Hoe Wout van Aert twee keer op bijna identieke wijze het podium haalde bij zijn comeback
© Cor Vos
Nico Dick
maandag 30 november 2020 om 18:00

Hoe Wout van Aert twee keer op bijna identieke wijze het podium haalde bij zijn comeback

Analyse Na de Ronde van Vlaanderen bleef Wout van Aert twee weken van de fiets, vooraleer aan de opbouw richting zijn veldritseizoen te beginnen. Aan winnen kwam de kopman van Jumbo-Visma nog niet toe, maar met twee podiumplaatsen blikte hij zondagavond tevreden terug. Dat speelde hij twee keer op bijna identieke wijze klaar.

1. Start zonder risico
Een 32e plaats op de UCI-ranking, dat betekent dat Van Aert voorlopig niet kan rekenen op een gunstige startpositie. Laat een goede start nu voor een groot deel van het veldritpeloton van essentieel belang zijn. Van Aert gaf na afloop aan tevreden te zijn over de explosiviteit waarover hij reeds beschikt, maar dat is een vaardigheid waar de meeste topcrossers over beschikken.

Dus besloot Van Aert om geen onnodige risico’s te nemen en ‘mee met de flow’ het veld in te duiken. Zowel in Kortrijk als Tábor deed hij dat rond positie vijftien. Dat is ‘gewoon goed’, en met zijn talent voldoende om in de beginfase niet te veel voeling met de kop van de koers te verliezen. Zondag in Boom zal hij  – met dank aan de gesprokkelde punten van het voorbije weekend – wellicht al een rij doorschuiven in die startorde.

2. Snel opschuiven en…
Van Aert liet er zowel in Kortrijk als Tábor geen gras over groeien om zo snel mogelijk aansluiting te vinden met de kop van de koers.

foto: Cor Vos

3. … zich tot half koers gedeisd houden
“Ik heb me de eerste koershelft bewust niet te veel gemoeid in het verhaal”, aldus Van Aert na afloop in Kortrijk. “Ik wilde eerst wat afwachten of ik zou volhouden.” Eenzelfde reactie in Tábor, alhoewel: “Ik wilde na het opschuiven even ‘op mijn effen’ komen, maar dat is niet gelukt. Ik heb de hele koers op mijn limiet gereden.”

4. Om dan toch zijn verantwoordelijkheid te nemen…
In Kortrijk reed Michael Vanthourenhout vooruit. Van Aert volgde met Iserbyt, Van Kessel en Van der Haar, terwijl een groepje met Toon Aerts dichterbij kwam. Het was Van Aert die het initiatief nam om het tempo op te drijven. “Ach, gewoon volgen zit niet in mijn natuur.”

Ook in Tábor was het Van Aert die rond halfkoers als eerste het initiatief nam om achter de ontsnapte Vanthourenhout te jagen. Tot hij na een minder goede passage achteraan het groepje verzeilde. Het was niet toevallig op dat moment dat Iserbyt wegreed en de kloof op zijn ploegmaat kon dichten.

5. … en in de slotfase nog net iets tekort te schieten
“Er moet nog wat bij om te kunnen winnen”, analyseerde Van Aert zelf. “Het is duidelijk dat zelf koers maken veel lastiger is dan in de wielen te volgen.” Dat bekocht hij in Kortrijk door in de slotronde een paar foutjes te maken, waardoor Van der Haar nog van hem kon wegrijden. “De benen liepen vol.”

“Mijn bochtenwerk kan beter. En op de schuine kant maakte ik foutjes omdat ik onder druk stond. Maar ik deed ook dingen goed. Ik ben tevreden met waar ik nu sta.” In Tábor knokte hij zich op karakter op het podium. “Wellicht komt dan toch de inhoud en volharding naar boven”, noemde hij het zelf.

Wellicht in Namen een eerste duel met Van der Poel
Van Aert schrok het voorbije weekend van het effect van crossen zonder publiek. “Het is heel bijzonder. Ik heb al meerdere wedstrijden op de weg betwist zonder toeschouwers, maar in het veld voelt dat compleet anders. Het valt veel meer op. Het is een gevoel dat je toch mist.”

Op een eerste rechtstreeks duel tussen Van Aert en Van der Poel is het nog even wachten. “Volgende zondag start ik in Boom, maar het daaropvolgende weekend (Antwerpen en Gavere, uitgerekend waar Van der Poel hervat, red.) ben ik op stage.” Wellicht wordt de wereldbekermanche van Namen het eerste duel tussen de twee rivalen, al is dat nog steeds niet officieel bevestigd.

RIDE Magazine

Om te reageren moet je ingelogd zijn.