Drie diploma’s en drastische verhuizing: het straffe verhaal van Jonas Geens, die op z’n 26e alsnog prof werd
Interview Jonas Geens had vier jaar geleden zelfs nog nooit een wielerwedstrijd gereden, maar is met een grote omweg nu wel bij de profs beland. En niet zonder succes, want afgelopen week in de Tour of Norway pakte de 26-jarige renner van Flanders Baloise uit met knappe ereplaatsen. “Dit is echt een droom die uitkomt”, laat hij optekenen in een gesprek met onze website.
Het traject van Geens is enerzijds atypisch, maar getuigt ook van veel doorzettingsvermogen en wilskracht. “Ik wist immers altijd al dat ik sportman zou willen worden. Dat was mijn grote droom, van kleins af. Dag in, dag uit alleen maar moeten trainen, eten en slapen: dat is hoe ik mijn leven voor mij zag. Ik heb heel mijn jeugd atletiek gedaan, maar door blessureleed aan de enkels is die droom op mijn 18e uit elkaar gespat.”
Je kunt op zo’n moment twee dingen doen: je heil elders gaan zoeken, of tegen beter weten in toch die droom blijven najagen. Bij Geens werd het een combinatie van beide. “Ik zat op een scharnierpunt in mijn leven. Ik heb er veel over gepraat met mijn ouders, maar het leek ons het beste dat ik eerst zou gaan studeren.”
Studies en verhuis naar Frankrijk
En niet zomaar een studie: aan de KU Leuven behaalde Geens cum laude een bachelordiploma Business/Managerial Economics, gevolgd door een master Business Economics. Een jaar nadien plakte Geens daar aan de Universiteit Antwerpen nog een postgraduaat Degree, Energy & Climate aan vast. “Maar het is niet dat ik een passie voor economie heb, of zo. Die droom om profsporter te worden is nooit weggegaan. Ik ben die richting vooral gaan studeren omdat het een vrij algemene keuze was. Ik wist altijd, diep vanbinnen: ik ga dat hier afronden en dan nog één keer voor die profdroom in de sportwereld gaan.”
Weliswaar in het wielrennen. “Ik zocht een sport die veel minder belasting aan de enkels geeft. Zowel wielrennen als zwemmen waren opties, maar de keuze is op het eerste gevallen. Tijdens mijn studies ben ik al wel wat beginnen fietsen, maar dat was echt als toerist. Maar vanaf de seconde dat ik was afgestudeerd heb ik een trainer gepakt en ben ik bij de elites zonder contract beginnen koersen. Dat ging goed, en dus mocht ik bij het continentale Tarteletto Isorex aan de slag – in combinatie met halftijds werk. Alleen, daarna had ik nog niet het niveau om prof te worden, en dus stond ik opnieuw voor een keuze: doorgaan of niet?”

Geens in zijn periode bij Tarteletto Isorex – foto: Cor Vos
Waarop Geens opnieuw een drastische beslissing nam. Hij besefte dat hij, om de progressie te maken die nodig is om prof te worden, nog grote stappen zou moeten zetten, en tegen betere renners zou moeten koersen. Maar het moest ook een oplossing zijn die financieel haalbaar is. “Zo kwam ik bij een Franse amateurploeg terecht, eentje uit Bretagne. Het was een team waar de budgetten wel redelijk hoog lagen en waar je een goede onkostenvergoeding kon krijgen. Ik mocht er ook in een huis van de ploeg zitten, zonder huur te betalen. Zo kon ik één jaar lang alles op de koers zetten, zonder bezig te zijn met randzaken.”
Het bleek een gouden zet van Geens. Op Franse bodem won hij de ene na de andere amateurkoers – bovendien op een meer heuvelachtig terrein dan hij in Vlaanderen kon vinden, wat niet onbelangrijk is als heuvelspecialist. “Het was een risico, maar ik wilde gewoon niet blijven aanmodderen in Vlaanderen. Mijn ambities lagen verder. Ik moest dan wel ver van mijn familie en vrienden gaan wonen, maar ik kon mijn passie ten minste doen. In dat jaar op amateurniveau heb ik reuzenstappen gezet. Ik heb het geluk gehad dat het precies is uitgepakt, zoals ik had gehoopt. De resultaten bleven komen en ik heb léren koersen.”
Masterplan werkt
En nog belangrijker: ook de volgende stap in het ‘masterplan’ van Geens kwam zo tot uiting. “Op een dag kreeg ik dat telefoontje van Flanders Baloise. Dat had ik écht niet verwacht. Ik werd vooral gevolgd door Franse kleinere ploegen, maar niet door Belgische teams. Ze wilden me een kans geven, wat echt niet evident is op mijn 26e. Veel ploegen denken: oei, hij is geen belofte geweest. Het was dus niet simpel, maar mijn droom is wel uitgekomen. En ik ben heel dankbaar dat ze het dan toch met mij aandurven.”
Intussen bewijst Geens het grote gelijk van Hans De Clercq en co. Zijn seizoen begon stroef met een sleutelbeenbreuk op zijn tweede koersdag, maar sinds april komt het talent van Geens eruit – zelfs in grote koersen als de Brabantse Pijl, Ronde van Turkije en Tour of Norway. In die laatste ging hij op de heuvelachtige finishes zelfs de strijd aan met Matthew Brennan, Maxim Van Gils en Tibor Del Grosso – de toptalenten van de toekomst op dat soort heuvelaankomsten, die Geens ook het beste lijken te liggen.
“Het was een grote stap van de amateurs, en ik had stiekem wel wat schrik om dit jaar mee te rijden als pelotonvulling. Maar eigenlijk is alles meegevallen. Ik ga nooit zeggen dat ik het allergrootste supertalent ben, maar blijkbaar verteer ik de belasting en het steeds hogere volume op training heel goed. Zo blijf ik maar stappen zetten. Nu zit ik op het beste niveau dat ik ooit heb gehaald, maar normaal zou ik nog progressiemarge moeten hebben. Wie weet geraak ik zo ooit nog in de WorldTour. Dan heb ik écht alle niveaus doorlopen”, besluit Geens, die van de Baloise Belgium Tour zijn volgende doel heeft gemaakt.
Jaar | Team |
---|---|
2026 | Team Flanders - Baloise |
2025 | Team Flanders - Baloise |
2023 | Tarteletto - Isorex |
Om te reageren moet je ingelogd zijn.