Het succes van Lotto Soudal verklaard: “Meer specialisten en meer focus op het collectief”
foto: Cor Vos
Niels Bastiaens
zaterdag 26 februari 2022 om 09:30

Het succes van Lotto Soudal verklaard: “Meer specialisten en meer focus op het collectief”

Interview Lotto Soudal zakt met stevige adelbrieven af naar het Belgische openingsweekend. Tim Wellens, Arnaud De Lie, Maxim Van Gils en Caleb Ewan schoten stevig uit de startblokken en waren in de eerste koersmaand van het wielerjaar samen goed voor zeven overwinningen. Ter vergelijking: alleen Quick-Step Alpha Vinyl doet momenteel beter. De nieuwe visie van de ploeg blijkt te werken…

Eigenlijk moeten we spreken over Lotto Soudal 2.0. Met het (nogal abrupte en veelbesproken) vertrek van boegbeelden Marc Sergeant en Herman Frison in de ploegleidersstaf, kondigde de symbolische wissel van de wacht zich eind vorig jaar al aan. En nu ook sponsor Soudal aan het einde van het seizoen vervangen wordt door Dstny (een innovatief bedrijf, gespecialiseerd in communicatietechnologie) is de cirkel helemaal rond, wat de vernieuwing in de ploeg betreft.

Nikolas Maes, 35 jaar en zelf Lotto-renner van 2017 tot en met 2020, is een van de jongens die erin slaagde om ‘het nieuwe Lotto’ snel onder stoom te krijgen. Maes vormt sinds vorig jaar een vast deel van de staf onder algemeen manager John Lelangue, en mag gezien worden als een van de ploegleiders die het voortouw durft nemen en de nieuwe visie van de ploeg mee uitdraagt. Bij WielerFlits geeft Maes, aan de vooravond van het openingsweekend, meer duiding bij die visie.

Het lijkt me een ondankbare taak, dat gat na Herman en Marc opvullen…
“Natuurlijk. Wat Herman en Marc de voorbije jaren hebben gedaan, is echt goed werk en verdient respect. Geen verkeerd woord daarover. Wat wij, met de huidige ploegleiders en de performance cel, hebben gedaan, is alles maximaliseren. We hebben gezocht naar enkele extraatjes, die in mijn ogen nodig zijn om een WorldTeam anno 2022 op punt te krijgen. Herman en Marc hebben een mooie basis gelegd, waar wij op mogen voortbouwen. Het is niet dat zij een bende amateurs leidden, en dat we nu plots professioneel gaan beginnen werken, hé.”

Waar zitten de verschillen met vorig seizoen dan in, waardoor het nu zo vlot loopt?
“Meer testing. Meer met aerodynamica werken. Een nog betere begeleiding van de renners. Vooral ook veel specialisten aanwerven. Dat is iets waar ik echt op wil hameren, dat we ons zo goed mogelijk moeten omringen. Voor ieder aspect dat wij belangrijk vinden binnen de ploeg, moeten we iemand kunnen consulteren of aantrekken met een expertise om die specifieke zaken te veranderen.”

Ewan rondde het teamwerk af in de Haut Var – foto: Cor Vos

Die zaken waren onderbelicht?
“In mijn ogen is niets honderd procent af. Op ieder puntje kan je nog wel iéts verbeteren, maar dat kan ook niet anders. Dat is overal zo. We hebben ons de voorbije maanden gericht op de zaken waar ik de grootste gains zag. Als ik nu onze ploeg afspiegel op die van 2021, dan zie ik dat veel van die dingen die we veranderd hebben, ons instant resultaten hebben opgeleverd.”

Jij was er zelf bij op Mallorca en in de Haut Var. Wat is jou opgevallen tijdens die koersen?
“De focus bij de renners. Er werden veel vragen gesteld en er was veel eigen inbreng en initiatief. Je merkt het snel als de drive binnen de ploeg goed zit, en dat was in beide koersen wel het geval. Ook leuk: als er gewonnen werd, was het vaak na een sterk staaltje teamwerk. Het collectief is in mijn ogen superbelangrijk. We werken niet met één speerpunt, die het maar moet doen terwijl de rest rustig binnenkomt. Nee, het draait allemaal rond het plan volgen. Iedereen zijn steentje laten bijdragen aan die prestaties. Alle renners zijn daar supergemotiveerd voor, heb ik gemerkt.”

Die focus op teamgeest, geen vaste kopmannen… Dat klinkt bijna als the Wolfpack. Daar heb jij ook nog een aantal jaar rondgereden. Heb je daar jouw inspiratie gehaald?
“Daar ben ik bekend mee, ja (lacht). Er zijn zeker dingen die ik daar geleerd heb, die ik nu kan toepassen. Vooral in het kweken van een sterk collectief. Ik heb daar zeven jaar gefietst, daar onthoud je wel iets van. Er zijn zaken waarvan je doorheen die tijd ziet dat ze altijd goed gewerkt hebben. Die kan je dan proberen te kopiëren, maar die dingen moeten ook groeien. Ik heb ook niet de ambitie om een tweede Wolfpack te worden. We hebben onze eigen identiteit en onze eigen strategie. Alle dingen waarvan ik het nut inzie en die altijd goed gewerkt hebben, die wil ik wel uitproberen en overnemen. Maar het wordt geen grote copy-paste, hé. Zo werkt het niet.”

