Eindelijk duidelijkheid over klassements- en prijzengeld Wereldbeker veldrijden
Het heeft lang geduurd, maar de Internationale Wielerunie UCI en Flanders Classis zijn er uitgeraakt wat betreft de nieuwe prijzengelden voor de Wereldbeker Veldrijden 20-21. De ingekrompen kalender heeft amper gevolgen voor de acteurs en actrices. Dat melden bronnen aan WielerFlits.
Oorspronkelijk waren 14 wedstrijddagen voorzien in de vernieuwde Wereldbeker. En het prijzengeld voor het eindklassement werd vastgelegd op 155.000 euro bij zowel de heren als de dames elite. Nu die 14 proeven herleid zijn tot nog maximum vijf (Tabor, Namen, Dendermonde, Hulst en Overijse), vreesde een deel van het peloton dat er deze winter geen prijzengeld zou zijn. Of toch tenminste dat die pot slechts een fractie zou zijn van dus de oorspronkelijke 310.000 euro.
Maar dat blijkt dus prima mee te vallen. De 155.000 werd herleid naar 100.000 euro voor zowel de mannen als de vrouwen, dat is ongeveer twee derde. Uiteraard met gelijkheid tussen mannen en dames. In de jeugdcategorieën betaalt de UCI zoals voorzien de onkostenvergoedingen.
Ook het prijzengeld per wedstrijd werd aangepast. De mannen verdelen in totaal 29.625 euro per WB-proef (in plaats van 39.500). De dames 22.365 in plaats van 29.365 euro. Het verschil tussen heren en dames zal pas – zoals voorzien – volgend jaar helemaal weggewerkt zijn, al is de top elf nu al gelijkgeschakeld. De winnaars strijken per manche 4.000 euro op.
Wacht wacht jullie zijn iets vergeten! Communiceer nog snel of er ook prijzengeld is dan kunnen renners ook hun koffers beginnen pakken. https://t.co/ZErGXDqJ5l
— Sven Nys (@sven_nys) November 24, 2020
Om te reageren moet je ingelogd zijn.