Exclusief: Met Tour-ploeg Jumbo-Visma op pad in Tignes
foto: Raymond Kerckhoffs
Kerckhoffs Raymond
dinsdag 22 juni 2021 om 14:00

Exclusief: Met Tour-ploeg Jumbo-Visma op pad in Tignes

Special Het gele bord met de tekst ‘Route Barrée’ staat midden op de weg. Diverse rood-witte ‘roadblocks’ van plastic zorgen ervoor dat de weg hermetisch is afgesloten. Bij Pont St. Charles op zo’n elf kilometer van de top van de Col de l’Iseran is de hoogste geasfalteerde bergpas van Europa, die naar 2.770 meter hoogte leidt, dicht voor al het verkeer. Hier eindigt de D902 in het wilde berglandschap van het natuurreservaat van de Bailletaz.

“Had je die afzetting niet een beetje opzij kunnen zetten”, vraagt Robert Gesink met een glimlach aan ons wanneer hij als eerste dit punt passeert. Handig manoeuvreert hij zich op de brug langs de blokkade om de weg omhoog te vervolgen. De andere renners volgen hem. “Voor fietsers is de weg toegankelijk. Voor auto’s niet”, geeft Steven Kruijswijk ons nog met een knipoog mee.

Robert Gesink en Steven Kruijswijk om roadblocks op Col d’Iseran – foto: Raymond Kerckhoffs

Toch besluiten we de achtervolging op de renners van Jumbo-Visma in te zetten. Zeker wanneer de blokkade opzij wordt geschoven voor een grote vrachtwagen met een immense sneeuwschuiver die naar boven moet om de zomerpistes op de gletsjer te prepareren, zien we onze kans schoon. De begeleider van dit ‘convoi exceptionel’ waarschuwt ons nog dat het ‘interdit’ is om naar boven te rijden. Dit verbod negeren we door hem wapperend met de perskaart te passeren. “Ach, ik ben ook geen gendarme”, is vervolgens zijn reactie wanneer hij zijn schouders ophaalt.

Hoe verder we geraken, hoe nietig kleiner we in het berglandschap worden. Af en toe moeten we om een rotssteen op de weg rijden, terwijl de verschrikte bergmarmotten links en rechts wegschieten waarmee duidelijk wordt dat hier al maandenlang geen of nauwelijks autoverkeer is geweest.

Ploeg voor vertrek in Tignes met Kruijswijk, Gesink, Kuss, Vingegaard en Niermann – foto: Raymond Kerckhoffs

Met Gesink en Kruijswijk voorop wordt er in een gestaag tempo geklommen. Jonas Vingegaard en Sepp Kuss zijn de eerste achtervolgers. Terwijl Wout van Aert trainend op zijn tijdritfiets in de eerste haarspeldbocht voorbij de blokkade in de remmen knijpt voor een telefoongesprek en vervolgens rechtsomkeer maakt. Wanneer later op de dag duidelijk wordt dat de rechter heeft bepaald dat de Belgische toprenner zijn contract met de ploeg van Nick Nuyens onrechtmatig heeft verbroken, wordt ons duidelijk waarom Van Aert zijn klimtocht naar de top van de Iseran heeft gestaakt.

Enkele kilometers verderop, waar de sneeuw al centimeters dik langs het wegdek ligt, houdt de klimtocht voor ons toch echt op. Er wordt hier nog een buis onder de weg gelegd, waar de wielrenners onder door kunnen, maar met de auto moet je hier toch echt omdraaien. “Nu heb je gemist hoe mooi het tussen de sneeuwmuren richting de top was”, zegt Gesink later. “Dit was het laatste obstakel, waarna de weg helemaal vrij was. Ze waren alleen nog maar bezig om een aantal zijpaadjes sneeuwvrij te maken”, weet ploegleider Grischa Niermann ons te vertellen.

Een nieuwe blokkade voor de renners van Jumbo-Visma op de Col d’Iseran tijdens hoogtestage in Tignes – foto: Raymond Kerckhoffs

Grindwegen
Het avontuur om de afgesloten Col d’Iseran op te fietsen, past bij de wielrenners. Zoals Gesink ook het liefst met de fiets grindwegen induikt om te kijken hoe ver en waar hij terecht gaat komen: “Zo maakten we tijdens ons trainingskamp vorig jaar in Tignes een rit over de top van de Cormet d’Arêches, niet ver van het Lac du Roselend. De laatste drie kilometer van deze col voor de top zijn onverhard. Je hebt er fantastische uitzichten en de klim naar de 2.107 meter hoge top met de gravelkilometers is een mooie uitdaging. Wij hadden die dag bijna 6.000 hoogtemeters, mijn recordaantal in 2020.”

