Henri Vandenabeele: “Overwinning van Pidcock doet geloof in mezelf groeien”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
vrijdag 16 april 2021 om 07:00

Henri Vandenabeele: “Overwinning van Pidcock doet geloof in mezelf groeien”

Interview De (sinds vandaag!) 21-jarige Henri Vandenabeele heeft er al behoorlijk wat profkoersen opzitten dit seizoen. Na onder andere de Tour du Haut-Var en de Settimana Coppi e Bartali, volgde eerder deze week de Brabantse Pijl en staat nu ook de Tour of the Alps op het programma. En dat terwijl hij eigenlijk nog een jaar belofte zou blijven.

Na een tweede plaats in de Giro voor beloften en de Ronde de l’Isard legde een nuchtere Vandenabeele vorig jaar een profcontract bij Lotto Soudal naast zich neer. De Dentergemnaar koos voor een rustige overgang in de stal van Team DSM, dat de afgelopen jaren met Marc Hirschi, Jay Hindley en Cees Bol heel wat jongeren zag doorbreken. Eerst een jaar bij de opleidingsploeg rijpen, om vervolgens twee jaar te testen op WorldTour-niveau: dat was het plan. Maar door de coronapandemie, waarin zowat alle beloftekoersen voor de bijl gingen, kwam alles de afgelopen weken onverwachts in een stroomversnelling.

Henri, met de Brabantse Pijl zit uw eerste klassieker bij de profs erop. Hoe is dat meegevallen?
“Het was een schone ervaring, moet ik zeggen. Een klassieker is toch iets anders dan de meeste wedstrijden die ik al gedaan heb. Ietsje nerveuzer, het tempo ligt ook wat hoger. Uiteindelijk is dat wel goed meegevallen. Op het laatste zat ik iets te ver op een belangrijk moment, daardoor kwam ik in de tweede groep achter Greg Van Avermaet terecht. Ik kreeg ook wat krampen. Het was niet super, maar ook niet slecht dus.”

Winnaar Tom Pidcock, die ken jij. Tijdens de Giro voor beloften van vorig najaar was je de enige die enigszins in zijn buurt kon blijven. Wat denk je dan wanneer je hem hier zo dominant ziet rondrijden?
“Dat is alleszins straf. Ik vind het aan de ene kant wel mooi en dat geeft me vertrouwen naar de toekomst toe. Maar ik denk dat ik iets meer tijd zal nodig hebben. Je mag niet vergeten dat hij een supertalent is, hé. Het is ook niet dat ik hem iedere keer kon volgen vorig jaar. Uiteindelijk wint hij die Giro met een voorsprong van twee minuten en een half op mij. Dat is niet niks.”

Je bent bescheiden, dit moet het bij jou toch ook doen kriebelen?
“Ja, het geeft natuurlijk wel een boost. Het geloof dat ik ooit kan meespelen voor winst bij de profs groeit weer een beetje. En dat bewijst ook dat we vorig jaar in de Giro op een heel hoog niveau rondreden. Ik denk dat de overgang van belofte naar prof steeds minder groot wordt. Kijk naar Pogačar, die een jaar na zijn zege in de Ronde van de Toekomst al derde wordt in de Vuelta. Het niveau bij de beloften ligt steeds hoger, je moet ook daar al volledig voor je vak leven om mee te kunnen. Dat was vroeger misschien anders.”

Vandenabeele strandt in het spoor van Pidcock – foto: IsolaPress

We spreken dan natuurlijk wel over supertalenten. Benoem eens de verschillen tussen jou en iemand als Pidcock?
“Hij is veel explosiever, daarom dat hij in koersen zoals gisteren sowieso sneller kan meedoen dan ik. Ik denk ook niet dat hij echt een pure klimmer is. Zeker als je ziet hoe hij gisteren Van Aert in de sprint klopt, dat bewijst nog maar eens dat hij alle terreinen aankan.

Zelf zit ik meer in de fase van het ontdekken, omdat ik bij de beloften nog niet veel kansen heb gekregen om mij in dit soort koersen te meten. Na woensdag heb ik echt goesting gekregen om mij ook vaker in die klassiekers te meten en te kijken wat ik daarin waard zou kunnen zijn. Maar ik zie mezelf natuurlijk wél in de eerste plaats als een goede klimmer. Hoe goed, dat moet de toekomst uitwijzen, maar ik zou toch graag een renner zijn die af en toe een koers wint. En als dat niet lukt, word ik maar een goeie knecht. Ik zie mezelf zeker niet als een supertalent zoals hij.”

