Dylan van Baarle heeft er alle vertrouwen in dat hij in goede vorm naar de Olympische Spelen kan. Dat heeft de uittredende Nederlands kampioen op de weg verteld in de AD-podcast In Koers.

Het noodlot sloeg voor Van Baarle toe in de vijfde etappe van het Critérium du Dauphiné. Op een glad stuk wegdek ging zowat het halve peloton neer. Van Baarle en ploegmaat Steven Kruijswijk werden als grootste slachtoffers van de massale valpartij in de Dauphiné per ambulance afgevoerd naar het ziekenhuis. Daar ondergingen ze verschillende onderzoeken, waaruit bleek dat Van Baarle zijn sleutelbeen had gebroken. Daaraan moest Van Baarle ook geopereerd worden.

“Ik was naar voren opgeschoven en toen gingen ze voor me onderuit”, doet Van Baarle zijn verhaal over de val. “Ik merkte dat de weg glad was en probeerde zo veel mogelijk af te remmen. Toen nam ik de beslissing om niet op het asfalt te vallen, maar de berm in te sturen, hopend op een goede afloop. Ik had helaas nog te veel snelheid en ben vol op mijn schouder terecht gekomen. Toen Michele Gazzoli (Astana-renner, red.) zijn hand uitstak om me recht te helpen, dacht ik: oei, volgens mij is het echt niet goed. Dan begint de rollercoaster.”

• 

  6 jun

  Lees ook Geen Tour de France voor Dylan van Baarle en Steven Kruijswijk, breuken vastgesteld na val

  6 jun

Grote gevolgen
’s Avonds sijpelde de gevolgen van de val bij Van Baarle pas echt binnen. “Je hebt eerst de hoop dat je de Tour alsnog kan halen, maar toen ik in mijn bed lag, besefte ik dat dat heel moeilijk ging worden. Tijdens de operatie bleek het ook complexer dan ze in eerste instantie dachten. Mijn sleutelbeen was doormidden en het eerste gedeelte van de breuk was versplinterd. Ik heb nu een plaat van elf centimeter in mijn sleutelbeen.”

Toch blijft de Visma | Lease a Bike-renner, die wel de Tour moest missen, strijdbaar richting Olympische Spelen. Daar mag hij samen met Mathieu van der Poel en Daan Hoole de Nederlandse eer verdedigen. “Ik ga nog drie weken naar Tignes. De Olympische Spelen gaan geen probleem zijn. Ik heb er alle vertrouwen in dat ik daar met een heel goede vorm aan de start ga staan. Of ik straks beter voorbereid ben dan wanneer ik de Tour zou hebben gereden, weet ik niet, maar ik ga in ieder geval heel fris aan de start staan.”