De dag dat WielerFlits de renners van Jumbo-Visma op de Col d’Iseran volgt, is eigenlijk een rustdag. Steven Kruijswijk, Robert Gesink, Jonas Vingegaard en Sepp Kuss zijn net drie dagen terug uit de Dauphiné. Primoz Roglic en Wout van Aert waren al eerder in de Haute Savoie. Mike Teunissen ontbreekt omdat hij deelneemt aan de Ronde van Zwitserland, terwijl de ploeg met Tony Martin de afspraak heeft dat hij de hoogtestages kan overslaan omdat het verleden heeft aangetoond dat zo’n trainingskamp bij hem geen groot effect heeft.

Primoz Roglic, Grischa Niermann en teammanager Richard Plugge voor de start van de training – foto: Raymond Kerckhoffs

Een etmaal voordat wij de training volgen, hebben Roglic en Van Aert de Tourritten naar Le Grand Bornand en Tignes verkend. “Twee zware ritten die in deze streek plaatsvinden. Een nuttige maar ook moeizame verkenning, omdat we op Col de la Colombière in een zeldzame hoosbui terecht kwamen”, vertelt Roglic ons die ochtend.

Hardlopen
Roglic voelt zich in Tignes duidelijk thuis. Rond de kerstdagen was hij hier ook al een aantal weken om te gaan langlaufen. En ook nu is de Sloveen de Jumbo-renner die het langst vertoeft in het Alpendorp op 2.100 meter. Vrijwel iedere ochtend wordt hij in alle vroegte al gespot door de vissers aan het meer die hem een rondje zien hardlopen. Zijn looppas lijkt echter in de verste verte niet op zijn soepele pedaaltred.

“In februari ben je verplicht naar Tenerife of Sierra Nevada op hoogtestage te gaan, omdat er hier dan nog een pak sneeuw ligt”, vervolgt Roglic. “Het is niet verkeerd om af te toe op een verschillende plek een hoogtestage te hebben, zodat er afwisseling is. Al kun je hier vanuit het dal in Bourg Saint-Maurice heel veel kanten op. Er zijn ontelbare cols in deze omgeving.”

Dat kan Stéphie Dijkman van het Office du Tourisme is Tignes beamen. Al 21 jaar woont de Nederlandse vlak bij de barrage van Tignes en zij heeft ervoor gezorgd dat het wintersportoord nu officieel een partner van Jumbo-Visma is. “Naast de klim naar Tignes, die zowel links als rechts van de stuwdam beklommen kan worden, heb je hier talrijke bekende cols in de omgeving”, legt Dijkman uit.

“De Iseran, Cormet de Roselend, Rosière, Les Arcs, La Plagne, Laundry, Madeleine, Col de la Loze en persoonlijk vind ik de Petit Saint-Bernard de allermooiste. Wat Tignes bijzonder maakt is dat dit een dorp boven de 2.000 meter is dat in de zomermaanden ook leeft. In de Franse Alpen ken ik alleen Val Thorens dat op deze hoogte ligt, maar daar valt nu ook weinig te beleven.”

Familie
Juist dat laatste aspect is voor Jumbo-Visma belangrijk. De ploeg heeft diverse appartementen gehuurd, een plateau hoger dan het Lac du Tignes waar iedere renner gemiddeld zo’n tien dagen met zijn familie vertoeft. De renners eten wel gezamenlijk, maar vertoeven na de trainingen en ’s avonds ruim een week bij hun familie. “Ik ben vanaf medio mei eerst op hoogtestage naar Sierra Nevada geweest”, vertelt Kruijswijk. “Vervolgens stond de Dauphiné op mijn programma. Als ik dan nu alweer weg van de familie op hoogte zou zitten en vervolgens vrijwel direct door naar de Tour de France zou moeten, zou dit wel een heel lange periode zonder mijn familie worden.”

Steven Kruijswijk en Robert Gesink op kop op de Col d’Iseran – foto: Raymond Kerckhoffs

Wanneer de renners zich ’s ochtends rond kwart voor tien voor de training verzamelen, zien we dan ook een bijzonder tafereel. Kinderen die hun vaders uitzwaaien voor hun werkdag. Roglic die met zijn zoontje even komt kijken. Wout van Aert wordt afgezet door zijn vrouw Sarah, terwijl de vriendin van Vingegaard aanschuift met de kinderwagen. Het typeert een ontspannen sfeer, en meer dan ooit straalt de wielerploeg het familiegevoel uit.

