Niels Bastiaens

• maandag 7 maart 2022 om 18:35

Interview Dries De Bondt (30) ontpopt zich steeds meer als potentiële afwerker binnen Alpecin-Fenix. Na een derde plek in Samyn na een lastige koers, was het in de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré bijna prijs in de groepsspurt. “Voor mij is het duidelijk. Mijn waarde ligt bij mijn killersinstinct: het afwerken of podium rijden in wedstrijden zoals deze”, vertelt de renner uit Buggenhout aan WielerFlits.

“Ik rijd deze koersen op een soort gefrustreerd gevoel, dat na de Omloop is ontstaan”, lacht de voormalige Belgische kampioen. “Deels door mijn eigen foutje heb ik op de Muur de aansluiting met de eerste groep gemist. Daar had ik altijd moeten bijzitten en dat heb ik tijdens de voorbije twee koersen willen bewijzen. Ik zat echt nog op mijn honger. Nu eindig ik derde en tweede, en daarom blijf ik toch achter met een goed gevoel. Maar nu mag die overwinning ook wel komen.”

Op die manier ontdekt ook De Bondt nog nieuwe facetten van zichzelf. “Pas op, ik wist wel dat mijn sprint een wapen kan zijn. Ik heb in 2016 eens Jens Keukeleire geklopt in een sprint man tegen man, daarom besef ik dat ik explosief en snel ben. Alleen: hoe groter de groep, hoe lastiger voor mij om het af te werken. Als ik een gids heb, die mij afzet waar ik moet zitten, dan rij ik altijd goede sprints. Maar dat is altijd het probleem. Die inspanning leveren op het juiste moment…”

Net niet voor De Bondt, op links – foto: Cor Vos

“Nu zat ik eindelijk eens waar ik moest zitten, dankzij Guillaume Van Keirsbulck. Die had mij afgezet tussen de treinen van Quick-Step Alpha Vinyl en Lotto Soudal. Perfect dus. Maar toch rijd ik heel de sprint in de slipstream, en had ik op de streep niet het gevoel dat ik al uitgereden was. Hetzelfde verhaal van altijd (zucht). Ach, misschien was het gewoon te lang geleden dat ik nog een groepssprint heb gereden. Het voelde weer een beetje als nieuw voor mij, en daar wil ik graag aan werken.”

Meer nog, De Bondt wil zich meer en meer bewijzen als een betrouwbare afwerker, wat hij in het verleden al in Halle-Ingooigem, de Memorial Van Steenbergen en het BK deed. “Kijk, er volgen nu op korte tijd heel veel wedstrijden die mij goed liggen. Drenthe, Denain, een Italiaans intermezzo met de Coppi e Bartali, Dwars door Vlaanderen en de Volta Limburg Classic. Je merkt: allemaal koersen van de tweede lijn. In die rol moet ik kunnen scoren. En dat is ook het plan van de ploeg…”

“Er zijn genoeg sterke mannen die kunnen fungeren als knecht in de grote klassiekers bij Alpecin-Fenix… Die jongens kunnen dat volgens mij zelfs even goed als ik. Maar mijn waarde ligt bij mijn killersinstinct: het afwerken of podium rijden in koersen zoals deze. Dat beseffen ze bij de ploeg ook. Ze willen mij meer terug profileren als speerpunt. En dat zie ik natuurlijk graag gebeuren.”