EK 2021: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften
foto: UEC
Youri IJnsen
zaterdag 11 september 2021 om 07:30

EK 2021: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften

Zaterdag strijden de beloften om de Europese titel en de bijbehorende wit-blauwe sterrentrui. Dat doen ze net als alle andere categorieën op een uitdagende omloop in Trente. Welke U23-mannen kun je hier van voren verwachten? WielerFlits blikt vooruit!

Historie

De Europese kampioenschappen zoals we die vandaag de dag kennen, werden voor het eerst geïntroduceerd als een wedstrijd voor de beloften. Dat was in 1995, een jaar voordat de categorie officieel door de UCI werd omarmd. In het Tsjechische Trutnov was Mirko Celestino toen aan het feest, voor de Let Romāns Vainšteins en Giuliano Figueras. Wat opvalt aan de vorige 26 winnaars, is dat er eigenlijk niet eentje uitgegroeid is tot een renner van de absolute wereldtop. Ook van de overige medaillewinnaars kun je dat amper zeggen.

Toch zijn er zeker een aantal bekende renners die de Europese trui hebben bemachtigd. Zo was cultheld Salvatore Commesso in 1997 de beste, pakte Michael Albasini in 2002 de bloemen, een jaar later gevolgd door Giovanni Visconti. Benoît Sinner greep in 2006 in Valkenburg het goud, terwijl Kris Boeckmans in 2009 in eigen land zegevierde toen het EK plaatsvond in Hooglede-Gits. In 2012 was Jan Tratnik vervolgens de beste in het Nederlandse Goes. Een jaar later pakte Sean De Bie een tweede Belgische EK-titel op vier jaar tijd.

Boeckmans won voor eigen volk – foto: Cor Vos

Naast de succesverhalen, zijn er ook een paar minder geslaagde hoofdstukken aan het wielerboek toegevoegd. Denk bijvoorbeeld aan Zoran Klemenčič. Hij werd na zijn zege in 1998 meteen prof, maar verder dan een etappezege in de Driedaagse De Panne-Koksijde kwam hij niet. Zijn vijfde plek op het WK van 2002 was zijn laatste opleving. Ook Michele Gobbi (1999) en Graziano Gasparre (2000) werden bepaald geen hoogvliegers. Sommigen haalden de profs zelfs helemaal niet: Kalvis Eisaks (2004) en Andrey Klyuev (2007).

Van de laatste tien winnaars, schopte iedereen het tot de profs. Julian Kern (winnaar in 2011) was dat wel slechts twee seizoenen, bij AG2R La Mondiale. De laatste jaren kwamen er wel steeds meer renners van naam op de erelijst. Hoewel ze nog het nodige moeten bewijzen, lijkt er met name voor Stefan Küng, Marc Hirschi en Alberto Dainese een mooie toekomst in het verschiet te liggen. Datzelfde gold voor de twee jaar geleden overleden Bjorg Lambrecht. De jonge Belg werd in 2016 nipt tweede achter Aliaksandr Riabushenko.

Alberto Dainese greep het goud in Alkmaar, twee jaar geleden – foto: Cor Vos

Laatste tien winnaars flag-europe EK op de weg U23
2020: flag-no Jonas Hvideberg
2019: flag-it Alberto Dainese
2018: flag-ch Marc Hirschi
2017: flag-dk Casper Pedersen
2016: flag-by Aliaksandr Riabushenko
2015: flag-sk Erik Baška
2014: flag-ch Stefan Küng
2013: flag-be Sean De Bie
2012: flag-si Jan Tratnik
2011: flag-de Julian Kern


Vorig jaar

Hvideberg verraste de sprinters – foto: Cor Vos

Na lang wikken en wegen vond het EK vorig jaar plaats in het Franse Plouay. De U23-koers zat lang op slot. Alle vroege vluchters met snode plannen werden in de kiem gesmoord. Pas na halfweg koers slaagden drie renners om zich af te scheiden van het peloton: Marijn van den Berg (Nederland), Jakob Geßner (Duitsland) en Vojtěch Řepa pakten daarna al snel twee minuten voorsprong. In het peloton werd het vervolgens onrustig. Daarna trok een grote groep van achttien renners in de tegenaanval. Daarbij een aantal interessante namen.

