Cees Bol optimistisch over Team DSM: “We kunnen van 2022 een goed seizoen maken”
foto: Cor Vos
donderdag 16 december 2021 om 10:30

Cees Bol optimistisch over Team DSM: “We kunnen van 2022 een goed seizoen maken”

Interview 2021 is een bewogen jaar in de carrière van sprinter Cees Bol (26) geworden. Zowel hijzelf als zijn ploeg Team DSM worstelde met tegenslagen. “Dit is zeker niet het beste, maar ook niet het slechtste jaar geworden. Ik had er meer van gehoopt, dat is het kort samengevat”, zegt hij in gesprek met WielerFlits.

Team DSM behaalde dit seizoen slechts acht overwinningen. Op de World Ranking voor teams belandde de Duits-Nederlandse ploeg zelfs als laatste WorldTeam. Een dieptepunt sinds de ploeg tot de hoogste ploegcategorie behoort. Het ging dit jaar weinig over de sportieve prestaties, maar vooral vaak over de vier renners die vroegtijdig vertrokken (Marc Hirschi, Ilan Van Wilder, Felix Gall en Tiesj Benoot) en over de eigenzinnige filosofie van het teammanagement.

Kritiek
De kritiek die op het team wordt geuit, herkent Bol niet. “Dat is af en toe wel moeilijk om te lezen, vooral omdat ik het enorm naar mijn zin heb in deze ploeg. Tuurlijk is het af en toe moeilijk als de prestaties tegenvallen en het in de ploeg niet zo lekker loopt. Dat we daar tijdens het seizoen weer bovenop zijn gekomen, beschouw ik als een van de hoogtepunten van het jaar.”

“Voor mij is dat ook het bewijs dat ik op de goede plek zit en de juiste mensen om mij heen heb om weer beter te worden. Dat gevoel heb ik ook deze winter. Iedereen heeft er echt zin in. De sfeer is supergoed in de ploeg. Ik heb wel echt het gevoel dat we er in 2022 een goed seizoen van kunnen maken.”

Niet alles was slecht afgelopen seizoen. In de tweede etappe van Parijs-Nice bezorgde Bol DSM de eerste seizoenszege door een groot deel van de sprinttop te verslaan. “Dat was een heel mooie overwinning, daar ben ik nog steeds heel trots op. Eigenlijk was heel die week goed met Tiesj (Benoot, red.) die als vijfde eindigde in het klassement.”

Cees Bol won vroeg in het seizoen een rit in Parijs-Nice – foto: Cor Vos

Tour de France
De goede lijn uit Parijs-Nice kon niet woorden doorgezet in de klassiekers en de Tour de France. Vanwege een beroerde aanloop naar de drieweekse wedstrijd door Frankrijk was hij niet in staat het beste van zichzelf te tonen. “Ik ben voorafgaand aan de Tour behoorlijk ziek geweest. Ik heb tien dagen niet kunnen trainen vanwege hoge koorts, dat heeft sowieso een groot effect op mijn fysieke vorm gehad. Je gaat toch met net wat minder vertrouwen van start als je niet honderd procent bent.”

“Wat het extra moeilijk maakt, is dat bijna iedereen in topvorm aan de start staat. Als ploeg zijn wij zo ambitieus dat het moeilijk te accepteren was dat op sommige dagen het best wel goed ging en dat een zesde plaats dan het hoogste haalbare was. Met de geschiedenis die eraan vooraf lag was dat misschien niet eens heel slecht. Maar in plaats van dat we het als iets positiefs zagen, werd het eigenlijk alleen maar moeilijker omdat we het als een tegenslag beschouwden.

“Ik  denk dat het te lang heeft geduurd voordat we de sfeer in de ploeg konden doorbreken. Het was best wel moeilijk en teleurstellend dat we graag meer wilden, maar het niet lukte. Ik heb best wel lang steeds harder geprobeerd, zonder eerst even terug naar de basis te gaan. Eten, trainen, slapen en het in de koers als team proberen. Ik denk dat we te veel met details bezig waren.”

“Op een gegeven moment, na de Tour, kwam het besef en zijn we weer vanaf onderaf gaan opbouwen. Wellicht dat de Vuelta-ploeg dat al iets eerder had gedaan. Dat was super om te zien. Ik zat thuis op de bank te kijken en kreeg daar wel moraal van. Vanaf augustus ging het in heel team weer goed en waren we weer attent in de finales.”

In de Ronde van Spanje behaalde Team DSM met Michael Storer (rit 7 en 10) en Romain Bardet (rit 14) in totaal drie ritzeges. Ook won Storer het bergklassement en eindigde Bardet in dat klassement als tweede.

Cees Bol en Nils Eekhoff – foto: Cor Vos

Giro of Tour?
Volgend seizoen blijft de Noord-Hollander zich richten op de sprints en zal hij ook een deel van de Vlaamse voorjaarsklassiekers rijden. In welke grote ronde hij in 2022 aan de start zal verschijnen, is nog onduidelijk voor hem, daar wordt momenteel over besloten. “De ploeg wil in één grote ronde voor het klassement gaan en één ronde voor dagsucces. De andere grote ronde (waarschijnlijk de Vuelta, red.) willen ze jonge renners een kans geven.”

“Het is nog een beetje de vraag welke ronde het wordt. Je kunt zelf wel invullen dat ik niet voor het algemeen klassement ga”, lacht hij. “Het zal waarschijnlijk de ronde worden waar we voor dagsucces gaan.”

Een grote voorkeur voor de Tour de France of de Giro d’Italia heeft hij op dit moment niet. “De ene dag is het de Tour, de andere dag de Giro. De Tour is in deze sport het grootste podium, maar dat is ook de enige grote ronde waar ik ervaring in heb, wat dat betreft is het ook wel eens gaaf om de Giro te doen. En de Vuelta start in Nederland, dus dat is ook super mooi. Een soort thuiswedstrijd. Eigenlijk hebben ze alle drie wel wat. Ook qua parcours springt er niet eentje bovenuit.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.