Interview Florian Vermeersch is vrijdag de vreemde eend in de bijt in de Belgische WK-selectie voor beloften. De 22-jarige Oost-Vlaming is namelijk al aan zijn tweede seizoen bij de profs bezig. “Maar bij de profs was een selectie nog niet realistisch dit jaar, dus is dit een logische keuze”, vertelt Vermeersch.

Thibau Nys was met voorsprong de meest geconsulteerde renner op de persconferentie, die de Belgische wielerbond deze middag voor de hele beloften organiseerde. Ruim drie vierde van alle vragen gingen naar de jonge Balenaar, die vorige week nog de Europese titel op de weg veroverde.

Wegkapitein
Maar ook allrounder Vermeersch steekt zijn ambities op zijn laatste beloftewereldkampioenschap ooit niet weg. “Dat ik de wegkapitein en misschien zelfs kopman in deze selectie ben? Van mij mag dat gezegd worden, ja. We hebben intrinsiek gewoon een enorm sterke ploeg. In alle mogelijke scenario’s kunnen we meedoen voor de winst. Dat is een grote troef, daar moet ik niet boven staan.”

Vermeersch heeft al een medaille op zak – foto: Cor Vos

Vermeersch kan sprinten, maar ook Thibau Nys, Arnaud De Lie en Stan Van Tricht hebben snelle benen. Wat zal de doorslag geven in de strijd om het kopmanschap? “Ik heb de meeste ervaring op WorldTour-niveau, maar dat zal normaal gezien niet meespelen. We hebben op trainingen alleszins nog niet getest wie de snelste benen heeft. Ik denk dat we allemaal zouden kunnen winnen, het is dus niet aan de orde om daar al knopen over door te hakken.”

Meer ontspannen
Eén voordeel heeft de prof van Lotto Soudal alleszins: als enige heeft hij al een medaille op zak. De bronzen plak van de tijdrit, amper elf seconden na winnaar Johan-Price Petersen. “De druk is weg nu, dat klopt. Vooraf had ik gehoopt op minstens één medaille, en die is nu al binnen. Alles wat er nog bij zal komen is bonus.”

“Daardoor kan ik toch een pak ontspannener naar de wegrit”, vertelt de Oost-Vlaming nog. “Niet dat ik voor de tijdrit veel stress had, maar toch… Ik merk dat ik rustiger ben. Maar begrijp me niet verkeerd, ik heb nog even veel ambitie. Ik zou er heel graag nog een medaille bijdoen in eigen land.”