Frustraties bij Amaury Capiot: “Ik krijg amper kansen bij Arkéa-Samsic”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zondag 13 juni 2021 om 15:00

Frustraties bij Amaury Capiot: “Ik krijg amper kansen bij Arkéa-Samsic”

Interview Sinds zijn terugkeer in het peloton na een blessure aan het heiligbeen is het voor Limburger Amaury Capiot voorlopig wachten op kansen. De 27-jarige snelle man uit Lanaken versierde deze winter een transfer van Sport Vlaanderen-Baloise naar Arkéa-Samsic, maar voorlopig lijkt het geen perfect huwelijk.

We kennen Capiot als een constant renner, die in elke wedstrijd op Vlaamse wegen wel kan meedoen voor een ereplaats. Ter illustratie: in 2019 sprintte de Limburger 22 keer in de top 10, vorig jaar waren dat nog steeds 15 top 10-noteringen. Ook dit jaar stak hij sterk van wal met een derde plek in de Classica Valenciana en een zesde in Le Samyn, maar daarna liep het mis.

“In Parijs-Troyes was ik op weg naar de kopgroep, toen ik tegen de grond ging”, vertelt de Limburger vanuit de Baloise Belgium Tour. “Daar liep ik een breuk in mijn heiligbeen op en daarna bleef ik een tijd sukkelen met de onderrug. Het heeft lang geduurd om daar van te revalideren. Ik ben nu pijnvrij, dus dat is het positieve. Al de rest is op te lossen, maar we hadden gehoopt dat ik sneller weer de oude zou zijn. Sinds gisteren voel ik echt beterschap. Hopelijk kan ik daar nu op verder bouwen.”

Onenigheid
Capiot zal dan wel weer het vertrouwen van zijn ploeg moeten winnen. Dat lijkt op dit moment een beetje zoek. “Ik weet op dit moment niet wat hun bedoeling is met mij, eerlijk gezegd. Ik krijg geen duidelijke antwoorden van de ploeg uit. De ene ploegleider zegt dat ze nog vertrouwen in mij hebben, maar vervolgens krijg ik op de ploegbespreking van een andere te horen dat ik de eerste ben die moet werken. Dat is frustrerend en komt de werkrelatie zeker niet ten goede.”

De Limburger ziet de toekomst dan ook niet heel positief tegemoet. “Ik hoop dat ze inzien dat ik veel meer voor de ploeg kan betekenen, en ik hoop echt op meer kansen. Maar ik vrees er voor. Ik wil graag weer mijn regelmaat kunnen uitspelen. Ik zag dat altijd als een grote troef. In een koers zoals gisteren ben ik normaal wél altijd mee, maar nu moet ik voor Nacer werken en kan ik mezelf niet volledig bewijzen. Ik kan alleen maar mijn best doen. Als ze iets vragen, dan zal ik dat altijd doen. Maar de communicatie zou beter mogen.”

Capiot kijkt nu uit naar Parijs-Camembert en het Belgisch kampioenschap op de weg. Misschien kan hij daags voor het BK eens samenzitten met ploegmaats Benjamin Declercq en Christophe Noppe, die al langer voor het Franse ProTeam rijden en komt er dan een oplossing uit de bus? “Ik weet het niet. Er is over niets geen onenigheid binnen de ploeg”, sluit Capiot cynisch af.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.