Hans De Clercq: “Zonder Sport Vlaanderen-Baloise waren veel WorldTour-renners niet eens prof”
Interview Een van de grote blokken op het Belgisch kampioenschap in Middelkerke is Sport Vlaanderen-Baloise. Het Vlaamse opleidingsteam is na enkele mindere jaren bezig aan een goed 2022. Dat bevestigt ook ploegleider Hans De Clercq. “Ik tel dit jaar zeker een vijftal jongens dat rijp is om een stap hogerop te zetten.”
2014 en 2015 waren boerenjaren voor het team van manager Christophe Sercu. De ploeg bestond toen onder meer uit renners als Victor Campenaerts, Floris De Tier, Tim Declercq, Oliver Naesen, Jonas Rickaert, Edward Theuns, Otto Vergaerde, Yves Lampaert, Jelle Wallays en Jasper De Buyst. Intussen verdienden ze allemaal hun strepen in de WorldTour.
In beide jaren behaalde de ploeg tien UCI-zeges. Herinnert u zich nog de overwinning van Jelle Wallays in Parijs-Tours? Of het een-tweetje van diezelfde Wallays en Edward Theuns in Dwars door Vlaanderen? “Onze gouden generatie”, noemt ploegleider Hans De Clercq het.
Nadien werd het wat minder. Ook al omdat de Worldteams steeds meer zelf de betere jongeren inlijfden. Toch bleef al die jaren het belang van Sport Vlaanderen-Baloise intact. Aan de vooravond van het BK sprak WielerFlits Hans De Clercq, samen met Walter Planckaert al jaren de vaste waarde achter het stuur van de volgwagen.
Hans, schets ons eens het belang van Sport Vlaanderen-Baloise.
“Ken je Kamiel Bonneu? Nu wel, maar kende je hem drie jaar geleden? Wel, hij is een prima voorbeeld van wat we doen. Toen we hem een contract aanboden, kregen we veel vragen. Wie is dat? Intussen weet de wielerfan wel wie Bonneu is. Als hij blijft evolueren, wordt het een goede renner. Het belang van de ploeg is zulke jongens de kans te geven zich te ontwikkelen en eventueel door te groeien. Daarnaast hebben we ons project in het baanwielrennen. Robbe Ghys, Lindsay De Vylder. In een recent verleden ook Jonas Rickaert, Otto Vergaerde of Fabio Van Den Bossche. Door het baanwielrennen komen die jongens bij ons en hebben ze nu hun plaats bij de profs.”
Maar het is de laatste jaren steeds moeilijker geworden, lijkt me. Veel jongeren zetten meteen de stap naar de topteams.
“Klopt. Lotto Soudal alleen al contracteerde de laatste vier, vijf jaar een dozijn neoprofs. Jongens die ook bij ons terecht konden, maar meteen een grotere stap zetten. Sommigen zijn daar ook klaar voor. Als je spreekt over Remco Evenpoel, Cian Uijtdebroeks of straks Lennert Van Eetvelt, dan is dat de juiste keuze. Anderen durven al eens een stap over te slaan.”
“Maar er zijn er ook die bij ons te vroeg vertrekken. Ik wil geen namen noemen, maar ik kan de laatste jaren zomaar vijf namen noemen van jongens die me later terugbelden en toegaven dat ze te snel de stap hogerop zetten en vragen of ze geen herkansing krijgen.”
Waarom doen ze dat?
“Een shirtje van Lotto of Quick-Step zal wellicht meer sexy zijn dan dat van ons, denk ik dan. Al speelt ook de entourage van de renners meestal een rol daarin.”
Hun loon wellicht ook? Dat ligt in een WorldTeam een stuk hoger.
“Klopt, maar als we het dan over die neoprofs hebben… Als je op die leeftijd kiest voor het geld, ben je ook niet goed bezig. De meesten hebben toch die tussenstap nodig. Wij zijn geen amateurploeg, hé. Iedereen is hier fulltime prof, we werken heel professioneel, rijden een mooi programma.”
