De haakse bocht voor het opdraaien van de kasseien, dat was het cruciale punt
foto: Cor Vos
Nico Dick
maandag 21 december 2020 om 10:29

De haakse bocht voor het opdraaien van de kasseien, dat was het cruciale punt

Analyse De wereldbekermanche in Namen was tot dusver de mooiste cross van deze winter. Een eerste climax na een voorzichtige, maar ondanks alle Covid-19 ellende voorlopig mooi opgebouwd veldritseizoen. De winnaars (m/v) op de Citadel waren voorspelbaar. Het wedstrijdverloop bij de mannen veel minder. Al een geluk dat Eddy Planckaert niet te gast was in de studio.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Ere wie ere toekomt: complimenten aan Lucinda Brand. Haar overstap van Team Sunweb naar de combinatie Telenet-Baloise in de winter en Trek-Segafredo in de zomer heeft haar geen windeieren gelegd. Tenminste, toch niet tijdens het veldritseizoen. We herinneren ons 9 december 2018. Die dag won Brand de Druivencross. Maar niet vooraleer ze – met enige zin voor overdrijving – een vijftal bomen in het Mariëndal had proberen ontwortelen. Ze won het pleit, weliswaar puur op basis van haar fysieke capaciteiten.

Maar zie, twee jaar later heeft de Rotterdamse, ondertussen dertiger, haar crosstechnische achterstand weggewerkt. Een durfal zoals Ceylin del Carmen Alvarado, op dat vlak de referentie bij de dames, wordt Lucinda Brand wellicht niet meer. Geen noodzaak om te winnen, zo blijkt. Brand was sinds 2018 al de meest regelmatige van vrouwelijke veldritpeloton (de voorbije twee jaar haalde ze op twee wedstrijden na overal het podium waar ze van start ging!), vandaag is ze met zes zeges in haar laatste zeven wedstrijden ook veelwinnares geworden.

Nee, dat is niet de grootste verrassing. Maar had je ons in augustus gevraagd wie deze winter het damesveldrijden zo gaan domineren, dan waren we in alle oprechtheid bij Alvarado of Worst uitgekomen. En situeerden we Brand, samen met Kastelijn en Betsema, daar toch net iets onder. Tot we in september Brand in Lichtaart (in de bossen rond Camping Floreal) met eigen ogen rondjes zagen draaien aan de zijde van Sven Nys en haar mannelijke ploegmaats Aerts en Van der Haar. September, dat was sinds 2011 steevast de maand waarin Band zich voorbereidde op het WK op de weg…

Namur – foto: Cor Vos

Nu afwachten of Sven Nys er in slaagt zijn kopvrouw in topvorm te houden tot in Oostende. Een regenboogtrui zou immers de opperste bekroning zijn van haar topseizoen én de investering om een volle winter te focussen op het veldrijden. Wees er maar zeker van dat ze in Morkhoven (ten huize de broers Roodhooft) nog wel een plannetje hebben om Alvarado, Worst en Kastelijn tegen eind januari in topvorm te krijgen. En Denise Betsema is geboren in het zand van Texel. Brand weet met andere woorden wat haar te doen staat.

Zesde prijs voor Van Aert
De meest opmerkelijke uitspraak na afloop van de Citadelcross kwam van Wout van Aert. Die was in Namen naar eigen zeggen (na de Nationale Trofee voor Sportverdienste, de Kristallen Fiets, de Flandrien, de Vlaamse Reus en de titel van Belgische Sportman van het jaar) zijn zesde prijs in een paar weken tijd komen ophalen. “Ik verdien vandaag de prijs van de domste, denk ik”, liet de Jumbo-Visma-kopman zich in een eerste reactie ontvallen. “Ik heb Mathieu opnieuw in de wedstrijd gebracht.”

