Fiets aan de wilgen 2015: Aleksandr Kolobnev
Voor het vierde jaar op rij kijkt WielerFlits terug op de carrières van coureurs die tijdens of na afloop van dit seizoen hun koersfiets aan de spreekwoordelijke wilgen gehangen hebben. Vandaag aandacht voor een renner die buiten de schijnwerpers om een aardig palmares bijelkaar heeft gefietst: Aleksandr Kolobnev.
Op jonge leeftijd besluit Aleksandr Kolobnev (34) zijn ouderlijk huis in het Russische Vyksa te verlaten en vertrekt naar Italië. In zijn tijd bij de junioren weet hij nog geen stempel te drukken in het Italiaanse circuit, al wint hij in zijn laatste jaar (1999) wel de Trofeo San Rocco en het eindklassement in de Giro della Lunigiani. Die laatst genoemde juniorenkoers werd in het verleden ook al eens gewonnen door Gilberto Simoni (1989), Danilo Di Luca (1994), Damiano Cunego (1998), Vincenzo Nibali (2002) en Rob Ruijgh (2004). Wilco Kelderman werd in 2008 tweede.
In 2001 strandt de Rus op de dichtste ereplaats in de Giro del Canavese, achter de Litouwer Marius Sabaliauskas. Hij neemt ook deel aan de loodzware beloftenkoers Giro della valle d’Aosta-Mont Blanc, waar de Oost-Europeanen dat jaar heersen. Op dat moment zegeviert megatalent Yaroslav Popovych en zien we ook Sylwester Szmyd en Evgeni Petrov terug in de top-10. Kolobnev zelf bemachtigt een negende stek in het eindklassement en tekent niet veel later een contract bij het beloftenteam San Pellegrino-Bottoli-Artoni.
In dat team ontmoet hij onder meer Leonardo Bertagnolli, Denis Bertolini, Simone Cadamuro en Luca Solari, die later allemaal hun opwachting maken als prof. Ook voor Kolobnev is het een goede overstap, daar hij in 2001 plots boven komt drijven. Hij wint drie eendagswedstrijden (waaronder de Giro del Canavese) en een etappekoers in Italië. De Rus doet ook weer mee aan de Giro della valle d’Aosta, waar hij twee keer dichtbij een ritzege is. Antonio Quadranti en Popovych zijn in respectievelijk etappes twee en drie de betere. De Oekraïner zou opnieuw het eindklassement winnen, terwijl Kolobnev als dertiende eindigt en tweede wordt in het puntenklassement achter diezelfde Popovych. Laurens ten Dam (23ste), Theo Eltink (26ste) en Pieter Weening (27ste) waren dat jaar de beste Nederlanders. Met een vierde plaats op het WK voor beloften in Lissabon (andermaal met Popovych als winnaar, dat seizoen) sluit Kolobnev zijn U23-periode vroegtijdig af.
Knechten voor Cipo en de Russische maat van Menchov
Hoewel Kolobnev in het begin van 2002 nog altijd maar twintig jaar is, acht Acqua e Sapone-Cantina Tollo hem namelijk profrijp. De Rus komt terecht in de sprintersploeg van superster Mario Cipollini, die zich later dat jaar tot wereldkampioen kroont in het Belgische Zolder. Een jaar later boekt Kolobnev zijn eerste profzege door de tweede rit in de Internationale Wielerweek van Coppi & Bartali te winnen, inmiddels in het shirt van de nieuwe sponsor Domina Vancanze-Elitron. Aan het einde van het seizoen 2003 eindigt hij bovendien als tweede in de semiklassieker Giro dell’ Emilia.
In 2004 zijn de kenmerkende zebrastrepen grotendeels van het tenue verdwenen bij Domina Vancanze. Dat jaar boekt Kolobnev zijn eerste grote zege door het Russisch kampioenschap op de weg naar zich toe te trekken. De eerste kennismaking met het grote publiek is wellicht tijdens de wegwedstrijd van de Olympische Spelen in 2004 te Athene. Op het klimmetje van de lokale omloop plaatst latere winnaar Paolo Bettini een aanval, die enkel beantwoordt wordt door Sergio Paulinho. Kolobnev doet in de achtervolging ijverig mee tussen kleppers als Peter Van Petegem, Alejandro Valverde en Jan Ullrich. De dan 23-jarige Rus finisht uiteindelijk als tiende.
In die winter maakt de Russische kampioen de transfer naar Rabobank, waar hij landgenoot Denis Menchov tegenkomt. Zijn eerste seizoen is redelijk anoniem, waar enkel de tweede plek in de Niedersachsen Rundfahrt en stek 21 in het eindklassement van de Giro d’Italia (zijn eerste grote ronde) hoogtepunten zijn. Tijdens de wereldkampioenschappen in Madrid eindigt Kolobnev dat jaar als zevende in de wegwedstrijd, nadat hij met de Vuelta a España dat seizoen ook gelijk maar zijn tweede grote ronde rijdt. Een jaar later boekt hij op Spaanse bodem zijn enige zege in het Rabobank-tenue: Kolobnev neemt de bloemen mee na de eerste etappe in de Ronde van Valencia. Ondanks dat de Rus in dienst van de ploeg mooie resultaten neerzet in de ProTour-wedstrijden Clasicá San Sebastián (negentiende), GP Ouest-Plouay (veertiende), Ronde van Polen (vijfde) en de Ronde van Lombardije (23ste), eindigt de samenwerking met de Nederlandse ploeg.
