Als het gaat over de Tour de France, klinkt vaak dezelfde kritiek: de drieweekse rittenkoers zou niet gevarieerd genoeg zijn. De 106e editie van de Franse ronde lijkt hiermee komaf te maken. “We willen de Tour niet zwaarder maken, maar wél gevarieerder”, zo legt Tourbaas Christian Prudhomme uit.

Dit jaar kregen de sprinters acht kansen op ritwinst, waarvan liefst vijf in de eerste week. Op een dergelijk scenario hoeven de snelheidsduivels volgend jaar niet te rekenen. Zo doet het peloton op dag vijf al de Vogezen aan. Daarnaast is etappe drie naar Epernay geknipt voor de puncheurs.

“We willen de Tour gevarieerder maken”, aldus Prudhomme na afloop van de presentatie van het parcours. “Met liefst dertig cols van de tweede, eerste én buitencategorie telt de Tour van 2019 een record qua aantal beklimmingen. Er zijn ook vijf aankomsten bergop, twee meer dan tijdens de afgelopen Tour. Vooral de opeenvolging van beklimmingen kan het verschil maken.”

Vijf bergritten in zeven dagen tijd: “Dat zal zijn effect hebben”
“Er zit slechts één week tussen de aankomst op de Col du Tourmalet en de laatste bergetappe in Val Thorens. Dat zijn kortom vijf bergritten in zeven dagen tijd. Dat zal zijn effect hebben. Er zijn – in vergelijking met de voorgaande jaren – weliswaar minder cols van de buitencategorie, maar de renners moeten in totaliteit wel meer cols beklimmen”, zo besluit de Fransman.