Edvald Boasson Hagen was vanzelfsprekend erg blij dat hij de openingsrit kon winnen in het Critérium du Dauphiné. In de etappe naar Jussac zag hij flink af, met name op de laatste klim. Maar waar andere sprinters overboord gingen, hield de sterke Noor knap stand in het peloton.

“Ik ben erg blij dat ik deze overwinning kon pakken. Op de laatste klim zag ik erg af, maar ik slaagde erin een goede sprint te rijden”, blikte de renner van Dimension Data terug. “Kortom, ik had wat geluk. Het was heel zwaar, veel sprinters moesten eraf. Nu pakte ik de zege en ik ben erg blij dat ik opnieuw kon winnen.”

De resultaten van de Noor zitten in deze fase van het seizoen in de lift. In de Tour of Norway pakte hij al een ritzege en werd hij derde in het klassement. En ook in de Dauphiné is hij op de afspraak. “De goede vorm zit eraan te komen en hopelijk zit er nog meer in het vat. Dit is goed voor mij en voor mijn ploeg Dimension Data.”

Aanvallers op de laatste klim
Even dreigden Bjorg Lambrecht en de vroege vluchters Oliver Naesen en Magnus Cort de plannen van het peloton te dwarsbomen door weg te rijden op de laatste klim van de dag, de Côte de Roquenatou. Onder anderen Sam Bennett moest daardoor passen. Pas op vijfhonderd meter van de streep werd het drietal gegrepen, waarna Boasson Hagen naar de winst koerste.

“Het pakte gelukkig goed uit. De hele ploeg achtervolgde sterk. Ik zag af, maar gelukkig kon ik eraan blijven hangen.” Als ritwinnaar kreeg hij ook de eerste leiderstrui om de schouders. “Ik verwacht niet dat ik die lang zal houden, maar ik ga hem zo lang mogelijk proberen te dragen. Ik ben ik elk geval erg blij met deze zege en vanaf nu ga ik het per dag bekijken.”