Zilvervloot bij CSC
Kolobnev tekent voor het seizoen 2007 bij het Deense CSC. In Parijs-Nice weet hij direct een etappe te winnen, waarna hij zich tijdens de rest van het seizoen schikt in zijn rol als knecht. In het najaar ondersteunt hij Carlos Sastre in zijn jacht op winst in de Vuelta. Ondertussen bouwt hij zelf aan zijn conditie, waar hij tijdens zijn laatste vier wedstrijden van het seizoen de vruchten van plukt. Tot ieders verrassing sprint Kolobnev naar zilver op het WK in Stuttgart, achter Paolo Bettini. Anderhalve week later wint hij de eerste editie van Monte Paschi Erioica, die tegenwoordig in maart op de kalender staat als de Strade Bianche. Met een negende plek in Giro dell’ Emilia en een elfde stek in de Ronde van Lombardije rondt hij dat jaar goed af.
In 2008 zijn de resultaten bij Kolobnev wat minder. Toch laat hij zien dat hij als geen ander kan pieken naar grote eendagswedstrijden. Begin augustus moet de Rus in Clasicá San Sebastián enkel Valverde voor zich laten, maar weet Kolobnev dat een week later de Olympische wegwedstrijd volgt in Peking. Daar kleurt hij opnieuw mee de wedstrijd en finisht na Samuel Sánchez, Davide Rebellin en zijn ploeggenoet Fabian Cancellara aanvankelijk als vierde. Hij verovert na verloop van tijd echter brons, na de diskwalificatie van de op doping betrapte Rebellin. Kolobnev besluit zijn seizoen in dienst van Sastre met de Vuelta, gevolgd door opnieuw de Giro dell’ Emilia (derde) en Il Lombardia (dertiende).
Zijn beste jaar kent hij in 2009, dan onder de noemer van Saxo Bank. Hij haalt het gehele seizoen een goed niveau, getuige zijn prestaties in de Amstel Gold Race (zesde), Luik-Bastenaken-Luik (negende), de Tour de Wallonie (derde), Clasicá San Sebastián (vijftiende) en een 31ste plaats tijdens de Vuelta. De Spaanse ronde gebruikte hij andermaal als opmaat voor een sterk seizoensslot. Op het WK liet hij weer zien een uitstekende kampioenschapsrenner te zijn, door in het Zwitserse Mendrisio opnieuw zilver te pakken. Cadel Evans staat, in een wedstrijd gedomineerd door Cancellara (die uiteindelijk zesde werd), met het goud te pronken op het eindpodium. Ook in de Giro dell’ Emilia (zevende, waar Robert Gesink wint) en de Ronde van Lombardije (knappe derde plek achter Philippe Gilbert en Samuel Sánchez) blaast hij weer zijn partij mee.
De kentering bij Katusha
Vanaf het seizoen 2010 komt Kolobnev uit voor de grootste ploeg uit zijn thuisland. Katusha hapt snel toe na zijn succesvolle seizoen een jaar eerder, in de hoop dat de Rus zijn beste jaren bij hen doorbrengt. In april van dat jaar krijgt Kolobnev de grootste kans van zijn leven om een klassieker op zijn naam te schrijven. Samen met Aleksandr Vinokourov toont hij zich de beste in Luik-Bastenaken-Luik. De op papier minder snelle Kazach babbelt met Kolobnev, die niet veel later een acceleratie van de Astana-renner niet kan beantwoorden. Afgelopen jaar is duidelijk waarom: Vino zou de Katusha-renner €100.000 betaald hebben voor de zege, iets waar beide heren middels celstraffen voor aangeklaagd zijn in België. Later in het seizoen 2010 zegeviert Kolobnev voor de tweede keer in zijn loopbaan op het Russisch kampioenschap op de weg en rijdt hij andermaal een goed WK (zevende) en Giro dell’Emilia (vierde, met opnieuw Gesink als winnaar).
Het jaar 2011 zou de omslag in de carrière van Kolobnev betekenen. Na een goede klassiekercampagne in de Amstel Gold Race (vijfde) en La Doyenne (elfde), levert de Rus tijdens de Tour de France een positieve plas in. In zijn stalen vinden de dopingcontroleurs HCT, een vochtafdrijvend middel dat dopinggebruik kan maskeren. De officiële lezing luidt dat Kolobnev zichzelf schorst, maar enkele dagen later zet Katusha hem op straat. In februari 2012 acht het TAS echter bewezen dat de Rus het product waarin HCT zat, had gekregen om een chronische vasculaire ziekte te behandelen. Een korte maand later roken Kolobnev en Katusha de gezamenlijke vredespijp en treedt hij opnieuw in dienst bij de WorldTour-formatie, al zingt zijn naam – evenals die van Menchov – ook rond bij het Padua-rapport waarin de autoriteiten de praktijken van dopingdokter Michele Ferrari onderzoeken.
