat niet lukt, betekent het niet meteen dat ik ook een slechte Tour heb gereden.”

Voor Team DSM verloopt het seizoen tot op heden desastreus. Naar verluidt rommelt het intern bij de ploeg van Iwan Spekenbrink en ook de uitslagen helpen daarin niet mee: de Duitse ploeg won dit seizoen pas één keer. Dat was de tweede etappe in Parijs-Nice, op het conto van Bol. “Ik voel niet meer druk dan vorig jaar”, vertelt hij. “Ons doel is hetzelfde. We hebben er in ieder geval vertrouwen in dat we de iets mindere seizoensstart kunnen wegpoetsen met een mooi vervolg. Dat we pas één keer wonnen, kan ik goed loslaten.”

“Natuurlijk is het zo dat het ons niet lekker zit”, gaat Bol verder. “We zouden ook het liefst meer winnen. Maar we zijn hier nu en we hebben vertrouwen in een goede groep. Het is niet zo dat we elke dag aan tafel zitten en tegen elkaar zeggen: ‘Goh, wat is er weinig gewonnen’. Uiteraard is er frustratie op de momenten dat het niet doorging. Maar we zitten onszelf er nu – weken of maanden na dato – niet druk te maken aan tafel. Wat dit betreft kijken we echt vooruit, om te proberen er zo goed mogelijk voor te staan voor de Tour.”

Uiteindelijk hopen ze bij Team DSM dat er dan toch die felbegeerde etappeoverwinning uitrolt. “Het liefst zou ik een van de bergritten winnen, die achttiende etappe lijkt me wel wat”, grapt de Noord-Hollander. “Dan zou ik de wereld echt verbazen. Maar voor een sprinter is het toch de etappe naar de Champs-Élysées. Daar willen alle sprinters een keer winnen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.