Emiel Verstrynge succesvol in Italiaanse rittenkoers: “Ben nochtans niet zo licht”
foto: Giro della Regione Friuli Venezia Giulia/Bolgan
Niels Bastiaens
woensdag 7 september 2022 om 08:15

Emiel Verstrynge succesvol in Italiaanse rittenkoers: “Ben nochtans niet zo licht”

Interview Alwéér een veldrijder die het ook op de weg kan. Emiel Verstrynge, amper 20 jaar, toonde zich afgelopen week de sterkste in de Giro della Regione Friuli; een vijfdaagse rittenkoers in Noord-Italië met heel wat hoogtemeters. “Mijn transfer naar Alpecin-Deceuninck rendeert meteen”, vertelt de West-Vlaming aan WielerFlits.

De nieuwe edtie van RIDE Magazine is nu verkrijgbaar! Onze nieuwe 188 pagina’s dikke voorjaars-editie staat vol met schitterende wielerverhalen over o.a. Mathieu van der Poel, Lotte Kopecky, Demi Vollering, Sepp Kuss en Matej Mohoric. Verzeker je van jouw exemplaar en bestel hem nu online voor slechts € 9,95. Wil je RIDE extra voordelig ontvangen? Neem dan nu een abonnement en ontvang 20% korting!

Verstrynge trof met zijn ploegmaats van het Alpecin-Deceunick Development Team in Italië een deelnemersveld met vooral continentale ploegen. Denk maar aan Colpack-Ballan, de formatie die Juan Ayuso, Alessandro Covi en Andrea Bagioli voortbracht, Friuli ASD met het Kroatisch toptalent Fran Miholjevic en zelfs een Italiaanse selectie. Veel jonge mannen dus, die in zo’n UCI 2.2-koers voor het eerst hun klimmersbenen willen tonen. Tadej Pogacar, Danilo Di Luca en wielergrootheid Félice Gimondi staan er trouwens op de erelijst.

“Daarom dat we op voorhand niet met klassementsambities naar Italië trokken. Ik weet dat dit soort koersen een onderschat niveau is. Er zijn vaak ploegen of renners waarvan je denkt: daar hebben we nog nooit van gehoord. Maar plots rijden ze dan heel het peloton uit elkaar. We mikten dus vooral op ritzeges, maar in de openingsetappe – een ploegentijdrit – ging het direct goed. Voor de meesten onder ons was het hun eerste ploegentijdrit ooit, dus dan is een vijfde plaats niet slecht. Op die manier stonden we ook goed vooraan in het klassement.”

Beslissing op Zoncolan
En zo kwam Verstrynge voor een nieuwe ervaring te staan: een goede positie in een algemeen klassement verdedigen. “De dag nadien zat ik in een goede vlucht, waardoor ik vierde kwam te staan. Toen gingen er al lampjes bij mij branden: misschien kan ik in de zwaarste rit naar de Monte Zoncolan iets forceren. Op voorhand was er veel te doen over die klim: het is steil, waanzinnig lastig. Maar ik wist dat ik geen schrik moest hebben.”

Trekt de Belgische kampioen U23 dit door in de cross? – foto: Cor Vos

Mede dankzij een sterke ploeg, met andere crossers als Toon Vandebosch, Mees Hendrikx en Timo Kielich. “Ik denk dat we met een peloton van 150 renners aan de rit zijn begonnen, maar aan de voet van de Zoncolan waren we nog maar met vijftien, waaronder drie renners van onze ploeg. Dat zegt genoeg, denk ik. Ze hebben mij fantastisch bijgestaan, ook toen in de laatste rit een renner die maar op twee seconden van mij stond mij nog probeerde te bedreigen.”

Geen hooggebergte?
Is dit nu de ontdekking van de klimmer Emiel Verstrynge? “Ik heb in de afgelopen koersen gemerkt dat het iets is wat mij goed ligt, maar het is niet dat ik me er echt op focus. Voor Valle d’Aosta ben ik een week in de Alpen gaan trainen om het klimgevoel te pakken te krijgen, maar nu had ik me niet specifiek voorbereid. En dat ben ik ook niet per se van plan in de toekomst. Ik ben vrij groot en niet van de lichtste, dus ik vrees dat het hooggebergte te hoog gegrepen is.”

“Al moet ik wel zeggen dat na deze week mijn interesse in de weg iets meer gegroeid is dan voordien. Resultaten rijden in de zomer is leuk, en dat is ook waarom ik voor Alpecin-Deceuninck heb gekozen. Tegenwoordig heb je een goede zomer nodig om in het veld te presteren, en het is heel fijn dat ik direct die vooruitgang merk. Alleen, crossen is iets volledig anders. Dat zal ook weer wennen zijn…”

U23-crossen
Crossen is de core business van de West-Vlaming. Vorig seizoen werd hij nog Belgisch kampioen bij de beloften, en moest hij alleen Joran Wyseure laten voorgaan op het WK. “Ook dit seizoen zal ik nog veel bij de beloften actief zijn. Als er een cross voor U23-renners is, rij ik die sowieso. En af en toe gooi ik me eens tussen de profs. Er zijn een paar jongens die vorig jaar nog concurrenten waren die nu de overstap hebben gemaakt, wat mijn kansen in de Wereldbeker en op het EK en WK misschien vergroot. Dat zijn de grote doelen.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.