Vanuit die groep wisten vijf jongens over te steken naar de kop van de koers. Dat waren Anthon Charmig, Valentin Ferron, Andreas Kron, Ethan Vernon en Jonas Hvideberg. Het achttal ging de slotronde (13 kilometer) in met een kleine halve minuut voorsprong. In het peloton zaten de sprinters te azen op de titel, maar in een kletsnat Plouay kregen zij nul op het rekest. Vooraan bleven drie renners over, waarna Hvideberg de snelste bleek. Hij verwees mede-Scandinaviër Charmig naar het zilver, terwijl Řepa het peloton nipt afhield.

flag-europe EK op de weg U23 2020
flag-fr Plouay, 136,5 kilometer
flag-nr1 flag-no Jonas Hvideberg in 3u11m17s
flag-nr2 flag-dk Anthon Charmig z.t.
flag-nr3 flag-cz Vojtěch Řepa +2s
4. flag-ee Markus Pajur +4s
5. flag-nl Olav Kooij z.t.
6. flag-be Jordi Meeus z.t.
Volledige uitslag


Parcours

De Europese kampioenschappen vinden plaats in het noordoosten van Italië, meer bepaald in Trente. Deze stad behoorde tot en met de Eerste Wereldoorlog tot Oostenrijk. Tegenwoordig wonen er zo’n 115.000 mensen en zijn er ook een aantal wielrenners geboren, evenals een groot aantal schaatsers. De wieg van ex-prof Leonardo Bertagnolli en actieve renners Daniel Oss, Moreno Moser, Gianni Moscon, Nicola Conci en Samuele Rivi stond hier. Ook ijsglijders Matteo Anesi en Andrea Giovannini komen uit deze stad.

De beloften rijden in Trente uitsluitend over het lokale circuit. Ze doen er tien rondes. Het startschot klinkt op het kerkplein van de stad, Piazza Duomo. Van daaruit volgt eerst een neutralisatie van drie kilometer, waarbij de renners in tegengestelde richting van de slotkilometer rijden. Op een gegeven moment draaien ze dan het parcours op en passeren ze net voor het Piazza Duomo de doorkomt. Dat is overigens niet de finishlijn, die wél op het kerkplein is getrokken. Over die aankomst zo dadelijk meer, we bekijken eerst de rest.

Vlak na de start slaan de renners rechtsaf op de Via Cardinale Bernardo Clesio, waar de beklimming naar Povo begint. Deze klim is 3,6 kilometer lang en kent een gemiddelde stijging van 4,7%. Het is heel regelmatig en kent alleen onderaan twee haarspeldbochten. De Povo kronkelt zich een weg naar boven tot buiten de stad. Eenmaal aangekomen in het gelijknamige dorpje, slaan de renners bovenop de rotonde rechtsaf. Daarna volgt een razendsnelle afdaling waar je flink kunt bijtrappen; er zijn geen bochten te bekennen.

De renners rijden vervolgens in het zuidwesten van de stad opnieuw Trente binnen. Er volgt een wat langere, vrijwel rechte weg. Maar door enkele flauwe bochten, kun je hier wel uit het zicht blijven. In de wijk Bolghera slaan de renners dan weer linksaf en zetten koers naar het centrum. Dat gebeurt via vooral rechte wegen, afgekapt met 90-gradenbochten. In de laatste drie kilometer zijn dat er liefst elf, waardoor je ook met een minieme voorsprong vrij snel uit het zicht bent. Dat speelt in het voordeel van de aanvallers.

Preview Euros U23 Road Race 2021

In de laatste van tien rondes wijkt het slot van de ronde iets af. Waar de doorkomst in alle andere rondes ligt op de Via Roma, is de finishstreep getrokken op het Piazza Duomo. De slotkilometer is – net als de aanloop daar naartoe – vrij technisch, zoals een stadscircuit beaamt. Op 700 meter voor het einde volgt een haakse bocht naar links, op 450 meter van de streep gevolgd door nog een naar rechts de Via Roma op. Daarna komt op 200 meter van het einde nog een 90-gradenbocht naar rechts, waar ze normaal rechtdoor rijden.

Mocht de koers dus ontaarden in een (gereduceerde) pelotonssprint, dan is positionering enorm belangrijk. In feite moeten de treintjes drie sprints trekken, om hun afmakers net voor de laatste 90-gradenbocht af te zetten. Wie daar buiten de laatste vijf à zeven renners induikt, ziet de Europese titel vrijwel zeker aan zijn neus voorbijgaan. De laatste vier kilometer van de omloop – inclusief de laatste 200 meter naar het Piazza Duomo – zijn nagenoeg volledig vlak. Alleen een azijnzeiker stelt dat de slotkilometer licht omloopt.