Je rijdt sowieso veel profkoersen dit jaar. Ik kan me voorstellen dat dat niet meteen het doel of de verwachting was die je vooraf had.
“Nee, het was de bedoeling om dit voorjaar de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik voor beloften te rijden, sowieso eigenlijk bijna alles met de belofteploeg. Maar ja, als alle beloftekoersen dan afgelast worden, dan is het leuk dat de ploeg naar alternatieven zoekt met het profteam. Die profkoersen rijden, dat zijn echt mooie ervaringen, maar het is wel afzien.”

Nochtans was het een bewuste keuze om nog een jaartje belofte te blijven, zo vertelde je in de podcast Jonge Wolven. Je legde een profcontract bij Lotto Soudal naast je neer omdat je schrik had om te snel gebracht te worden en een te zwaar programma te moeten rijden…
“Ik denk niet dat je een rittenkoers als de Coppi e Bartali kunt vergelijken met de Ronde van Zwitserland of Ronde van Catalonië. Dat waren de wedstrijden waar ik het nog wat te vroeg voor vond, omdat je tijdens zo een week een veel groter recuperatievermogen nodig hebt dan in de koersen die ik gereden heb. Maar het was sowieso al de bedoeling om dit jaar een paar profkoersen te rijden, hoor. Het zijn er door de situatie gewoon wat meer geworden. Niets rijden was ook geen optie natuurlijk, dus mij hoor je zeker niet klagen.”

Hoe bevalt het jou voorlopig bij DSM eigenlijk?
“Het is echt tof. Zeker omdat we vaak met een heel jonge ploeg op pad zijn. Iedereen zet op hetzelfde moment die eerste stapjes in het profpeloton, het is leuk om dat samen te beleven. Je voelt je begrepen en trekt je aan elkaar op. Zo’n Andreas Leknessund is al wat langer actief, maar die doet het echt heel goed. En Marco Brenner, die komt net van de junioren over en rijdt al top 10 in een etappe in de Coppi e Bartali. Dat prikkelt mij wel. We zitten met heel veel jonge talenten.”

Vandenabeele tijdens de Tour du Haut Var – foto: Cor Vos

Is er, wanneer je zo’n contract tekent, sprake van een gedetailleerde carrièreplanning? Wanneer denk je aan je eerste grote ronde, bijvoorbeeld?
“Absoluut. Ik had direct een idee van de koersen die ik elk jaar zou kunnen rijden. Dat was ook een programma waar ik me in kon vinden, wat zeker motiveerde om bij de ploeg te tekenen. Ze vertelden dan ook dat een grote ronde voor het eerst in 2023 op de planning staat. Maar als mijn ontwikkeling vlugger verloopt dan verwacht, dan willen ze daar ook flexibel in zijn en dat volgend jaar op de planning zetten.”

Maar eerst de Tour of the Alps. Dat is dan voor het eerst dat je echt op jouw terrein gaat kunnen rijden bij de profs?
“Toch wel, het zijn iets meer écht de bergen. Coppi e Bartali en Haut Var waren lastig. Maar dat was altijd een beklimming van maximaal acht à tien kilometer, waar je toch meer op explosiviteit koerst. Ik denk ook dat ik nu meer in conditie kom, want in Haut Var was ik echt nog niet goed. Maar mijn doelen liggen vooral in de zomer, als ik eerlijk ben.”

Spreek je dan over beloftekoersen of profkoersen?
“De Baby Giro en de Ronde van de Toekomst bij de beloften, en Tour de l’Ain bij de profs. Een mooie mix, vind ik zelf. Bij de beloften moet ik gewoon voor winst proberen te gaan. Het zal natuurlijk ook wat afhangen van de lengte van de tijdrit, waar ik de schade moet proberen beperken. Maar de ambitie blijft winst, al wordt dat zeker geen gemakkelijke opdracht.

In de profkoersen zoals Tour of the Alps wordt het meer overleven. We zitten met jongens als Romain Bardet en Jay Hindley, al die mannen die binnenkort ook de Giro rijden. Het zal al een ervaring op zich zijn om met die mannen te kunnen koersen. Ik ben heel benieuwd wat ik kan, maar ik ben vooral benieuwd naar die Tour de l’Ain deze zomer. Dan zal ik in topvorm zijn en kan ik pas echt zien wat ik waard ben.”

Je noemt het WK in eigen land niet. Nochtans heb je je in de Brabantse Pijl al deels op dat parcours kunnen testen. Zit dat in je hoofd?
“Absoluut. De Brabantse Pijl rijden heeft die ambitie misschien nog wat meer geprikkeld. Het is alleen afwachten hoe er gekoerst gaat worden. Als we de lus in de druivenstreek goed gebruiken, dan kan er echt koers gemaakt worden en dan kan ik mijn klimmersbenen goed benutten. Daar moet ik op hopen, omdat ik geen sprint in huis heb. Maar het is wat afwachten hoe ik uit de Ronde van de Toekomst zal komen. Pas als ik daar in orde ben, mag ik aan dat WK beginnen denken.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.