Eindejaarslijstjes: De beste Belgische wielrenner van 2021
foto: Cor Vos
dinsdag 14 december 2021 om 19:30

Eindejaarslijstjes: De beste Belgische wielrenner van 2021

Eindejaarslijstjes In de maand december blikt WielerFlits traditioneel terug op het afgelopen wielerseizoen met de reeks Eindejaarslijstjes. Wat waren de hoogte- en dieptepunten van het afgelopen jaar en welke renners verdienen nog een eervolle vermelding voor 2021? Iedere werkdag is er een nieuwe lijst met bijbehorende poll. Vandaag staat centraal: de beste Belgische wielrenner van het jaar.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Wil je de tussenstand of uitslag van de Eindejaarslijstjes-poll bekijken? Check dan elke dag de Instagram Stories van @WielerFlits!


flag-be Wout van Aert

foto: Cor Vos

Wout van Aert begon zijn wegseizoen in Italië met een vierde plek in Strade Bianche. Vervolgens won hij in Tirreno-Adriatico de eerste sprintetappe en de afsluitende tijdrit en eindigde hij tweede in het klassement achter Tadej Pogačar. Zijn Italiaanse blok sloot de renner van Jumbo-Visma af met een derde plaats in Milaan-San Remo.

In de E3 Saxo Bank Classic moest Van Aert zich tevreden stellen met de elfde plaats, maar dan volgde de winst in Gent-Wevelgem waar hij de sprint van de kopgroep won. In de Ronde van Vlaanderen zat er niet meer in dan een zesde plek en in de Brabantse Pijl moest hij zijn meerdere erkennen in Tom Pidcock, die hij in de Amstel Gold Race dan weer klopte in een spannende sprint. Nadat hij in juni Belgisch kampioen was geworden, bereikte hij zijn absolute topvorm in de Tour de France.

WVA won de bergetappe over de Mont Ventoux, de laatste tijdrit én de prestigieuze sprint op de Champs-Élysées. In het klassement eindigde hij knap negentiende. Op de Olympische Spelen in Tokio moest hij genoegen nemen met zilver in de wegkoers. In aanloop naar het WK toonde hij zich opnieuw, dit keer met vier ritzeges en de eindwinst in de Tour of Britain. Op het WK zelf reed hij op de tijdrit naar het zilver, maar miste hij in de wegkoers de juiste benen. Hij sloot zijn wegseizoen af met de zevende plek in Parijs-Roubaix.


flag-be Victor Campenaerts

foto: Cor Vos

Een tijdrijder, dat is Victor Campenaerts allang niet meer. De succesvolle metamorfose die hij heeft ondergaan (van tijdrijder naar aanvalslustige klassiekerrenner) levert hem een nominatie op in dit Eindejaarslijstje voor de beste Belgische wielrenner.

Namens Qhubeka ASSOS wist de 30-jarige hardrijder een etappe in de Giro d’Italia uit het vuur te slepen. Zijn ritzege in de vijftiende etappe naar Gorizia – waarin hij medevluchter Oscar Riesebeek te slim af was in een natte finale – betekende voor VocSnor zijn eerste overwinning sinds 2019. Het was ook een keihard bewijs dat zijn switch succesvol is. Eerder in het voorjaar liet Campenaerts zich ook al van zijn attractieve kant zien door diverse voorjaarskoersen te kleuren.

Heel veel ereplaatsen reed hij in het voorseizoen niet, maar het was dan ook dat Campenaerts vaak alles-of-niets speelde. Na de Giro waren er meer ereplaatsen voor de Antwerpenaar: een derde plaats op het BK tijdrijden, een derde plaats in het eindklassement van de Benelux Tour, tiende op het EK op de weg en een selectie voor het WK in eigen land, waar hij uiteindelijk als twintigste eindigde in Leuven.


flag-be Remco Evenepoel

foto: Cor Vos

Na een lange revalidatie als gevolg van zijn val in de Ronde van Lombardije vorig jaar, begon Remco Evenepoel zijn 2021-seizoen in de Giro d’Italia. Op het allerhoogste niveau, zonder voorbereidingskoers in de benen. Het doel was om ‘het goede gevoel terug te krijgen’, maar met een schuin oog werd toch het algemeen klassement in de gaten gehouden. Een goede start wakkerde het vuurtje verder aan en even leek Evenepoel op de zesde dag het roze te pakken. Attila Valter was de pretbederver. Tot en met de Strade Bianche-etappe bleef Evenepoel op de tweede plaats staan in het klassement, in het kielzog van Egan Arley Bernal.