Ondanks mooie resultaten in de Ronde van Polen (vierde), GP Cycliste de Montréal (derde) en de Ronde van Lombardije (veertiende), blijven de verdachtmakingen zich ophopen. Door deze en andere perikelen rondom Katusha, krijgt de Russische ploeg aanvankelijk geen WorldTour-licentie voor 2013. Via een aantal rechterlijke zaken weet het team deze status alsnog te bemachtigen. Kolobnev zelf kent echter een minder seizoen: negentiende in de Amstel Gold Race, 21ste in Clasicá San Sebastián en DNF’s in Il Lombardia en op het door hem zo geliefde WK. Enig lichtpuntje: een ritzege en de leiderstrui na de openingsetappe in Eupen tijdens de Tour de Wallonie.
Roemloos afscheid
Kolobnev zakt daarna in de rangorde bij Katusha en moet meer en meer knechten. Enkel in ‘zijn’ wedstrijden haalt hij nog een redelijk niveau, getuige zijn negentiende plek in de Amstel Gold Race, de elfde plek in Clasicá San Sebastián en dertiende in Lombardije. Heel eventjes lijkt hij tijdens de Vuelta op de steile flanken van La Camperona zicht te hebben op een etappezege, maar moet uiteindelijk zijn meerdere erkennen in Ryder Hesjedal, Oliver Zaugg en Imanol Erviti. Tijdens het voorbije seizoen gaat de carrière van Kolobnev als een nachtkaars uit. Hij rijdt met de Ronde van het Baskenland in april zijn laatste wedstrijd, waar hij een voetbreuk oploopt.
Die voetbreuk doet hem besluiten om in juni een break voor onbepaalde tijd op te nemen om volledig van zijn kwetsuur te herstellen, maar mogelijk stopt hij voor goed. De Rus stuurt een foto de wereld in waarop te zien is dat hij druk bezig is met zijn studie tot architect, waardoor het nopende einde nabij lijkt. Katusha geeft hem voor 2016 dan ook geen contract, maar de tweevoudig winnaar van WK-zilver heeft zelf nooit zijn afscheid van de sport wereldkundig gemaakt. Doordat zijn naam in diverse dopingzaken naar voren komt, is het meer dan waarschijnlijk een lastig karwei om nog een ploeg te vinden voor het nieuwe seizoen. Desalniettemin plaatst hij een dikke week geleden een filmpje op Instagram, dat hij weer terug op de fiets zit. Navraag bij Katusha biedt echter duidelijkheid: “Ondanks dat ik van het filmpje het bestaan niet ken, kan ik meedelen dat Aleksandr komend seizoen zeker geen deel uitmaakt van Katusha. Sterker nog, gezien zijn drukke studie denk ik dat hij helemaal niet terugkeert in het peloton”, laat woordvoerder Philippe Maertens weten.
De kampioenschapsrenner bij uitstek heeft de kans gehad om zijn carrière compleet te maken met winst in een monument, wie nu de boeken ingaat als een subtopper die twee keer net geen wereldkampioen werd. Maar kijk niet raar op als Aleksandr Kolobnev tijdens de Olympische Spelen in Rio de Janeiro plots het podium opstapt na de wegwedstrijd, om dan definitief af te zwaaien als professioneel wielrenner. Met een zilveren medaille, uiteraard.
Aleksandr Kolobnev
Naam: Aleksandr Kolobnev
Geboortedatum: 4 mei 1981
Geboorteplaats: Vyksa
Nationaliteit: Russisch
Website: www.kolobnev.com
Twitter: @A_Kolobnev
Ploegen
2001: San Pellegrino-Bottoli-Artoni
2002: Acqua e Sapone-Cantina Tollo
2003: Domina Vacanze-Elitron
2004: Domina Vacanze
2005: Rabobank
2006: Rabobank
2007: CSC
2008: CSC-Saxo Bank
2009: Saxo Bank
2010: Katusha
2011: Katusha
2012: Katusha
2013: Katusha
2014: Katusha
2015: Katusha
Aantal profzeges: 5
Belangrijkste overwinningen
Monte Paschi Eroica (2007)
Derde etappe Parijs-Nice (2007)
Eerste etappe Vuelta Ciclista a la Comunidad Valenciana (2006)
Eerste etappe Tour de Wallonie (2013)
Tweede etappe Settimana Internazionale Coppi e Bartali (2003
Wereldkampioenschap
Stuttgart, 2007
Mendrisio, 2009
Olympische Spelen
Peking, 2008
Grote rondes: 11
Giro d’Italia: 2005-2007
Tour de France: 2010-2011
Vuelta a España: 2005, 2007-2010, 2014
On: Wel een renner met karakter. Ik zal nooit die verbeten kop vergeten in zijn spurt tegen Bettini in Stuttgart. Het duurde toch verdomde lang voordat Paolo hem te pakken had.