Dylan Teuns kritisch, maar ook blij met vernieuwde klimklassiekers: “Idealiter finish terug op Cauberg”
Interview Dylan Teuns ziet in de vernieuwde finale van de Amstel Gold Race een extra opportuniteit. De traditionele Cauberg keert voor het eerst sinds 2016 terug in volle finale, maar voor de 33-jarige Teuns mag de organisatie gerust nog een stapje verder gaan. Voor de voormalige winnaar van de Waalse Pijl mogen de klimklassiekers best wat zwaarder zijn, zo laat hij weten in gesprek met WielerFlits.
Er verandert dit jaar behoorlijk wat voor de renners die zich op het vierluik Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik focussen. Flanders Classics besloot haar wedstrijden immers grondig te heroriënteren en plaatste de Brabantse Pijl plots amper 48 uur voor de Gold Race. De wedstrijd moest daarom ook stevig inkorten. De Nederlandse topklassieker hertekende dan weer de finale.
“Ik weet niet goed wat ik van die nieuwe Brabantse Pijl moet denken”, steekt Teuns van wal. “Ik snap niet goed waarom de Ronde van Limburg niet op vrijdag kon komen en de Brabantse Pijl op woensdag. Dat was in mijn ogen logischer geweest. Zeker omdat de Brabantse Pijl daarom plots zo’n veertig kilometer korter is geworden. Dat wordt nu nog meer voor de explosieve types. Er zijn al weinig opportuniteiten voor de renners die de klimklassiekers viseren, dan zie je dit niet graag gebeuren.”
Flanders Classics wilde de renners die de Ronde van het Baskenland in de benen hebben, zo de kans geven om de Brabantse Pijl mee te pikken.
“Dat heeft dan toch zijn effect gemist. Ik zie het merendeel van de renners die uit het Baskenland komen toch nog altijd skippen, om tijdens de Amstel Gold Race pas in te stappen. Als je uit het Baskenland komt, moet je wellicht toch kiezen. Er zit amper één dag recuperatie tussen de twee koersen, dat is héél weinig en heel jammer. In mijn geval doe ik ze nu toch allemaal, omdat ik nog weinig competitie in de benen heb.”

Teuns tijdens de Ronde van Vlaanderen – foto: Cor Vos
De Brabantse Pijl lijkt voor veel renners wel dé kans op winst, als enige klimklassieker waar Tadej Pogacar niet meedoet.
“Dat is waar, maar we zitten nog altijd met Wout van Aert, Remco Evenepoel en Tom Pidcock. En dan vergeet ik nog een aantal grote namen te noemen. Sowieso is koersen winnen niet meer gratis, maar ik weet dat de koersen die eraan komen, mij allemaal liggen.”
Zeker de Amstel Gold Race, die met de Cauberg in volle finale terug meer voor puncheurs lijkt gemaakt.
“Dat is een heel positieve evolutie. Ik vond de finale de laatste jaren een beetje onthoofd. Het laatste ‘shot’ werd altijd op de Geulhemmerberg afgevuurd. Vanaf dan was het nog meer dan tien kilometer tot de finish, met wel nog de Bemelerberg en wat kleine straten. Je zag dat die finale meestal enkele kleine groepjes opleverde, die dan gingen sprinten. Dat is heel moeilijk voor mijn type renner.”
Ben je alleen fan uit eigenbelang?
“Natuurlijk ligt de finale mijn type renner gewoon het beste, want je moet nu niet per sé meer naar de sprint met het groepje waarmee je op pad bent. Het opent een extra troefkaart, daar moet ik niet flauw over doen. Maar los daarvan, geeft het de Amstel Gold Race toch ook terug wat meer eigenheid. Ik zeg al jaren dat ik het graag terug zou zien zoals het in 2012 was, met de aankomst op de Cauberg zelf.”
Was de finale te gemakkelijk geworden?
“Om het af te werken voor mijn type renner wel. Het zijn toch de ‘klimklassiekers’, maar ze halen alle beklimmingen eruit. In Luik-Bastenaken-Luik is dat met die oplopende finish richting Ans ook al het geval. Dat vind ik oprecht zonde voor deze koersen.”
Anderzijds zou je ook kunnen beargumenteren dat Pogacar toch misschien al weg zal zijn voor die finale helling. Denk je dat veel renners snel aan de tweede plaats zullen beginnen denken en Pogacar liefst gewoon laten vertrekken?
“Ik denk niet dat Remco met zo’n ingesteldheid aan de start staat. Pidcock ook. In zo’n geval kunnen het weleens interessante wedstrijden worden. Misschien krijgen we dan hetzelfde scenario als Parijs-Roubaix, dat er twee of drie kampioenen wegrijden en dat er daarachter een koers is voor de ereplaatsen. Daar zou ik ook wel mee kunnen leven. Als ik een podiumplek heb, is dat evenwaardig aan een overwinning.”

In de Waalse Pijl van 2022 boekte Teuns zijn grootste zege – foto: Cor Vos
Nochtans, de laatste die Pogacar van winst in een Ardennenklassieker (waaraan hij deelnam) hield, ben jij. In de Waalse Pijl van 2022!
“In de uitslag zie je Valverde en Alaphilippe kort achter mij, maar Pogacar was er ook niet veraf (twaalfde, red.), ja. Ik ben nog altijd heel trots op dat resultaat, maar ik moet niet beginnen dromen. Met de Pogacar die we het laatste anderhalf jaar bezig zien, wordt het heel moeilijk. Neem Mathieu van der Poel weg in Parijs-Roubaix en Tadej steekt er ook daar met kop en schouders bovenuit. Er is weinig aan te doen, op eender welk parcours. Dat is de realiteit waarin we momenteel leven in het wielrennen.”
Kan je zijn superkracht met iéts compenseren? Je gevoel voor timing en ervaring op de Muur van Hoei, of je parcourskennis in de Amstel Gold Race?
(lacht) “Timing en parcourskennis zijn mooi, maar het zijn de benen die tellen. Als je hem wil kloppen, moet je gewoon heel sterke benen hebben. Zo simpel is het.”
En beschik jij over die goede benen? Sinds begin maart zagen we je alleen nog in actie in de Ronde van Vlaanderen.
“Drie à vier dagen na de Strade Bianche ging het heel slecht met mij. Uit een check is gebleken dat ik een serieus virus in mijn lichaam had, waardoor ik tien dagen aan de kant heb gestaan. Met amper tien dagen training ben ik dan in de Ronde van start gegaan. Ik was iets te onzeker, waardoor ik afwachtend heb gekoerst en niet met de besten durfde meegaan. Toch ben ik nog in de groep die sprintte voor plek acht gefinisht, maar het was duidelijk dat ik competitieritme en vertrouwen miste om beter te doen.”
“Nu sta ik hier met hetzelfde gevoel. Je komt tegen een nieuw blik renners uit die goed uit het de Ronde van het Baskenland komen, maar ik heb tegen hen niet echt een waardemeter gehad. Ik heb wel hard getraind en mijn vorm naar een hoger niveau proberen te brengen, maar ik zit terug met dat onzekere gevoel van voor de Ronde. Ik hoop dat ik met frisheid het een en ander kan goedmaken.”
“Cofidis rekent in ieder geval op mij en ploegmaat Alex Aranburu als de leiders van de ploeg. Alex is ook uitstekend in vorm, zagen we duidelijk terug in de Ronde van het Baskenland. En hij is snel in de sprint. Zo vullen we elkaar goed aan.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.