Heroïsche Gent-Wevelgem al tien jaar geleden: “Paolini heeft ons geflikt, was een echte smeerlap”
Foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zondag 30 maart 2025 om 08:12

Heroïsche Gent-Wevelgem al tien jaar geleden: “Paolini heeft ons geflikt, was een echte smeerlap”

Special Weinig wedstrijden die zo’n diepe indruk hebben achtergelaten als Gent-Wevelgem 2015. Heroïsch, apocalyptisch en memorabel zijn de woorden die we meteen aan die editie kunnen linken, enerzijds door de extreme weersomstandigheden, maar ook door het bijhorende, razend spannende koersverloop. Bij de mannen ging de zege toen verrassend naar de Italiaanse veteraan Luca Paolini, maar hoe kwam die zege tot stand? Wij blikken op die bewuste 29 maart in 2015 terug met Sep Vanmarcke en Jürgen Roelandts, twee mannen die de finale kleurden.

Het leuke aan Gent-Wevelgem is dat je vaak al voor de eerste heuvelzone spektakel krijgt door het spel van de wind, maar in 2015 was het wel heel extreem. “Ik denk dat veel mensen meteen terugdenken aan die val van Gert Steegmans in de beek”, zegt Jürgen Roelandts. “Een beer van negentig kilogram die zonder pardon van de weg wordt gemaaid, is wel heel extreem. We werden getroffen door zo’n stevige storm, dat de wedstrijd vandaag met die omstandigheden nooit meer zou doorgaan”, vult Vanmarcke aan.

Roelandts: “Het probleem was dat de situatie bij de start nog relatief meeviel. Er was wel sprake van regenweer en koude, maar niemand had verwacht dat er zó veel wind zou staan. In het begin speelde die koude me ook vooral parten. Ik reed met twee regenvesten over elkaar aan en dan nog kreeg ik het niet echt warm. Toen we in De Moeren aankwamen, speelde de wind écht hard op. Daar was het onverantwoord.”

Vanmarcke en Eisel leggen de koers stil – foto: Cor Vos

Eisel flikt goedgelovige Vanmarcke
De windstoten brachten niet alleen Steegmans ten val, maar ze zorgden voor chaos in het hele peloton. Scheef hangende renners tegen de wind in waren schering en inslag. “Het was een gevecht om jezelf recht te houden, maar je moest dan wel de goede techniek hanteren”, aldus Vanmarcke. “Bij zo’n windstoten moet je precies je schouder tegen de wind in zetten. De fout die veel renners maken is om niet te blijven trappen. Kracht zetten op de pedalen is juist cruciaal. Helaas schrikken renners vaak bij zo’n windstoten en dan stoppen ze met trappen. Maar dan geef je geen tegenwerk meer. Zo zijn er veel in de gracht beland.”

Als we naar het koersverloop kijken, was er van een echte vroege vlucht geen sprake in die editie. Vanmarcke: “Het was zo stormachtig dat we vrijwel meteen met een eerst beperkte waaier zijn weggereden. Het zag er goed uit, maar plots begon Bernhard Eisel te roepen: ‘dit kan niet meer, het is te gevaarlijk, dus we moeten stoppen.’ Mijn eerste gedachte: godverdomme, ik zit hier in een goede situatie, moet dat?'”

“Maar ik was op dat moment één van de kopstukken van de koers en dacht: misschien is het meer menselijk als ik nu ook stop. Samen met Eisel heb ik dan de koers geneutraliseerd. Maar vanaf dat iedereen terug was, zag Eisel dat zijn ploegmaats van Team Sky weer voorin zaten, en dan hebben ze de boel weer op gang getrokken. Eigenlijk heel smerig. De koers is gewoon herbegonnen, het peloton lag onmiddellijk opnieuw in stukken. Achteraf had ik héél veel spijt dat we niet gewoon verder hebben gekoerst. Daar ben ik écht in de zak gezet. Terwijl ik me vanaf kilometer één had gegeven, omdat ik zeker niet wilde vallen met de monumenten in aantocht.”

Dé koers van Roelandts’ leven
Veel renners verzeilden in de achterhoede of stapten uit de koers, maar terwijl was er één man die maar niet stuk ging. Jürgen Roelandts! “Ik had een van de beste dagen uit heel mijn carrière”, verklapt Roelandts, die toen voor Lotto Soudal reed. “Ik zag iedereen rondom mij afzien, terwijl het bij mij nog heel goed ging. Mijn schoonbroer, Jens Debusschere, zat ook goed in de koers en zei me heel de tijd: ‘hou je eens in en wacht gewoon af.'”

