Hoe Belgian Cycling met ‘simpele klimtestjes’ op zoek ging naar een Belgische rondewinnaar
Remco Evenepoel (links) mocht in 2017 na een degelijke klimtest meteen mee naar de Vogezen - foto: Belgian Cycling
donderdag 6 mei 2021 om 19:00

Hoe Belgian Cycling met ‘simpele klimtestjes’ op zoek ging naar een Belgische rondewinnaar

Interview Remco Evenepoel, Ilan Van Wilder, Mauri Vansevenant, Harm Vanhoucke, Cian Uijtdebroeks,… België heeft opnieuw klimmers. Het tijdperk van 43 jaar zonder Belgische groterondewinnaar lijkt met enige voorzichtigheid bijna achter de rug. Een reconstructie van hoe het klimtraject van Belgian Cycling haar vruchten afwerpt.

Decennialang spitsten Belgische wielrenners zich behalve enkele uitzonderingen toe op het kasseiwerk. “Op die manier ging er veel talent verloren”, zegt bondscoach Sven Vanthourenhout van Belgian Cycling. “Als je dan ziet hoe lang het geleden is dat een Belg een grote ronde won, moest iets in die gedachtegang veranderen. Zo ontstond het klimtraject.”

Testen in Ardennen
Erwin Koninckx, trainingscoördinator van Belgian Cycling, kreeg eind 2015 een opmerkelijke opdracht. Belgische klimmers kunnen vaak nergens terecht als ze willen klimmen. Ze komen dus ook amper in de uitslagen voor. Wat als we nu een klimtest zouden lanceren? Erwin, zorg ervoor, het liefst zo snel mogelijk.

“En dat deed ik dan ook”, zegt Koninckx. “Ik maakte snel twee simpele testjes in de Ardennen om twee verschillende inspanningen te kunnen meten. Een stukje van de Côte de Wanne van 450 meter aan 10% stijgingspercentage. Om explosief klimvermogen te meten. En de Côte de Brume van 2,4 kilometer aan 6% om het uithoudend klimmen te meten. Daar laten we sindsdien tweedejaarsnieuwelingen, junioren en eerstejaarsbeloften per categorie veldtesten doen tegen de tijd.”

Belgisch nieuwelingenkampioen Aaron Dockx (hier met Serge Pauwels) legde in maart dit jaar een erg goede test af op de Côte de Wanne – foto: Facepeeters

Zo simpel is het. Alle renners die in Vlaamse jeugdkoersen amper hun terrein vinden, kunnen sinds 2015 worden opgepikt door het klimtraject. Wie een goede test of een goede combinatie rijdt van de twee testen, kwalificeert zich voor het klimtraject waar ook ex-prof Serge Pauwels aan meewerkt.

Sterke juniorenlichting
“Is die test niet wat eenvoudig, krijg ik soms te horen”, zegt Koninckx. “Wel, dat dacht ik eerst ook. Maar blijkbaar komen de besten toch altijd bovendrijven. Vroeg of laat, want sommigen blijven we uitnodigen om opnieuw te komen testen. Een lichaam verandert namelijk nog. Dat was ook bij Harm Vanhoucke het geval. Hij zette een grote stap tussen zijn eerste jaar en tweede jaar als junior en mocht er zo bijkomen. We moedigen renners vaak aan om nog eens terug te komen.”

Renners die testen afleggen in de buurt van de vooraf vastgelegde maatstaf kwalificeren zich voor het klimtraject. Zo worden zij gecoacht, mogen ze op stage naar de Vogezen en worden ze opgeroepen voor nationale selecties. “We hanteren altijd dezelfde maatstaf. Zo hebben we al heel veel data van de afgelopen jaren verzameld, en selecteren we het ene jaar meer renners dan het andere. Al moet ik zeggen dat de lichting junioren die de maatstaf haalden dit jaar zodanig groot is dat niet iedereen mee zal kunnen naar de Vogezen. We denken eraan de maatstaf hoger te leggen. Bij de meisjes is het aan de andere kant zoeken naar degenen die voluit voor het traject willen kiezen, daar zitten we met te weinig volk.”

Vogezen
Het klimtraject verloopt in verschillende stappen. Na de Ardennen is de volgende stap de geselecteerde renners uitnodigen voor een stage in de Vogezen. Een stage die al vijftien jaar bestaat en waarvoor de selectie vroeger gebeurde op basis van uitslagen, maar nu op basis van de veldtesten in de Ardennen. “Daar kunnen wij die jongens leren kennen”, aldus bondscoach Sven Vanthourenhout.

“Wij laten hen er kennismaken met hoe een stage er bij de nationale selectie aan toegaat. Een klimtest op de Ballon d’Alsace (9km aan 7% stijgingspercentage) staat ook op het programma. Carlo Bomans is daar als bondscoach van de junioren bij de betrokken en ik ben naast bondscoach van profs ook bondscoach van de beloften. Volgende week staat er zo’n stage in de Vogezen op het programma en daar zal ik dan ook aanwezig zijn. Sowieso vind ik het heel belangrijk om het traject van die jongens te volgen, aangezien ze op termijn bij de profs terechtkomen.”

De in 2017 nog weinig ervaren Evenepoel (links in het wiel van Jens Vertongen en Vito Braet) aan het begin van zijn wielercarrière – foto: Belgian Cycling

“Ons klimtraject willen we blijven vernieuwen. Vorige week hebben we met de federatie nog besproken of onze methode niet moet worden bijgeschaafd. Maar als straks via het klimtraject na al die tijd weer een Belg een grote ronde wint, dan zou dat fantastisch zijn. Dan hebben wij daar een heel klein steentje in bijgedragen”, besluit Vanthourenhout.

Remco Evenepoel
Voor een goed begrip: alle jonge Belgische klimmers onder de profs hebben in meerdere of mindere mate het klimtraject doorlopen. Maar wie van deze Belgen moet nu die grote ronde winnen? “De beste testen staan nog steeds op naam van Ilan Van Wilder”, zegt Erwin Koninckx. “Hij is echt een product van het Belgische klimtraject. Maar ook bij Remco Evenepoel waren we ons als eerste bewust van zijn potentie. Hij was nog maar een paar maanden gestopt met voetballen toen hij zich inschreef voor het klimtraject. Met de fiets van zijn vader en nog geen enkele koers op de teller kwam hij langs. De meest spectaculaire testen van iedereen reed hij niet, maar zijn potentie was me meteen duidelijk. Hij kon nog negen kilogram afvallen en dan zou hij wél bij de beste testen eindigen, vertelde ik degenen die minder onder de indruk waren.”

Belgian Cycling nam hem dan ook meteen mee op stage naar de Vogezen. “Enkele andere junioren stonden daar wel van te kijken. Ze hadden Evenepoel nog nooit in koers gezien. Wie was die gast? Toch kon hij bergop goed volgen, niet altijd, maar vooral de afdalingen waren het probleem. We hebben hem twee jaar lang alle hulp gegeven en ook al zou zijn talent zijn bovengedreven, kan hij niet ontkennen dat we bij de Belgische wielerfederatie als eerste zijn talent zagen. We hielpen hem een ploeg te zoeken, selecteerden hem voor het WK voor junioren in Bergen en dat was het begin van zijn carrière”, besluit Koninckx.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.