Hoe zie jij die identiteit dan?
“We hebben een mooie historie, hé. Met de Nationale Loterij hebben we, samen met Française des Jeux, de langstlopende sponsoring in het wielrennen. Maar we moeten ook voldoende oog hebben voor de evolutie en ontwikkeling van de ploeg. Ik wil een begeleiding die tiptop in orde is. We zitten natuurlijk met beperkingen, alles komt uiteindelijk neer op geld. Gelukkig hebben we toch al voldoende middelen om stappen vooruit te zetten.”

“Kijk, ik streef naar een ploeg waarin we iets extra kunnen doen. Waar we niet de vaste lijn volgen en waar alles niet standaard moet zijn. Ik wil dingen testen waarvan we overtuigd zijn dat ze goed zijn. Ook als die zaken niet conventioneel zijn in het wielrennen, maar we wel denken: dat zijn gains en die gaan we proberen toe te passen. Onze nieuwe cosponsor Dstny past trouwens perfect in dat verhaal. Ze staan ook voor vernieuwing en technologie.”

Dstny wordt vanaf 2023 de nieuwe cosponsor – foto: Cor Vos

Hoe bang zijn jullie voor een terugval, in de koersen waar het er echt om draait?
“Dat valt goed mee. Het is ook niet dat we specifiek gepiekt hebben naar februari. Onze renners zijn gewoon in orde. We hebben een heel goede winter gehad. Normaal gezien heb je al snel wat renners met een ziekte, of je mist sommige jongens een paar weken door blessures. Terwijl nu: de enige die wat problemen heeft gehad, is Andreas Kron. Maar die is alweer op een heel goed niveau. Ik denk ook dat het bij iedereen duidelijk was: oké, dit is een belangrijk jaar, er moet gepresteerd worden. En daar willen we nu op blijven voortbouwen. Maar ik besef ook: deze start is geen garantie voor een goed voorjaar, maar ik heb liever dit al op zak dan dat we slabakken in de eerste maanden.”

‘Een belangrijk jaar’, dan verwijs je naar de vrees voor degradatie uit de WorldTour. Is dat nog een thema binnen de ploeg?
“Iedereen weet het, hé. De renners, de staf, de pers. Er moeten punten gesprokkeld worden, maar je mag daar niet te ver in gaan. Als we koersen met de gedachte: winnen is niet belangrijk, we eindigen beter vierde, vijfde en zesde omdat dat dan meer punten oplevert, waar zijn we dan mee bezig? Wielrennen draait om het winnen. De dag dat punten pakken belangrijker wordt dan winnen, dan begrijp ik er niets meer van. Maar dat neemt niet weg dat we inderdaad punten nodig hebben. In dat opzicht weten we dat we moeten presteren, maar punten mogen geen hoofddoel zijn.”

De Drôme Classic, Ardèche Classic en Volta Limburg Classic staan op jullie programma. Dat lijkt me niet toevallig?
“Dat klopt volledig. Dat zijn dingen die we moeten doen, of we verliezen veel punten ten opzichte van de concurrentie. En we hebben er ook de selecties voor. Ik denk aan Andreas Kron en Maxim Van Gils in Frankrijk. Dat zijn renners die voor ons kunnen presteren. We gaan niet zomaar naar daar. Maar het klopt, we moeten iets breder kijken dan de standaard koersen van de voorbije jaren.”

Het openingsweekend blijft wel de prioriteit? Hoe ziet de samenstelling van de ploegleidersauto er daar uit?
“Ikzelf zit aan de radio. John Lelangue zit op de baan met de tweede wagen. Allan Davis ondersteunt mij in het openingsweekend, maar normaal komt Mario Aerts er bij de volgende klassiekers bij. Dan zijn we met drie. Het openingsweekend is als Belgische ploeg heel belangrijk, maar we moeten realistisch blijven. Winnen wordt niet gemakkelijk, maar ik verwacht wel dat iedereen zich smijt.”

“Kijk naar jonge jongens als Florian Vermeersch en Brent Van Moer. Van hen hoop ik die extra stap vooruit te zien. Maar daarbij spreek ik niet per se over concrete resultaten. Het is niet omdat Florian tweede was in Roubaix, dat we nu dan verwachten dat hij plots de Ronde van Vlaanderen wint. Maar ik verwacht wel in de koersen dat ze er moeten staan, dat ze er staan. Te beginnen met dit weekend, waarin het vaak net niet is voor de ploeg. Hoe mooi zou dat zijn, bijna twintig jaar na Peter Van Petegem? Dan tonen we pas écht dat we aan een nieuw verhaal begonnen zijn.”

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.