Cras en Peyskens reden olympisch Test Event: “Laat je niet vangen in het begin”
Steff Cras (links) en Dimitri Peyskens (rechts) - foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
woensdag 21 juli 2021 om 19:00

Cras en Peyskens reden olympisch Test Event: “Laat je niet vangen in het begin”

Interview Voor veel renners is het olympisch parcours van Tokio nog een groot mysterie, maar niet voor Steff Cras (Lotto Soudal) en Dimitri Peyskens (Bingoal Pauwels Sauces WB). De twee zakten in de zomer van 2019 met een vijfkoppige Belgische selectie af naar het officiële Test Event, dat scherprechters Mikuni Pass en Kagosaka Pass aansneed. “We raden de Belgen aan om aanvallend te koersen, want het kan snel gedaan zijn.”

Wanneer we aan de twee klimmers vragen wat er hen is bijgebleven aan het Test Event, moeten ze niet lang nadenken. “Het vochtige klimaat”, lacht Peyskens meteen. Niet toevallig was de hitte en het Japans klimaat en met name de aanpassing die nodig zou zijn om daar te presteren de afgelopen weken een van de meest besproken thema’s in de media.

“Meer nog dan de hitte vond ik de luchtvochtigheid hinderlijk”, zegt Peyskens. “Ik herinner me nog die eerste ritjes nadat we daar toekwamen. Je kwam buiten en meteen was je trui volledig nat van het zweet.” Cras vult aan: “Zo’n luchtvochtigheid had ik voordien alleen nog maar in een Turks stoombad gevoeld. De hitte viel toen wij er waren verder wel mee. Wij hadden ons drie dagen kunnen aanpassen en dat was meer dan genoeg. Dus voor de Tourrenners zie ik niet meteen een probleem. Maar het was wel redelijk koel voor de tijd van het jaar: dertig graden.”

Maar koersen in zo’n klimaat vraagt natuurlijk wel een paar extra maatregelen. Peyskens: “Het is een uitdaging om je vochtbalans op peil te houden. Je moet veel drinken, dat sowieso. Maar daar zit ook een limiet op. Als je telkens een liter water naar binnen moet spelen per uur… Op den duur spartelt de maag tegen, hè. Niet gemakkelijk om daar een goede balans in te vinden.”

Steff Cras op het BK tijdrijden – foto: Cor Vos

Geen Mount Fuji
Voor alle duidelijkheid: Cras en Peyskens werkten destijds niet de volle 234 kilometer van de Olympische wegwedstrijd af. De start in het Musashinonomori Park en de aankomst op het Fuji Circuit waren wel hetzelfde, net als de finale met de Mikuni Pass en Kagosaka Pass. Grote afwezige: de gevreesde Mount Fuji.

Gelijkenissen met het wedstrijdverloop van het Test Event zouden er tijdens de wegrit op 24 juli dus zeker kunnen zijn. “Toen is er redelijk vroeg een groep van een tiental renners weggereden, met veel van de goede landen bij. Later ben ik er nog met een groep van zeven met Diego Ulissi, Davide Formolo en Nans Peters naartoe gereden. Het was echt een afvallingsrace. Aan de voet van de Mikuni Pass waren we nog met een tiental. Daar is het uit elkaar gespat en is Ulissi weggereden”, aldus Peyskens, die zelf zevende werd. Cras kwam op plekje negen binnen.

Cras vergelijkt het koersverloop niet voor niets met een kermiskoers. “Het is een hele lange aanvangsfase, constant in trapjes bergop. Je bent als je voorop rijdt heel snel uit het zicht, wat zich leent voor een oncontroleerbare aanvangsfase. Landen als België moeten heel aanvallend starten en proberen de koers hard te maken van in de start. Op het parcours van Tokio is de aanval de beste verdediging. Die kleine ploegen maken het een heel rare koers.”

“Dat heb ik Remco Evenepoel ook gezegd”, aldus Peyskens. “Toevallig zat ik op hoogtestage in Livigno in hetzelfde hotel als hem. Ik zei nog: pas maar op dat de koers al niet gereden is in de eerste veertig kilometer. Als er dan een grote groep wegrijdt met de grote landen, dan ben je compleet gevangen. Dat was tijdens onze koers al duidelijk. Attent zijn is de grote boodschap. Persoonlijk zou ik een pionnetje meesturen in elke ontsnapping.”

Peyskens (rechts) naast Gijs Van Hoecke in de Ronde van Vlaanderen – foto: Cor Vos

Toch tippen de twee de Mikuni Pass als de ultieme scherprechter. Op papier 6,5 kilometer aan 10,6 procent, maar daar moeten we ons volgens Peyskens niet op vastpinnen. “Dat gemiddelde is enorm vertekend. In feite is de klim veel steiler dan wat er op het profiel gezegd wordt. Vlak voor de slotkilometer is er een plateau en pas de laatste tweehonderd meter gaat het weer omhoog. Dus is de klim korter, maar steiler dan er gezegd is.” Cras: “Vergelijk het met Green Mountain in Oman. Brede wegen over een fantastisch asfalt. Het ziet er niet steil uit, maar is het zeker wel.”

Proper land
Alleszins horen we zowel van Cras als Peyskens geen slecht woord over Japan. Peyskens: “Niet dat we veel van het land gezien hebben, maar het was een mooie ervaring om er geweest te zijn. Ik denk dat ik er misschien nog eens terug naar zou willen reizen. De regio rond Mount Fuji is prachtig. Zo’n berg in the middle of nowhere: indrukwekkend hoor. Het respect van de mensen voor ons vond ik ook frappant, alsof we de echte Olympiërs waren. Ze zagen het als een eer om ons te ontmoeten, best gek.”

Ook Cras was onder de indruk. “Japan is een van de meest propere landen waar ik ooit geweest ben. Wij lachten toen nog dat de mensen mondmaskers droegen. Vanaf ze daar ook maar een beetje verkouden zijn, dan dragen ze al een mondmasker om anderen niet ziek te maken. Nu komen we er allemaal mee… (lacht). Ook de luchtkwaliteit was verrassend goed. Je mag daar op de autostrade maar tachtig kilometer per uur rijden om luchtvervuiling tegen te gaan. En je mocht niet roken op straat, daar waren speciale hokken voor voorzien. Opvallend, toch?”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.