In die gravelrit verloor hij echter minuten en daarmee was de weg omlaag ingezet. In de bergrit naar Cortina d’Ampezzo zakte hij door het ijs, waarna hij na een valpartij een dag later de strijd staakte. In de zomermaanden herpakte REV zich met zilver op het BK tijdrijden en rit- en eindwinst in de Baloise Belgium Tour. Op het BK op de weg eindigde hij als derde. De Olympische Spelen verliepen niet zoals verwacht voor het toptalent van Deceuninck-Quick-Step, maar in het najaar greep hij toch nog een flink aantal overwinningen.

Hij won twee etappes en het klassement in de Ronde van Denemarken, sloeg toe in zowel de Druivenkoers Overijse als de Brussels Cycling Classic. Het EK tijdrijden leverde hem brons op en het EK op de weg zilver, nadat hij Sonny Colbrelli niet kon afschudden. Op het WK tijdrijden veroverde hij andermaal brons, waarna de WK wegrit in eigen land niet uitdraaide zoals gehoopt – ook al dacht Evenepoel dat hij de benen had om wereldkampioen te worden. In het late najaar voegde hij nog een vijfde plek in de Giro dell’Emilia en een solozege in de Coppa Bernocchi toe aan zijn lijst. De Ronde van Lombardije, de plek waar 2020 dramatisch eindigde voor hem, sloot hij af als negentiende.


flag-be Tim Merlier

foto: Cor Vos

Begin 2019 was Tim Merlier een ploegloze wielrenner en veldrijder; anno 2021 is Tim Merlier een van de snelste sprinters in het peloton met etappezeges in de Giro d’Italia en de Tour de France achter zijn naam. Met negen overwinningen behoort de kopman van Alpecin-Fenix ook tot de veelwinnaars van het voorbije seizoen.

Het voorjaar begon voortvarend voor Merlier, met zeges in Le Samyn, de GP Monseré en de Bredene Koksijde Classic kort na elkaar. Ook in de voorjaarsklassieker Dwars door Vlaanderen maakte hij indruk met een derde plek. Dat alles in opbouw naar de eerste grote ronde in zijn carrière. Meteen in de eerste sprintrit was het raak voor Merlier: in Novara versloeg hij Giacomo Nizzolo, Elia Viviani en Dylan Groenewegen. Na nog een derde plaats in een sprintrit gaf hij op de elfde dag op. Na een snel herstel volgden zeges in de Ronde van Limburg en de Elfstedenronde.

Ook in de Tour de France maakte Merlier zijn opwachting en ook hier was het in de eerste sprintetappe raak. De chaotische finale naar Pontivy overleefde hij met de ploeg, waarna hij het afmaakte vóór ploegmaat Jasper Philipsen. In Châteauroux kwam hij niet verder dan een zevende plek, waarna de pure sprinter in het eerste klimweekend opgaf. Het najaar leverde Merlier nog twee ritzeges in de Benelux Tour en ereplaatsen in de GP Marcel Kint (tweede), Antwerp Port Epic (derde) en de GP d’Isbergues (tweede) op.


flag-be Jasper Philipsen

foto: Cor Vos

Met de sprinters zit het wel snor bij Alpecin-Fenix. Waar Merlier negen overwinningen boekte, deed Jasper Philipsen dat óók. In sommige wedstrijden waar beide heren werden uitgespeeld, was er soms wat wrijving. Maar in de koersen waar ieder zijn eigen kans kreeg, werd gescoord. Philipsen kwam weliswaar langzaam op gang, maar met een tweede plek in de Oxyclean Classic Brugge-De Panne was hij al dichtbij.