Je vertelde me ooit dat een pak WorldTour-renners wellicht niet eens prof zouden geweest zijn zonder Sport Vlaanderen-Baloise…
“Zeker weten. Je zou versteld staan. Ik denk spontaan aan Tim Declercq, nu een van de mannen die het mooie weer maken bij Quick-Step-Alpha Vinyl. Edward Theuns, Tom Van Asbroeck. Dat zijn nu volwaardige WorldTour-renners, maar blonken in de jeugd niet zo uit. Ze waren dankbaar dat ze bij ons terecht konden. Recenter: Christophe Noppe, Jordi Warlop, Milan Menten, Amaury Capiot. Wij gaven ze een profkans en lieten ze ontwikkelen aan hun eigen tempo en zonder druk.”
Nederland heeft vandaag de dag niet zo’n ProTeam, waardoor veel jonge renners uit de boot vallen, denk ik dan.
“Absoluut. Ik denk dat de meeste landen dat niet hebben. Het is ook helemaal niet zo evident als je denkt. Sport Vlaanderen is een overheidsinstantie, maar Baloise is een privésponsor. Die moet wel mee willen in dat verhaal van opleiding.”
“Nederland heeft dan wel continentale teams, maar het verschil tussen die ploegen en de WorldTour is groot. Zij kunnen iets te weinig grote koersen rijden en moeten zich dikwijls beperken tot .2-wedstrijden. Dat maakt het moeilijker om zich in de belangstelling van de topteams te rijden. En die jongens komen meestal ook te kort omdat ze die ervaring missen op dat niveau.”
En… Hoe kleiner de ploeg, hoe meer ze moeten knokken voor hun plek, begrijp ik.
“Maar dat ervaren onze jongens ook. Tijdens de Baloise Belgium Tour praatte ik er nog over met Robbe Ghys, die nochtans een goed niveau haalt tussen de WorldTour-renners én een rustige, beleefde jongen is. Hij vertelde hoe moeilijk het was. Als je vooraan het peloton gaat fietsen, word je teruggewezen. Guys from Topsport, your place is in the back, klinkt het dan. De ene keer al vriendelijker dan de andere. Terwijl heel wat van die jongens ook bij ons begonnen zijn.”
Met andere woorden: wie bij jullie uitslagen rijdt, heeft er letterlijk voor moeten knokken
“Ik denk spontaan aan Sasha Weemaes, onze sprinter. Sowieso een van de snelste mannen van België, maar het is o zo moeilijk om die jongen in stelling te brengen. Meestal moet hij inderdaad knokken in de laatste kilometers. Al werd hij nu in de Baloise Belgium Tour een paar keer goed gebracht door Robbe Ghys.”
“Anderzijds, ik wil daar ook niet te veel over klagen. Als renner word je daar sterker van. En als het lukt, betekent dit dat je klaar bent om die stap hogerop te zetten. Niets gaat vanzelf.”
Wie van jullie jongens is na dit jaar klaar voor die stap hogerop?
“Rune Herregodts (die naar Intermarché-Wanty Gobert trekt, red), Arne Marit, Robbe Ghys, Sasha Weemaes. Jens Reynders heeft ook al iets bewezen intussen. De voorbije weken zag ik Julian Mertens stappen zetten. Zonder lekke band in de finale eindigt hij in Durbuy wellicht in de top tien in de koninginnenrit van de Baloise Belgium Tour.”
Hebben jullie intussen al vervangers op het oog?
“Daar zijn we al mee bezig, ja. Voorlopig te weinig concreet, maar de eerste gesprekken staan gepland. We hebben een lijst van meer dan twintig jonge renners die we van heel nabij opvolgen. Een zes- , zevental staat met stip genoteerd en komen voor 2023 al in aanmerking. Of daar ook toptalenten tussen zitten? We weten dat bepaalde jongens die stap zullen overslaan. Toch doen we ook voor hen moeite om ze te proberen overtuigen. Dat is onze taak.”
Wie is jullie kopman op dit Belgisch kampioenschap? Dat moet wel Sasha Weemaes zijn?
“Arne Marit is geblesseerd, dus als het op sprinten aankomt, trekken we zeker de kaart Weemaes. Maar voor we aan die massasprint aanbeland zijn, hebben we nog een aantal jongens die zich in de kijker willen en zullen fietsen. Al ga ik er toch vanuit dat het een sprint wordt. Quick-Step-Alpa Vinyl gaat koersen, maar Lotto Soudal en Alpecin-Fenix zullen toch meer baat hebben bij een sprint.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.