Datum: zaterdag 11 september
Afstand: 132,8 kilometer
Hoogtemeters: 2500
Start: 09.10 uur
Finish: tussen 12.08 uur en 12.26 uur


Favorieten

De hamvraag die we ons intussen bij het EK voor beloften moeten stellen: wat voor contract heeft Team DSM voor de winnaar klaarliggen? De Duitse ploeg van Iwan Spekenbrink legde namelijk de laatste vier jaar de Europees kampioen vast: Casper Pedersen, Marc Hirschi, Alberto Dainese en Jonas Hvideberg. De Zwitser is intussen al vertrokken naar UAE Emirates en de Noorse winnaar van 2020 komt pas komende winter over van Uno-X. Desondanks lijkt een vijfde opeenvolgende DSM-titel niet voor de hand liggend. Wat wel? Lees snel verder!

Ayuso was heer en meester in de Giro d’Italia – foto: IsolaPress

De absolute topfavoriet voor de EK huist in de selectie van Spanje. Zij beschikken met Juan Ayuso over een megatalent. De 18-jarige eerstejaarsbelofte won eerder dit jaar met overmacht de Italiaanse beloftenkoersen Trofeo PIVA en Giro del Belvedere. Kort daarna imponeerde hij opnieuw met drie ritzeges en de eindoverwinningen in alle klassementen van de Giro d’Italia U23. Twee weken later maakte UAE Emirates hem al prof en ook daar maakte hij indruk. Ondanks zijn jonge leeftijd is Ayuso aan zijn stand verplicht te winnen.

Spanje heeft een sterk team rond hem gebouwd, dat volledig in zijn dienst zal rijden. Bergop kunnen ze met onder andere Igor Arrieta het peloton hun wil op leggen. De Spanjaarden zullen de koers vroeg hard willen maken om er een survival of the fittest van te maken. Het is dan daarna aan Ayuso om zijn vlammende demarrage af te schieten en te soloren naar winst. Mocht dat plan nu in duigen vallen, dan hebben ze de sterke sprinter Marc Brustenga achter de hand. Hij kan dit parcours aan en beschikt daarna over een zeer rap eindschot.

Tobias Halland Johannessen won twee keer in de Sazka Tour – foto: Jan Brychta

De Zuid-Europeanen zullen in hun tactiek bijval krijgen van Noorwegen. De Scandinaviërs rekenen namelijk op dat andere toptalent dat dit seizoen tot ontbolstering komt: Tobias Halland Johannessen. De 21-jarige renner van Uno-X staat vooral te boek als enorm getalenteerd ronderenner. Zo werd hij tweede achter Ayuso in de Giro, maar won hij afgelopen maand wel de Tour de l’Avenir. Tussendoor boekte hij zijn eerste twee profzeges in bergetappes van de Sazka Tour. Als er iemand Ayuso kan volgen, dan is het wel deze Noor.

Ook hij kan terugvallen op een sterke ploeg, waarbij ook zijn tweelingbroer Anders Halland Johannessen een prima koers zou kunnen afleveren. Hij won immers de lastige heuvelrit naar Septmoncel in de Ronde van de Toekomst, vóór zijn tweelingbroer. Ook hij is meer een klimmer en wellicht iets minder explosief dan Tobias. Beiden kunnen ook nog rekenen op Idar Andersen. Hij won dan weer de Tour de la Mirabelle en boekte tot twee keer toe ei zo na zijn eerste profzege: in ritten in de Tour of the Alps en de Sazka Tour werd hij tweede.

Jacob Hindsgaul reed ook een goede Tour de l’Avenir – foto: Uno-X

We blijven bij Scandinavië en Uno-X, want ook Jacob Hindsgaul geldt als een van de favorieten voor het goud. De 21-jarige derdejaarsbelofte komt uit Denemarken en geldt als een talent voor de (heuvel)klassiekers. De jongeling werd in het najaar van 2020 tweede in de Ronde van Lombardije voor beloften. Hij heeft bovendien een goede, korte tijdrit in de benen. Geef hem op de laatste klim dus niet te veel ruimte, want dan is-ie weg. Met klimmer Asbjørn Hellemose en hardrijder William Blume Levy heeft ook hij een sterk team rond zich.