Jumbo-Visma deed deze ‘familiedagen’ vorig jaar voor het eerst in Tignes. Nu zien we dat Warren Barguil met vrouw en kind hun buurman in de appartementen is, terwijl Wilco Kelderman met vrouw Rebecca en dochtertje Juul ietwat verderop zit. Direct aan het meer vertoeft Team SD Worx met onder anderen olympisch kampioene Anna van der Breggen en de nieuwe ster van het Nederlandse vrouwenwielrennen Demi Vollering.

Jumbo-Visma teammanager Richard Plugge is ook enkele dagen met zijn vrouw present in Tignes. Ook hij wijst naar de familiaire band tijdens deze hoogtestage. “Wielrennen wordt steeds meer een voorbereidingssport”, stelt Plugge. “Ook in de voorbereidingswedstrijden is de druk nu al zo groot, dat je geneigd bent naar trainingsomstandigheden te zoeken waar je de wedstrijdsituatie kunt nabootsen. Het grote voordeel van Tignes is, dat het ideaal is om de familie ook uit te nodigen. Dat kun je op El Teide op Tenerife en Sierra Nevada eigenlijk al niet doen, omdat de omstandigheden daar nogal Spartaans zijn. In Tignes is in de zomermaanden ook genoeg te beleven voor de vrouwen en de kinderen. Al is er nu veel meer gesloten dan toen we hier vorig jaar waren in de aanloop naar de Tour midden in de zomer in juli.”

Tijdrittraining van Wout van Aert op de Col d’Iseran, terwijl klimmer Sepp Kuss in zijn wiel zit – foto: Raymond Kerckhoffs

Mentale aspect
Dat de renners in Tignes tussen de Dauphiné en de Tour hun gezinsleven enigszins kunnen oppakken vindt Plugge heel belangrijk: “Het mentale aspect mag je in het wielrennen niet onderschatten. Wij denken dat het niet bevorderend werkt wanneer een renner maandenlang van huis is en in die periode nauwelijks zijn familie zou zien. Daarbij leven de renners in deze periode ook nog eens onder de druk van het presteren in de belangrijkste wedstrijd van het jaar. Deze eerste dagen na de Dauphiné geven we ze even wat vrijheid. Vanaf donderdag is het weer een echt trainingskamp en eten de renners ook gezamenlijk via de Jumbo Foodcoach. Al slapen ze dan wel nog bij hun families en heeft ieder zijn eigen appartement. Na deze week gaan de families weer naar huis en worden de laatste stappen richting de Tour gezet.”

Volgens ploegleider Grischa Niermann kunnen er in die twee weken in Tignes, zo vlak voor de Tour-start in Brest, nog stappen worden gezet. In tegenstelling tot vorig jaar kon Jumbo-Visma dit seizoen geen dominante indruk maken tijdens de Dauphiné. Al is het natuurlijk wel een groot verschil dat vorig jaar de twee leiders Primoz Roglic en Wout van Aert wel van de partij waren in die laatste voorbereidingswedstrijd.

“Er zitten nu tussen het einde van de Dauphiné en Le Grand Départ nog drie weken”, rekent Niermann uit. “Vorig jaar waren dat slechts twee weken. Daarom was de Dauphiné dit jaar ook meer een tussenstap richting de Tour dan in 2020. Nu kunnen we nog een kleine twee weken hard werken aan de conditie en de laatste puntjes op i zetten, zodat iedere straks in de Tour in de echte topvorm zit. Als ik nu om me heen kijk, dan kan ik zeggen dat iedereen er goed voor staat. Ja, ons vertrouwen groeit hier in Tignes echt wel.”

In de 212 pagina’s dikke Zomerspecial van RIDE Magazine staat een grote reportage over Tignes als fietsparadijs onder de titel: Het Alpendorp van Jumbo-Visma.

Bestel nu de RIDE Zomerspecial

In de 212 pagina’s dikke RIDE Zomerspecial lees je alles over de aankomende Tour de France en de Olympische Spelen! Met de buitengewoon complete Tourgids kom je alles te weten over de 21 etappes van La Grande Boucle. Het magazine is hier te bestellen. Bij een abonnement krijg je tijdelijk een boek over Mathieu v/d Poel cadeau.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.