Gaat Nederland de geschiedenis herhalen op EK baanwielrennen in Apeldoorn?
Apeldoorn ontvangt van 10-14 januari 2024 de Europese kampioenschappen baanwielrennen. Het is niet voor het eerst dat de Gelderse stad het evenement ontvangt, want ook in 2011, 2013 en 2019 was dat het geval. Kunnen de Nederlandse baanspecialisten voor eigen publiek weer zo’n grote buit binnenhalen als vijf jaar geleden?
De EK baanwielrennen van 2024 worden gehouden in het Omnisport Apeldoorn, geopend in 2008 en het grootste permanente indoor wielerstadion van Nederland. Begin maart 2022 werd bekend dat de Europese wielertop dit jaar zou neerstrijken in de Gelderse gemeente. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het evenement zou plaatsvinden van 14 tot en met 18 februari, maar uiteindelijk is de datum een maand naar voren gehaald.
In Apeldoorn hebben ze ruime ervaring met het organiseren van grote wielerevenementen. Zo werden in ‘de hoofdstad van de Veluwe’ in 2011 en 2018 de wereldkampioenschappen baanwielrennen gehouden en werd hier in 2016 ook de openingsetappe van de Giro d’Italia verreden. Destijds pakte Tom Dumoulin de eerste roze leiderstrui. Drie keer eerder werd het Omnisport ingericht voor de Europese kampioenschappen op de baan.
In 2011 kreeg Apeldoorn het evenement voor het eerst toegekend. Groot-Brittannië was op dat moment een van de toonaangevende landen op de baan en eindigde bovenaan in de medaillespiegel. Met grote namen als Ed Clancy, Pete Kennaugh, Geraint Thomas, Victoria Pendleton en Laura Trott (vanaf 2016 Laura Kenny) haalden de Britten liefst zeven gouden plakken. De Britten eindigen daarmee met voorsprong bovenaan in het medailleklassement.

Het koppel De Ketele-Keisse won de koppelkoers in 2011 – foto: Cor Vos
Ook België keerde met een gouden medaille naar huis. Zesdaagsespecialisten Kenny De Ketele en Iljo Keisse pakten namelijk de overwinning in de koppelkoers, voor de Zwitsers Claudio Imhof en Cyrille Thièry en de Fransen Vivien Brisse en Morgan Kneisky. Gastland Nederland hield een medaille over aan het EK; Kirsten Wild reed naar het brons in het omnium, dat toen – anders dan nu – nog niet uit vier maar uit zes onderdelen bestond.
Het duurde niet lang voordat de Europese kampioenschappen terugkeerden in Apeldoorn. In 2013 al kreeg de stad het evenement namelijk opnieuw toegewezen. Dat jaar eindigde de Nederlandse selectie keurig als vierde in de medaillespiegel met zes plakken, waarvan twee gouden; Elis Ligtlee won de Keirin, terwijl Kirsten Wild de zege pakte in de puntenkoers. Voor zowel Ligtlee als Wild was dit de eerste titel in een groot kampioenschap op de baan.

Kirsten Wild op weg naar goud in de puntenkoers in 2013 – foto: Cor Vos
Daarnaast haalden Ligtlee en Wild ook een zilveren medaille op respectievelijk de sprint en het omnium. Bij de mannen reed Tim Veldt naar het zilver in het omnium. Met de nationale ploeg, verder bestaande uit Dion Beukeboom, Roy Eefting en Jenning Huizenga, haalde Veldt brons in de ploegenachtervolging. België haalde twee keer brons: met Kenny De Ketele en Gijs Van Hoecke in de koppelkoers en met Jolien D’hoore in het omnium.
De laatste keer dat het Omnisport werd omgetoverd tot het decor voor de EK baan, was in 2019. Ondertussen hadden de volledig blauwe kampioenstruien plaatsgemaakt voor een wit exemplaar met op de borst een baan van drie tinten blauw, met daarop de gele sterren van Europa. Het thuispubliek zag op de openingsdag de Nederlandse sprintploeg – uitgedost in de regenboogtrui – naar de titel rijden in de teamsprint.

De Nederlandse sprinters reden op hun thuisbaan naar goud in 2019 – foto: Cor Vos
Het bleek een voorbode voor nog heel veel meer Nederlandse medailles. Op de tweede dag pakte Kirsten Wild de titel in de afvalkoers. Een dag later versloeg Jeffrey Hoogland Harrie Lavreysen in de finale van het sprinttoernooi en sleepte Wild haar tweede gouden medaille binnen in het omnium. Op de vierde dag zorgde Lavreysen in de Keirin voor de vijfde, laatste gouden plak. Matthijs Büchli reed in dat onderdeel naar het brons.
Ook op andere onderdelen reden Nederlanders naar eremetaal. Kyra Lamberink, Shanne Braspennincx en Steffie van der Peet legden beslag op het brons in de teamsprint en Wim Stroetinga pakte brons in de scratch. Jan-Willem van Schip haalde eerst een zilveren plak in de puntenkoers, het onderdeel waarin hij de regerende wereldkampioen was, en later opnieuw zilver in de koppelkoers samen met Yoeri Havik. Theo Bos veroverde zilver in de kilometer en het koppel Wild-Pieters brons in de ploegkoers.

Van Schip reed als wereldkampioen puntenkoers in de regenboogtrui in 2019 – foto: Cor Vos
Of de Nederlandse ploeg opnieuw zo’n grote buit kan binnenhalen en bovenaan kan eindigen in de medaillespiegel, moet deze week blijken. Met vijf gouden, vier zilveren en vier bronzen medailles ligt de lat immers hoog. Vergeleken met vijf jaar geleden geniet een prijzenpakker als Kirsten Wild ondertussen van haar wielerpensioen, net als Theo Bos en Wim Stroetinga. De carrière van Amy Pieters werd dan weer abrupt onderbroken door een zware val in 2021.
Op wie Nederland ook niet kan rekenen in het Omnisport is Maike van der Duin. De nationale hoop op de duuronderdelen is geblesseerd en kan niet meedoen aan het EK. Ook Shanne Braspennincx is er niet bij door een blessure. De overige sprinters én sprintsters die medailles pakten vijf jaar geleden, acteren wel nog steeds op hoog niveau, even als Jan-Willem Van Schip en Yoeri Havik. Zij komen opnieuw in aanmerking voor een plak.

Heijnen won in december het NK puntenkoers – foto: Cor Vos
Verder beschikken Philip Heijnen (afvalkoers) en Roy Eefting (scratch) over voldoende kunde en ervaring om voor de medailles mee te doen in hun onderdelen. Na een sterk NK kan Yanne Dorenbos weleens verrassen in de puntenkoers. Bij de vrouwenduurploeg zijn de ogen vooral gericht op Marit Raaijmakers. Van de jonge Babette van der Wolf en Lisa van Belle mogen we nog geen hoge verwachtingen hebben.
Het EK baanwielrennen 2024 wordt gehouden van 10 tot en met 14 januari.
Om te reageren moet je ingelogd zijn.