Jürgen Roelandts was dé man van de wedstrijd – foto: Cor Vos

Maar helaas: Roelandts ging op iets meer dan zeventig kilometer van het einde alleen in de aanval, met nog twee beklimmingen van de Kemmelberg en heel wat lastige wegen voor de boeg. “Ik voelde me heel goed en op de voorlaatste Kemmel pakte ik plots een minuut of drie. Achter mij zat een groep met nog maar een vijftal renners, en van een peloton was er al helemaal geen sprake meer. Dan moet je niet wachten.”

Roelandts: “Achteraf bekeken was dat om verschillende redenen niet mijn allerbeste keuze. Het is mijn grootste spijt dat ik van veel te ver ben gegaan, maar ik geloofde er echt in. Stijn Vandenbergh was eerst mee met mij, maar hij wachtte snel terug op de rest omdat hij vond dat het nog te ver was. Toch denk ik nog steeds dat als we samen doorrijden we het halen tot aan de meet. Nu was het in de zijwind na Ieper te lastig. Ik voelde me leeglopen. Niet verwonderlijk na 6,5 uur koers. Ik had wel genoeg gegeten, maar mijn lichaam pakte niet veel meer op.”

Smeerlap Paolini
Zo werd Roelandts op een tiental kilometer van het einde terug ingerekend door een groepje van zes, met daarbij Vandenbergh, Debusschere, Niki Terpstra, Luca Paolini én Vanmarcke. Die laatste herinnert het zich nog alsof het gisteren was. “Paolini kwam als laatste aansluiten. Ik vond het heel straf dat hij dat gat had overbrugd. Maar hij weigerde ook maar één keer mee te draaien. We hebben hem meermaals aangepord, maar hij zei: ‘nee, nee, alsjeblieft, ik word gewoon zesde. Ik kan niet meer.’ Hij heeft dan veertig kilometer lang in de wielen gehangen. En nadat we Jürgen terugnamen, ging Paolini er vandoor alsof hij geen vermoeidheid in de benen had.”

Het bewuste zegegebaar van ‘smeerlap’ Paolini – foto: Cor Vos

De Italiaan boekte op zijn oude dag voor Katusha de grootste zege uit zijn carrière. Een kleine anticlimax na een verder fantastische koers. “Aan de finish deed hij een gebaar met zijn vinger naar zijn hoofd en hart. Ik dacht alleen: jij ongelooflijke smeerlap. Hij speelde een heel uur lang toneel. Maar wat kon het hem nog schelen? Hij was oud, ging niet lang meer koersen. Respect maakte niet veel meer uit voor hem. Ik snap dat je het slim probeert te spelen, maar dit vond ik heel smerig. Ik had dat niet mogen geloven, maar een beetje meer collegialiteit had gemogen. Ik ben dus twee keer op één dag geflikt”, lacht Vanmarcke groen.

De twee Belgen bleven achter met lege handen op de plaatsen zes en zeven. “Als mijn poging was gelukt, dan was het pas écht heroïsch geweest”, zegt Roelandts. “Maar ik verlies omdat ik met té veel vertrouwen rondreed. Het grappige is dat ze mij er nu nog altijd op aanspreken. Dat krijg ik vaker te horen dan mijn derde plaats in de Ronde van Vlaanderen. Ik denk dat iedereen die dag binnen voor televisie zat, omdat het zo’n slecht weer was (lacht).” Uiteindelijk haalden slechts 39 renners de finish op de stormdag.

Hyperventileren
Maar wel eentje die de twee bestempelen als een van de ergste uit hun carrière. “Ik ben maar zelden zo diep gegaan”, blikt Vanmarcke terug. “In de finale ben ik gewoon uit de wielen gereden, omdat ik zo uitgeput was. Na de finish ben ik meteen naar de bus doorgereden, en daar ben ik op de grond gevallen en beginnen hyperventileren voor tien minuten. Ik weet nog dat de ploeg iedereen wegstuurde behalve de dokter en dat ik tien minuten ben moeten bijkomen omdat ik zo hard over mijn toeren was gegaan. Toen besefte ik dat ik het niet goed had aangepakt, maar ook nu ben ik nog trots dat ik erbij was in zo’n heroïsche koers.”

De nasmaak over Paolini werd een half jaar later helaas nog zuurder. Tijdens de Tour de France werd hij geschorst vanwege een positieve dopingtest op cocaïne. “Hij had op zijn oude dag echt een supervoorjaar. Eerder die maand had hij Alexander Kristoff ook aan de zege geholpen in Milaan-San Remo. Ik ben er niet voor beschaamd om te zeggen dat hij een echte smeerlap was. Hij heeft die dag niet alleen mij geflikt”, besluit Vanmarcke.

Shirt for ODRC EENDAG
RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.