Gelukkig zat Eddy Planckaert op de Esplanade boven op de Citadel niet in de Telenet-studio om de wedstrijd te analyseren, maar was het de immer realistische Richard Groenendaal die daar aan de zijde van Sven Nys en presentator Bram Lambert zat. Had Van Aert een punt? Ja, hij was het die in het laatste kwartier vóór het ingaan van de slotronde Mathieu van der Poel weer tot in het spoor van Tom Pidcock bracht. Waardoor de wens van het Britse talent (“ik had gehoopt dat Wout en Mathieu naar elkaar zouden kijken”) geen waarheid werd.

Een eventuele verwijzing naar het scenario Gent-Wevelgem kon op die manier alvast de prullenmand in. Wat Van Aert er niet bij vertelde is dat Van der Poel in de eerste koershelft ook wel zijn deel van het werk in de achtervolging had opgeknapt. Pidcock was immers al een keertje aan de haal gegaan. Toegegeven, door een gebrek aan zelfvertrouwen (na zijn vierde plaats in Boom was Van Aert écht teleurgesteld) kwam het besef bij de Kempenaar dat hij meedeed voor winst net iets te laat. Maar wat als hij in dat derde wedstrijdkwart iets langer in spaarmodus had gefietst? Had Van der Poel de kloof dan kunnen dichten? Nee, dan was Pidcock ongetwijfeld met de overwinning gaan lopen en mochten de twee rivalen knokken voor de tweede plaats.

Sleutel
Komen we in de slotronde terecht. Met Van der Poel als ‘killer’. Het ging na afloop over die befaamde laatste ronde van de Nederlander. Toch is de analyse dat VdP maar op één punt het verschil heeft kunnen maken: bij het opdraaien van de kasseistrook. Richard Groenendaal kaartte het voor de wedstrijd al aan: “Vreemd dat die afdaling niet in een vloeiende beweging overgaat in die kasseipassage, maar via en haakse bocht.” Wel, net dat bleek ook tijdens de finale het cruciale punt te zijn.

Van der Poel was de enige van alle toppers die de volledige afdaling op de fiets én in de klikpedalen bleef, waardoor hij in die aanzetmeters op de kasseien telkens weer vijf seconden bonus pakte. Het zijn die vijf seconden die Van Aert tekort kwam op de streep. Van der Poel was in de slotronde zoals verwacht lucide genoeg om te weten dat hij voor Van Aert aan die korte afdaling moest beginnen. Daar lag de sleutel tot de overwinning en dat heeft hij perfect gedaan.

Namur – foto: Cor Vos

Verder zijn de verschillen tussen de top drie in deze fase van het seizoen minimaal. Al moeten we onderstrepen dat Tom Pidcock naar deze periode had gepiekt, terwijl Van Aert en Van der Poel eerder nog in hun opbouwfase zitten. De Brit zal het de komende weken op training ongetwijfeld iets rustiger aan doen, om een tweede keer te pieken richting het WK in Oostende. Hoe dan ook zullen Van Aert en Van der Poel daar dé topfavorieten zijn. Dan was Namen maar een eerste hoogtepunt van dit voorlopig bijzonder aangename veldritseizoen.

Een seizoen dat door omstandigheden een leuke opbouw kent. In oktober en november zagen we spannende wedstrijden met dank aan de kopmannen van Pauwels Sauzen-Bingoal en Telenet-Baloise (al trokken de mannen van Mettepenningen telkens aan het langste eind), in december sloten eerst Van Aert en Pidcock aan, later Van der Poel. Maar de nummers één en twee van de Ronde van Vlaanderen stelden hun eerste confrontatie – al dan niet bewust – uit tot op de Citadel.

Jammer dat Toon Aerts de voorbije week op training werd aangereden door een wagen en dat Eli Iserbyt in de start wegviel met kettingproblemen. In tegenstelling tot Michael Vanthourenhout hebben zij zo niet de kans gekregen om te tonen of ze al dan niet een stapje dichter bij de Kings of cyclocross (zoals Pidcock met veel respect over Van der Poel en Van Aert praatte) zijn gekomen. Dat zien we dan wel de komende twee weken…

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.