Oostenrijk komt ook met een goed uitgebalanceerd team naar Trente. Zij gokken echter net als Spanje en Denemarken op een prof. Kopman is namelijk Tobias Bayer van Alpecin-Fenix. In Boucles de la Mayenne en de Vuelta a Burgos liet hij zien dat hij bergop zeer sterk voor de dag kan komen. Bayer mag daarna ook rekenen op een ferme spurt. Op beloftenniveau liet de intussen 21-jarige Oostenrijker in dit soort koersen de voorbije drie seizoen een goede indruk achter. Met Martin Meßner heeft Oostenrijk nog een troefje in handen.

Tobias Bayer rijdt Richard Carapaz de vernieling in op Picon Blanco – foto: Cor Vos

Een ander zeer sterk blok dat zich zeker kan spiegelen aan de Spanjaarden en de Noren, is Nederland. De aangewezen man om hier te scoren is Marijn van den Berg, al zullen de andere renners een vrije rol krijgen. De 22-jarige renner van Groupama-FDJ U23 won dit seizoen al zeven UCI-koersen, veelal in de massasprint. Maar een pure sprinter is hij niet. Een parcours als dit moet Van den Berg uitstekend aankunnen en daarna heeft hij uiteraard dat sterke eindschot als wapen. In de breedte is Nederland topfavoriet.

Bij aanvallen bergop is het de taak van Burgos-BH-klimmer Alex Molenaar om mee te gaan. Hij is voor een klimmer niet traag aan de meet. Daan Hoole won eerder dit jaar de Coppa della Pace over een soortgelijk parcours, al was de tegenstand toen van een iets lager niveau. Tim van Dijke werd daar toen zesde en ook hij is rap aan de meet. Maar hij en Hoole kunnen ook prima een solo in de slotkilometers opzetten. Mocht dat al niet lukken, dan is er altijd nog plan-B. Zeker wanneer Rick Pluimers de sprint kan aantrekken voor Van den Berg.

Marijn van den Berg moet het voor Nederland afmaken – foto: Tour de l’Avenir

Ook België zal met ambitie aan het vertrek staan in Trente. Zij starten onder meer met klimmers Henri Vandenabeele en Toon Clynhens, alsmede ook met veldrijder Thibau Nys. De zoon van crosslegende Sven geldt op de weg als een zeer talentvol sprinter. Of de 18-jarige coureur de klim ook tien keer kan overleven, moet blijken. Kopman bij de Belgen is de sterke en snelle Stan Van Tricht. De renner van SEG Racing Academy loopt stage bij Deceuninck-Quick-Step en won de laatste weken nog de Omloop van Valkenswaard en Gullegem Koerse.

Net als Nederland zijn ook de Italianen sterk in blok, maar ook bij hen is het de vraag of er iemand in staat is om de aanvallen van Ayuso en Johannessen bij te benen. In de bergen is de 22-jarige Filippo Zana daar absoluut toe in staat, maar voor de pure klimmer van Bardiani-CSF-Faizanè lijkt de Povo niet zwaar genoeg om het verschil te maken. Hij breekt dit seizoen echter wel helemaal door en in soortgelijke Italiaanse beloftenkoersen zette hij de laatste jaren korte resultaten neer. Daarbij lag de streep dan wel vaak op een helling.

Tweedejaars prof Filippo Zana won dit jaar de Vredeskoers – foto: Cor Vos

Zana kan zijn rol spelen en zelfs winnen, maar daar hebben de Italianen er meer van. Edoardo Zambanini en Gianmarco Garofoli maken ook indruk in het Italiaanse U23-circuit, dat wereldwijd gerenommeerd is om het hoge niveau. Beiden hebben na een lastige koers ook een sprintje in de benen. De koelbloedigste van hen is echter Filippo Baroncini. De 21-jarige renner van Colpack kan in een koers als deze op verschillende manieren het verschil maken, zeker als tijdrijder. Lukt dat niet, dan is hij in een klein groepje ook snel aan de meet.