Na winst in de Scheldeprijs volgden twee ritzeges in de Ronde van Turkije, waar hij botste op een verrassende Mark Cavendish. In de Tour de France was het telkens net niet voor Philipsen, die – zeker na de opgave van Merlier – meer dan genoeg kansen kreeg. Het resultaat? Drie tweede plaatsen en drie derde plaatsen in de sprints. Een lange rustpauze na de Tour deed Philipsen goed. In de Vuelta a España wist hij in de openingsweek twee etappes te winnen.

Er waren meer mogelijkheden, maar in Spanje stuitte hij op een sterke Fabio Jakobsen. Na elf dagen stapte Philipsen af, om in het najaar zijn zegeteller flink op te laten lopen. In een week tijd won hij het Kampioenschap van Vlaanderen, Eschborn-Frankfurt, de GP Denain en de Classique Paris-Chauny. Daarmee heeft Philipsen een belangrijke rol gespeeld in het wonderjaar van Alpecin-Fenix.


flag-be Jasper Stuyven

foto: Cor Vos

Voor Jasper Stuyven was 2021 misschien wel zijn beste jaar op de fiets sinds het begin van zijn profcarrière. Dit is natuurlijk dankzij zijn overwinning in Milaan-San Remo, meteen ook zijn eerste monument. Met zo goed als 300 kilometer is La Primavera de langste koers op de huidige wielerkalender en daarbovenop ook een van de vijf monumenten. Jasper Stuyven trok in de Italiaanse koers op drie kilometer van de meet ten aanval. Na wat hulp van Søren Kragh Andersen kon hij zijn ultieme sprint inzetten om het aanstormende peloton nipt voor te blijven. Stuyven won en boekte zijn mooiste overwinning in zijn profcarrière.

Na zijn zege in San Remo reed Stuyven verder zoals we hem kennen; ereplaats na ereplaats. Hij werd vierde in de Ronde van Vlaanderen, nadat hij de sprint voor de derde plaats verloor tegen Greg Van Avermaet. Verder werd hij tweemaal vierde in het Critérium du Dauphiné, achtste op het BK en tweede in de etappe naar Le Creusot in de Tour. Ook na La Grande Boucle bleef Stuyven ereplaatsen verzamelen. Met een zevende plaats in de Bretagne Classic, een zevende plaats in het algemeen klassement van de Benelux Tour en een derde plaats in zowel de Primus Classic als in Parijs-Tours, is zijn lijstje indrukwekkend.

De Leuvenaar had met het WK in zijn eigen stad de perfecte afsluiter van zijn seizoen – of dat was toch bijna het geval. Stuyven moest in de sprint om de tweede plaats Dylan van Baarle en Michael Valgren voor zich laten, waardoor de thuisrijder op de pijnlijke vierde plaats terechtkwam. Consternatie alom voor Jasper en alle Leuvenaren, maar het net missen van een podiumplaats in zijn WK mag zijn sterke en constante seizoen niet verpesten. Want wie droomt nu niet van een monument winnen?


foto: Cor Vos

Een eervolle vermelding is er voor een drietal renners. Yves Lampaert werd knap Belgisch kampioen tijdrijden, won een rit in de Tour of Britain, eindigde als vijfde in Parijs-Roubaix, vierde in Dwars Door Vlaanderen, tweede in de Baloise Belgium Tour en tweede in de Heistse Pijl.

En wat met Dylan Teuns? Ritwinnaar in de Tour de France in Le Grand-Bornand, maar verder een seizoen in de luwte voor zijn doen. Een zevende plek in de Brabantse Pijl, een achtste plaats in de Ronde van Polen, een vierde stek in de Deutschland Tour en wat ereplaatsen in Parijs-Nice vallen nog op.

Ook Ben Hermans scharen we in dat rijtje. De ervaren klimmer van Israel Start-Up Nation won de Arctic Race of Norway, zegevierde in de Giro dell’Appennino, greep een ritzege in de Tour Poitou-Charentes, werd tweede in de Ronde van Hongarije, zesde in de Settimana Coppi e Bartali en speelde een belangrijke rol op het EK.


Stem hier op jouw favoriet!

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.