Baroncini kan bij een late uitval rekenen op een contra-attaque van mannen als Hoole en Van Dijke, maar ook van Filip Maciejuk. De 22-jarige Pool tekende deze zomer zijn profcontract voor 2022 bij Bahrain Victorious. Na een goed eerste half jaar op U23-niveau had hij het als belofte heel lastig. Nu hij zijn toekomst verzekerd heeft, lijkt er een last van zijn schouders te zijn gevallen. De sterke tijdrijder rijdt daarna onbevangen rond en won Etoile d’Or en de Carpathian Couriers Race. Geef deze Maciejuk geen tien meter ruimte…

Ballerstedt (links) flankeert winnaar Ponomar en Piccolo na het EK U19 in 2019 – foto: Cor Vos

Duitsland heeft ook meerdere pionnen om uit te spelen. Een Europese titel moet bij hen echter wel van een van de twee Jumbo-Visma U23-renners komen. Michel Heßmann ontwikkelt zich gestaag en komt vooral in rittenkoersen bovendrijven. Dat geldt ook voor Maurice Ballerstedt, maar hij kan na een lastige koers goed aankomen. Renners als Van den Berg en Brustenga moeten dan wel overboord, maar in een kleiner groepje is de Alpecin-Fenix-aanwinst kansrijk. Met Leon Heinschke kunnen de Duitsers nog aan een knop draaien.

Komen we uit bij een team dat ook niet bij de favorieten mag ontbreken: Frankrijk. Zij gokken in Trente op Axel Laurance. Met de sterke Hugo Page rond zich en sprinters Paul Lapeira en Paul Penhoët achter de hand, kan Laurance een mental game spelen in de finale. De 20-jarige stagiar van B&B Hotels p/b KTM – hij gaat er na de winter ook als prof aan de slag – kan een lastig parcours als dit erg goed aan. Het is een echte sluipschutter, want de koers zal hij niet snel zelf maken. Maar als je Laurance er niet af rijdt, vrees dan zijn sprint.

Balmer werd ook nog vierde op het WK in Innsbruck – foto: Cor Vos

Naast de grote blokken, zijn er ook landen in overtal die niet meteen de topfavorieten in hun gelederen hebben. Zo moet je op dit parcours bijvoorbeeld ook rekening houden met Alexandre Balmer uit Zwitserland. De mountainbiker moet vertrekken bij Groupama-FDJ U23, waar hij slechts af en toe sprankeltjes van zijn talent liet zien. Hij zal ongetwijfeld zijn gram willen halen. Drie jaar geleden veroverde de Zwitser bij de junioren nog zilver in Brno, achter de ongenaakbare Remco Evenepoel. Balmers team is op papier niet heel sterk.

Dat geldt ook voor Slovenië, met het gegeven dat zij wel al een aantal jaar in min of meer dezelfde samenstelling rijden. Bij hen is het vooral uitkijken naar Kristijan Hocevar, die als laatstejaarsbelofte zijn inhoud kan laten doorwegen. Hij werd dit jaar tweede in de Vredeskoers en vorige week nog vijfde in de zware Giro della Regione Friuli. Rusland beschikt dan wel weer over een aantal sterke renners, maar niemand steekt er daar echt bovenuit. Onderschat mannen als Lev Gonov, Savva Novikov en sterke sprinter Gleb Syritsia niet.

Miholjevic won de proloog in de Carpathian Couriers Race voor Maciejuk en Daan Hoeks – foto: WPGA

Tot slot zijn er ook verschillende renners in de kleinere landenteams die kunnen profiteren van hun ondertal. Denk dan aan Erik Fetter (hij won een lastige rit in de Tour de Limousin) uit Hongarije, de sterke sprinter Pavel Bittner uit Tsjechië, klimmer Erik Frisk Bergström en klassiekerman Jacob Eriksson uit Zweden, de sterke allrounder Antti-Jussi Juntunen uit Finland en de Slowaak Lucas Kubis. Grootste dark horses zijn beide Kroaten: Viktor Potocki en Fran Miholjevic (zoon van ex-prof Vladimir). Zij vinden hier een parcours op hun maat.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Juan Ayuso
*** Tobias Johannessen, Jacob Hindsgaul
** Tobias Bayer, Marijn van den Berg, Stan Van Tricht
* Filippo Baroncini, Filip Maciejuk, Maurice Ballerstedt, Axel Laurance

Voorlopige deelnemerslijst
Website organisatie


Weer en tv

De weersvoorspelling voor zaterdag ziet er goed uit. Het kwik in Trente stijgt ’s ochtends tot achttien graden, waarbij de zon af en toe door de bewolking heen komt. De wind waait slechts aan windkracht één uit het zuidoosten en er valt geen regen. Kortom: schitterend koersweer, zonder dat het een weerslag op het wedstrijdverloop kent. Voor de mensen die de koers willen zien, die kunnen inschakelen op Eurosport 1 en Sporza. Daar kun je vanaf 10.35 uur terecht voor livebeelden. Bespreek het verloop van de wedstrijd in onze Volg Hier.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.